Dossier Stikstofcrisis
Zet stikstof Vlaanderen
op slot?
Vlaanderen is de Europese koploper in stikstofvervuiling op natuurgebieden. Voor jarenlang schuldig verzuim betalen we nu de prijs. Een belangrijk stikstofarrest kan onze economie op slot zetten. Hoe zit dat precies? Welke regio’s komen in de problemen? Een simulatie van de impact laat weinig illusies: overal in Vlaanderen komen woningbouw, infrastructuurwerken, industrie- en stallenbouw op losse schroeven.
Hier ziet u het Bellevuebos, een prachtig natuurgebied in Haspengouw, op de grens tussen Kortessem en Borgloon. Er komen oude bosbiotopen in voor. Door de vallei kronkelt de Winterbeek. Er zitten dassen, reeën en haviken.


Maar het bos staat onder druk. Al jaren krijgt het te veel stikstof te slikken, afkomstig van veeteeltbedrijven, en deels ook van verkeer, huishoudens en industrie. Daardoor gaat het langzaam kapot, vertelt Jos Ramaekers van Natuurpunt. ‘De schrale graslanden en kwetsbare bomen en planten deemsteren weg. Voorjaarsplanten worden verdrukt door bramen en netels. Hier zitten zeldzame vleermuizen die insecten zoeken op de graslanden. Ook die komen in de verdrukking.’
Dit Haspengouwse bos is de eerste dominosteen die viel in de stikstofcrisis, die zich in alle hevigheid ontvouwt. De Raad voor Vergunningsbetwistingen oordeelde dat de uitbater van een kippenstal uit Kortessem, die fors wil uitbreiden, niet kan bewijzen dat zijn bedrijf de draagkracht van het bos niet nog verder aantast. De vervuilruimte is op. Er kan geen stikstof meer bij.
Dat is problematisch. Want overál in Vlaanderen is de vervuilruimte op. Het Bellevuebos is maar een van de vele overbelaste Natura 2000-gebieden, die verspreid liggen over Vlaanderen. De Europese Habitatrichtlijn gebiedt ons die te beschermen en indien nodig te herstellen. Dat gebeurt niet.
De kaart hieronder toont alle Vlaamse Natura 2000-gebieden. De licht- en donkerrode vlakken zijn de gebieden die meer stikstof slikken dan ze aankunnen. Tachtig procent van de beschermde natuurgebieden zit onder te hoge stikstofdruk. Sommige krijgen drie tot vijf keer meer stikstof te verwerken dan hun kritische drempel. Als niet wordt ingegrepen, gaan ze onherroepelijk kapot.

Wat zegt het stikstofarrest?
Vlaanderen mag dit stikstofprobleem niet zomaar laten voortwoekeren. Europa verplicht ons orde op zaken te stellen. Op termijn mag de kritische stikstofdrempel in geen enkel natuurgebied nog worden overschreden. De deadline daarvoor ligt in 2050. Maar intussen mogen de Natura 2000-gebieden er niet verder op achteruitgaan.
In een regio waar intensief gereden, geboerd en geproduceerd wordt, is dat niet evident. Om economie en natuur met elkaar te verzoenen, werkt Vlaanderen sinds 2014 aan een Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). De PAS is een boekhoudsysteem voor de uitstoot van stikstof, dat bepaalt hoeveel vervuilruimte er nog is. Al jaren wordt gebakkeleid over de verdeling van de reductie-inspanningen over landbouw, industrie, woningbouw en transport. Daarom laat een definitieve PAS op zich wachten.
In afwachting van een finale regeling voerde de voormalige minister van Leefmilieu Joke Schauvliege (CD&V) een voorlopig systeem in met drempels. Een activiteit die minder dan 5 procent van de kritische drempel van een gebied bijdraagt, kan worden vergund. Die drempel ligt, afhankelijk van de biotoop, tussen 6 en 34 kg per hectare per jaar. Kan een biotoop 20 kg stikstof (ha/jaar) aan, dan mag een stal tot 1 kg stikstof over dat gebied uitstoten. De stal ernaast ook. Op die manier werden de voorbije jaren stallen, fabrieken, nieuwe wegen of woonwijken gebouwd in de nabijheid van natuurgebieden, ook al gaat de totale stikstofdruk er diep in het rood.
Die aanpak verklaart de rechter nu onwettig. In het arrest over de kippenstal in Kortessem maakt de Raad voor Vergunningsbetwistingen brandhout van de 5-procentdrempel. Hij verwijst omstandig naar een uitspraak van het Europese Hof van Justitie van eind 2018, naar aanleiding van de Nederlandse stikstofkwestie. Op basis van die uitspraak haalde de Nederlandse Raad van State in mei 2019 de Nederlandse PAS onderuit, die uitging van een creatieve stikstofboekhouding waardoor Nederland op de pof kon vervuilen. Na het wegvallen van dat kader lag de hele vergunningsverlening stil.
De Europese, de Nederlandse en nu ook de Belgische rechter volgen dezelfde redenering: elke bijdrage van stikstof op een overbelast natuurgebied telt, hoe weinig ook. Wie een vergunning wil voor een woonwijk, een stal of een fabriek, moet bewijzen dat er nergens impact zal zijn. Gegoochel met drempels of toekomstige herstelmaatregelen wordt niet langer getolereerd.
Het is moeilijk te bewijzen dat een project waarbij stikstof vrijkomt, géén impact heeft.
Wat betekent dat voor onze economie?
Een blik op de kaart van de overbelaste Natura 2000-gebieden zegt genoeg: op weinig plaatsen valt aan de gevolgen van dit arrest te ontsnappen. Dat betekent dat onze economie voor onbepaalde tijd wordt gegijzeld. Zo verging het Nederland. Net als bij ons liggen de natuurgebieden er verspreid over het land, dicht bij de plekken waar we leven en ondernemen. Het is moeilijk te bewijzen dat een project waarbij stikstof vrijkomt, géén impact heeft.
Stikstof reist immers ver. De depositie is het grootst in de eerste honderden meters van de bron, daarna verdunnen ammoniak en NOx in de lucht, waar ze grote afstanden afleggen. Op 20 kilometer van een bron is slechts 30 procent van de ammoniak en 10 procent van de stikstofoxiden neergeslagen. Een deel kan tot honderden kilometers ver komen. Daar draagt het bij tot de achtergrondconcentratie.
Wie in Nederland een vergunning wil, moet via de online rekentool Aerius bewijzen dat het project geen bijkomende stikstofdruk oplevert. De bovengrens ligt op 0,01 mol per hectare per jaar, wat neerkomt op 0,14 gram stikstof (1 mol = 14 gram stikstof). Dat is zoveel als niets. ‘Een ganzendrol’, zegt de Nederlandse stikstofexpert Jan Willem Erisman (Universiteit van Leiden) laconiek. ‘In de buurt van een natuurgebied kunnen enkele huizen met een gasketel daar al boven gaan.’ Ter vergelijking: in Vlaanderen was het tot nu toe mogelijk dat projecten door de 5-procent-drempel tot 1,6 kilo over een gebied konden uitstoten.
‘In de buurt van een natuurgebied kunnen enkele huizen met een gasketel al te veel negatieve impact veroorzaken’
Jan Willem Erisman stikstofexpert (Universiteit van Leiden)
Met die strenge grens als maatstaf is nog weinig mogelijk. ‘Het komt erop neer dat zowat heel Nederland op slot ging’, zegt Erisman. ‘Provincies durfden geen vergunningen meer af te leveren, uit schrik dat ze aangevochten zouden worden in de rechtbank.’ In eerste instantie werden 18.000 projecten on hold gezet. Woonwijken, staluitbreidingen, snelwegverbredingen, projecten in de haven, de ingebruikname van Lelystad Airport: het ging allemaal niet door. Activiteiten met gevoelige stikstofuitstoot krijgen alleen groen licht als elders in het gebied de uitstoot wordt afgebouwd, en de totale druk aanwijsbaar daalt.
‘Er is geen reden om aan te nemen dat het bij ons anders loopt’, zegt professor Milieurecht Luc Lavrysen (UGent). ‘De Europese regels zijn dezelfde, de toestand in Vlaanderen gelijkaardig. Ik verwacht dat vergunningen voor projecten met een negatieve impact op Natura 2000-gebieden overal in Vlaanderen moeilijk worden.’
‘Ik verwacht dat vergunningen voor projecten met een negatieve impact op Natura 2000-gebieden overal in Vlaanderen moeilijk worden.’ Luc Lavrysen, professor Milieurecht (UGent)
Concrete voorbeelden
Enkele willekeurige voorbeelden tonen wat dat betekent. We simuleerden de impact van enkele hangende projecten aan de hand van reële uitstootcijfers en afstanden tot natuurgebieden.
Het Saeftinghedok in de Antwerpse haven ligt al jaren op de tekentafel. Het is essentieel als Antwerpen wil meedraaien als een van ’s werelds grootste containerhavens. Behalve de spanningen over het voortbestaan van het dorpje Doel, hangt nu ook het stikstofarrest als een zwaard van Damocles boven het dok. Uit berekeningen van het Milieueffectenrapport (MER) blijkt dat het gekozen scenario een impact heeft op de Kalmthoutse Heide van 170 gram per hectare per jaar. De depositie op het Klein en Groot Schietveld in Wuustwezel bedraagt 80 gram (ha/jaar), die op een bos- en heidegebied in Brasschaat 70 gram.


Het transportbedrijf Essers zit al jaren in een saga verwikkeld om zijn logistieke hub ten noorden van Genk uit te breiden. Onlangs sloot het een akkoord met natuurvereniging Bos+, dat zich in ruil voor boscompensaties niet langer verzet tegen de kap van 9 hectare bos op de Hörmannsite aan de Woudlaan. Essers wil in Genk-Noord vooral zijn farma-activiteiten fors uitbreiden.
Maar misschien is dat akkoord achterhaald door het arrest. Exacte uitstootcijfers ontbreken, omdat Essers met een deel van het project uitweek naar de Hörmannsite, terwijl er alleen een MER werd opgemaakt voor de oorspronkelijke plannen die integraal aan de nabijgelegen Transportlaan zouden worden uitgevoerd. Ook geeft Essers enkel uitstootcijfers vrij over gebouwenverbranding, terwijl voor verkeer alle doorgaand verkeer in de nabije omgeving wordt meegeteld. Uit het MER voor de Transportlaan blijkt wel dat er volgens de interpretatie van het stikstofarrest een significante impact is op natuurgebied. De vraag is wat dat betekent voor het nieuwe project, als de uitbreiding wordt gesplitst over twee sites. Beide zijn omgeven door Natura-2000-gebieden, waarvan één op een steenworp.
In Zonhoven wil drankenfabriek Konings uitbreiden. De procedure loopt bij de provincie. Uit het MER blijkt een impact op het zwaar overbelaste Natura 2000-gebied Platwijers van minstens 20 tot 30 gram (ha/jaar). Naar de huidige Nederlandse normen is dat minstens 125 keer te veel. De impact op iets verder gelegen gebieden wordt niet berekend.
In Ravels heeft kippenhouder Bart Bax een aanvraag lopen voor een uitbreiding tot 212.450 mestkippen. Hij plant een nieuwe stal, en wil twee oude stallen ombouwen tot emissiearme stallen. Toch lijkt dat weinig te baten. Met een verwachte uitstoot van 6,5 ton ammoniak, heeft de nieuwe stal op minstens een van de nabijgelegen Natura 2000-gebieden een impact van 103 gram (ha/jaar).
Ook woonprojecten komen in het vizier. Zo plant een ontwikkelaar in Aalter een grote verkaveling met 319 wooneenheden. Het project is gecontesteerd, en veroorzaakt een politieke en maatschappelijke splijtzwam in de gemeente. Er is geen MER, emissiecijfers ontbreken. Maar de site ligt op minder dan 3 kilometer van een kwetsbaar natuurgebied. In Nederland werden gelijkaardige projecten opgeschort. Vermoedelijk zal ook initiatiefnemer Belinvest van dit project de stikstofimpact in kaart moeten brengen.
Een gelijkaardig verhaal voor Broeklin, wat het Uplace-project in Machelen vervangt. Het MER belooft een ‘circulaire’ werkwinkelwijk. Maar het studiegebied voor de impactberekening wordt beperkt tot een perimeter van 1 kilometer. Op 2,7 kilometer ligt het overbelaste Natura 2000-gebied Floordambos. In Nederland gaan grote werven als deze voorlopig niet door. De kans is groot dat ook Broeklin zijn huiswerk opnieuw moet doen.
Ook infrastructuurwerken delen in de brokken. Twee grote zijn gepland aan de oostkust: de nieuwe havensluis met snelweg Nx in Zeebrugge, en het sluitstuk van de omvorming van de N49 tot snelweg. Daar staat het deel tussen Sint-Rita en Westkapelle op stapel. Beide snelwegen komen tot op minder dan 5 kilometer van een overbelast natuurgebied in Knokke. In Nederland staan grote infrastructuurprojecten op gelijkaardige afstand van Natura 2000-gebieden on hold – zoals de doortrekking van de A15 bij Arnhem en de verbreding van de A27 bij Utrecht.
Het zijn maar enkele voorbeelden. Op dezelfde manier komen honderden, misschien duizenden projecten in het gedrang. Grote verkavelingen, nieuwe stallen, fabrieken of wegenwerken: telkens is een impactstudie nodig.
In de Antwerpse haven zijn grote investeringen gepland. Wat met de chemiefabriek Ineos? Die zal moeten aantonen dat er geen impact is op de natuurgebieden in de omgeving van Antwerpen. En de felbevochten Oosterweelverbinding? De vergunning is verleend, dus dat project is misschien safe. Al kan die volgens Hendrik Schoukens, expert milieurecht (UGent), altijd nog worden aangevochten voor de burgerlijke rechtbank. ‘Je kunt dat doen met het argument dat de vergunning op basis van onwettige kaders is verleend. Op die manier zou je ook andere bestaande vergunningen kunnen aanvechten, om piekvervuilers eruit te halen en zo weer ontwikkelingsruimte te creëren voor andere sectoren. Het is de weg die Nederlandse milieubewegingen nu lijken te bewandelen.’
De simulatie toont dat je zowat nergens aan de gevolgen van het arrest ontsnapt, zeker met projecten die veel uitstoten. Kleinere projecten, bijvoorbeeld woningbouw die verder af zit van natuurgebieden, kan vermoedelijk wel nog – hoe duurzamer, hoe groter de kans dat ze vergund raken.
Toch wil de ironie dat ook duurzame projecten in de knel komen. In de haven van Rotterdam zitten voor anderhalf miljard euro investeringen, onder meer in waterstoffabrieken en -netwerken, in de pijplijn. Die gaan, tot wanhoop van havendirecteur Illard Castelein, tot nader order niet door. Hij opperde dat de haven ‘delen van de vergunning (van stikstof, red.) van de agrarische sector zou kunnen overnemen zodat wij ruimte krijgen om te bouwen’. Ook bij ons kunnen waterstoffabrieken of windmolens – waarvan niet de werking maar het bouwproces vervuilend is – in de problemen komen.
‘De stikstofreducties zullen substantieel moeten zijn, of we komen er niet’ Luc Lavrysen
Hoe komen we hier uit?
De oproep van de Rotterdamse havendirecteur toont waar de oplossing zit: nieuwe ontwikkelruimte komt pas vrij als elders de druk wordt afgenomen. Zoals Hendrik Schoukens het verwoordde in een opinie in deze krant: Het stikstofbad zit vol en loopt over. Eerst moet de stop eruit, voor er opnieuw iets bij kan.
Dat leidt tot moeilijke keuzes. Opnieuw kunnen we in de Nederlandse spiegel kijken. Om de huizenbouw tijdelijk vlot te trekken, werd de maximumsnelheid op heel wat snelwegen verlaagd tot 100 kilometer per uur. Verder wordt ontwikkelruimte gecreëerd door een grootschalig opkoopprogramma van de meest vervuilende veehouderijen.
Er is ook een noodprocedure, die kan worden ingezet voor projecten van groot maatschappelijk belang, waar geen alternatief voor is en waar forse compensaties tegenover staan. In Nederland wordt die zogenaamde ADC-procedure zelden gebruikt – ook niet voor de grote snelwegprojecten of de Rotterdamse haven. Vlaanderen maakte er in het verleden onder meer gebruik van voor de bouw van het Deurganckdok. Het is een lastige procedure, waarbij Europa het fiat moet geven. ‘Ze zou misschien kunnen werken voor een project als Oosterweel, maar een stal of een ander bedrijf ga je er niet mee kunnen bouwen’, aldus Schoukens.
Beter is een wetenschappelijk robuust en juridisch waterdicht boekhoudsysteem, dat de Europese toets doorstaat en die rechtszekerheid biedt. Die PAS wil minister van Leefmilieu Zuhal Demir (N-VA) dit jaar nog rond hebben. Het vergt moeilijke keuzes, over hoe groot de inspanning van elke sector moet zijn om uit de stikstofcrisis te geraken. Dat debat moeten we de komende maanden voeren. ‘De stikstofreducties zullen substantieel moeten zijn, of we komen er niet’, zegt Luc Lavrysen. ‘Als de plannen niet volstaan, zal Europa ze niet aanvaarden en kunnen ze voor de rechter worden aangevochten. Al die tijd blijven nieuwe vergunningen onzeker.’
Credits
Tekst: Ine Renson
Foto & video: Jimmy Kets
Design & development: Tina Boeykens & Andy Stevens
Met dank aan: OpenStreetMap, Flickr (
Olivier D., Frank Geraedts, Martin Leveneur, Tobias Van Der Elst, Frank Wouters, Tobias Van Der Elst, Frans de Wit, Jan Buelinckx)