resultaten curieuzeneuzen vlaanderen
Waarom een groene bol slechter kan zijn dan een rode
(en omgekeerd)
Zijn er winnaars en verliezers bij CurieuzeNeuzen? Niet echt. Belangrijker nog dan de kleur van de bol voor onze voordeur is waar we onze dag doorbrengen en hoe we ons verplaatsen.
scroll
We zitten niet de hele dag voor onze voordeur
De kaart van CurieuzeNeuzen toont een zeer gevarieerd beeld. Sommige Vlamingen wonen op plaatsen met gezonde lucht, anderen in een hotspot van luchtvervuiling. Luchtkwaliteit verschilt van straat tot straat. De grotere steden kleuren het felst rood, maar tot in de kleine gemeenten zijn er buurten waar de concentraties stikstofdioxide (NO 2) de Europese norm overschrijden.
Zijn er dan winnaars?
En verliezers?
Zo eenvoudig is het niet. De kleur van de bol aan onze voordeur vertelt niet het hele verhaal. Jan uit Sint-Martens-Latem kan een groter probleem hebben met luchtpollutie dan Anna die in een drukke straat in Antwerpen woont.
We zijn immers niet de hele dag thuis. Als we thuis zijn, zitten we vaak binnen. Dan zijn we minder actief of slapen we - en ademen we minder diep. We zijn er doorgaans tijdens de weekends en op minder drukke momenten van de dag, wanneer er minder verkeer is.
Dat heeft een impact op onze blootstelling aan luchtvervuiling. Thuis weegt minder door dan we vaak denken. De verdeling van waar we welke dosis verkeersvervuiling opdoen, ziet er als volgt uit:
Thuis is dus maar goed voor een derde van die dosis, ook al verblijven we er twee derde van de tijd. Een ander derde doen we op onderweg, en nog eens een derde op het werk, op school, terwijl we ontspannen of winkelen. Dat bleek uit een intrigerend onderzoek dat Evi Dons (Vito, UHasselt) in 2012 uitvoerde bij 62 Vlamingen. Die droegen een week lang mobiele meettoestelletjes om hun blootstelling aan black carbon te bepalen. Black carbon of roet is net als NO2 een goede parameter om verkeersvervuiling te meten, die bovendien toelaat variaties doorheen de dag en op verschillende plaatsen te zien. De vaststellingen van Dons werden sindsdien in andere studies bevestigd.
Niet alleen de luchtkwaliteit in onze straat telt. Dat zet opluchting over groene of paniek bij rode bollen in een ander perspectief. Om het beeld juist te hebben, moeten we ook kijken naar de luchtkwaliteit op de plaatsen waar we werken, winkelen, school lopen of ontspannen. En hoe we ons doorheen de dag verplaatsen.
Wie met de auto rijdt, stelt zichzelf bloot aan vuile lucht
1
De opvallendste conclusie uit het onderzoek van Evi Dons: ongeveer een derde van onze dagelijkse dosis verkeersvervuiling doen we onderweg op, ook al verplaatsen we ons maar 6 procent van de tijd. De concentraties roet waaraan we blootgesteld worden in het verkeer, zijn twee tot vijf keer hoger dan de concentraties thuis.
In de auto tikt de teller het snelst aan. ‘Dat komt omdat Vlamingen veel in de auto zitten, vaak voor langere afstanden’, zegt de onderzoekster. ‘Bovendien zijn de concentraties die we in de wagen inademen, gemiddeld dubbel zo hoog als wanneer we met de fiets of te voet onderweg zijn.’
In de auto zitten we dicht bij de bron. Luchtvervuiling komt binnen en blijft hangen in de cocon die een wagen is. Wanneer we filerijden, is de concentratie hoger, boven de 80 kilometer per uur komt er ook meer vervuiling binnen. ‘Onze blootstelling aan luchtvervuiling in de auto is dus een samenspel van waar we rijden, tegen welke snelheid, hoeveel de wagen voor ons uitstoot en hoe dicht we bij die voorganger hangen’, zegt Dons.
Voor wie van Zele naar Gent rijdt, geeft dat de volgende variatie
De route kleurt blauw tot de automobilist enkele versnellingen hoger schakelt en de autosnelweg oprijdt. Bij het filerijden op de E17 voor Gent, stijgt de concentratie nog verder en kleurt de route rood. Bij het binnenrijden van het stadscentrum daalt de concentratie in de auto opnieuw.
simulatie
Simulatie 1
Hoe gezond zijn onze pendelgewoontes?
Dat kunnen we simuleren met een eenvoudige tool die Evi Dons ontwikkelde op basis van alle resultaten van haar onderzoek.
Bart en Lies wonen in dezelfde straat in Herentals. Bart rijdt ’s morgens met de auto naar een afspraak in Brussel en trotseert de file. Lies gaat met de fiets naar haar werk in Olen, een rit van ongeveer 20 minuten. Ze rijden beiden in de spits, maar voor Bart ziet het er een stuk slechter uit dan voor Lies. Zijn blootstelling aan luchtvervuiling gaat in het rood, die van Lies blijft oranje.
De filerijder
- Rijdt in de spits
- Met de auto
- Is meer dan een uur onderweg
De blootstelling aan black carbon is
10 microgram/kub
(10,2 µg/m³)
De fietser
- Rijdt in de spits
- Met de fiets
- In landelijk gebied
De blootstelling aan black carbon is
5 microgram/kub
(4,9 µg/m³)
Wanneer we met de auto rijden, dragen we niet alleen bij aan een slechtere luchtkwaliteit, maar zijn we er zelf ook het eerste slachtoffer van. Dat is best confronterend.
Maar wat is de gezondheidsimpact van die keuze voor de auto? Voorlopig zijn er geen studies die dat op systematische wijze hebben berekend. Onderzoek toonde wel aan dat wie in het verkeer zit, meer kans heeft kort nadien een hartaanval te krijgen. We weten ook dat bij een hogere blootstelling aan luchtvervuiling het risico op hart- en vaatziekten, ademhalingsproblemen, kanker en vroegtijdige sterfte toeneemt. Wie vaak in de auto zit, loopt dus meer risico
2
Is het wel gezond te fietsen in de vuile lucht?
Automobilisten worden over het algemeen blootgesteld aan hogere concentraties luchtvervuiling dan fietsers. Maar dat vertelt niet het hele verhaal. Ook ademhaling speelt een rol. Dat blijkt uit onderzoek dat Luc Int Panis (Vito, UHasselt) uitvoerde samen met sportfysioloog Romain Meeusen van de VUB.
Int Panis, een expert in de effecten van luchtvervuiling in combinatie met fysieke activiteit, liet mensen rondrijden in Mol, Brussel en Louvain-la-Neuve en stelde vast dat fietsers door de inspanning dieper en sneller ademen, waardoor ze vier tot negen keer meer lucht inademen. Ze krijgen dus ook vier tot negen keer meer luchtvervuiling binnen. Dit was het eerste onderzoek dat ademhaling direct registreerde in het verkeer. ‘Voordien werd daar altijd naar gegokt, of er werd geen rekening mee gehouden’, zegt de onderzoeker. ‘Maar je voert een valse discussie als je dit gegeven niet meeneemt.’
simulatie
Simulatie 2
Wie krijgt het meest binnen, de auto of de fietser?
Een simulatie toont wat dat betekent. Neem Eva, met de auto, en Tom, op de fiets. Ze rijden dezelfde route. We gaan ervan uit dat de concentratie in de wagen 10 is, en die voor de fietser 5. De ademhaling van Eva houden we op 1, die van Tom is in het gunstigste scenario 4. De werkelijke dosis luchtvervuiling voor Eva in de wagen is dan 10, die van Tom op de fiets is 20. Mocht Tom een zware inspanning doen of een slechtere conditie hebben, dan was zijn ademhaling dieper en zijn dosis dus nog hoger.
De auto
Longen:
10 liter/minuut
Concentratie roet
10 microgram/kub
De fietser
Longen:
40 liter/minuut
Concentratie roet
5 microgram/kub
Resultaat:
de fietser krijgt dubbel zoveel binnen
Als we kijken naar de dosis die we écht binnen krijgen, is de fietser er slechter aan toe. Kiezen we dan toch beter voor de wagen?
Neen. Fietsers rijden doorgaans niet midden op de weg, tussen de auto’s. Twee meter verder op een fietspad rijden, maakt al een verschil. Bovendien nemen ze vaak andere, schonere routes, omdat het veiliger en aangenamer fietsen is. Maar vooral: de weldaad van beweging compenseert ruimschoots het negatieve effect van de luchtvervuiling, zegt Luc Int Panis. Je hebt veel gezondheidswinst als je fietst. Maar daarvan moet je een stukje weer inleveren.
Vanaf wanneer wordt fietsen ongezond?
Een Britse studie van Marko Tainio (University of Cambridge) simuleerde de trade-off tussen beweging
en vuile lucht in steden overal ter wereld. In grote steden in Azië, Afrika of het Midden-Oosten zit
je relatief snel op een punt waarop het niet meer gezond is te fietsen. In Delhi houd je er beter mee
op na 45 minuten, in Kabul doet een uur en drie kwartier fietsen meer kwaad dan goed. In ons land kom
je nooit op dat soort breakpoints.

Welke impact heeft het een ‘groene’ route te kiezen?
3
Fietsen in vuile lucht is dus nog altijd beter dan niet fietsen. Alleen: studies die dat aantonen, kijken naar effecten op bevolkingsniveau. Maar de gemiddelde Vlaming bestaat niet. Niet iedereen is kerngezond. Voor mensen met astma is fietsen langs drukke wegen geen goed idee. Voor kinderen, ouderen of hartpatiënten evenmin. We weten ook niet wat de impact is van piekblootstellingen, wanneer je die jaar na jaar opstapelt. Daar houdt ook het onderzoek van Marko Tainio geen rekening mee.
De vraag is dus: hoe maak je dat je zo weinig mogelijk afgeeft van je winst als fietser? Dat kan door groene routes te kiezen. Dat maakt een groter verschil dan we denken.
Luc Dekoninck, geluidsdeskundige en onderzoeker aan de Gentse Universiteit, ontwikkelde een model om onze blootstelling aan roet (black carbon) in te schatten voor elke mogelijke fietsroute. Hij deed dat door gelijktijdig het geluid van het verkeer en de luchtkwaliteit te meten. Een jaar lang fietste hij met zijn meetapparatuur tijdens de spits alle denkbare routes tussen Drongen en Gent. Het motorgeluid van de dichtste voertuigen bleek na correctie met de windsnelheid de blootstelling van de fietser zeer goed te voorspellen. Door simpelweg te luisteren naar onze omgeving kunnen we routes kiezen waarbij we minder vervuiling inademen.
simulatie
Simulatie 3
Wat is het effect van een groene route?
Stel dat Rik, die in Drongen woont, naar zijn werk in Gent fietst. Hij kan langs de steenweg en vervolgens langs de ring fietsen, wat een logische route is. Dat is de bovenste route op de kaart. Maar hij kan ook kiezen voor het groene alternatief (de onderste route): binnendoor via het dorp van Drongen, langs de spoorweg en vervolgens langs de Leie tot in het centrum van de stad. In het tweede scenario doet hij er vier minuten langer over, maar daalt zijn blootstelling aan roet wel met bijna 60 procent.
Sinds de metingen van Luc Dekoninck is de fietssnelweg langs de spoorweg in Drongen volledig afgewerkt, waardoor fietsers de omweg via het dorp met de bijbehorende piekblootstelling niet meer hoeven te maken. ‘Investeringen in fietsinfrastructuur hebben een grote impact op onze gezondheid’, zegt de onderzoeker. ‘Lokale aanpassingen als doorgangen onder drukke wegen maken een wezenlijk verschil. De blootstelling voor fietsers is meteen veel lager dan wanneer ze die weg via een druk kruispunt oversteken.’
Terug naar de stippenkaart. Wanneer Jan uit het groene Sint-Martens-Latem elke dag naar zijn werk in Brussel pendelt, kan zijn dagelijkse dosis luchtvervuiling veel groter zijn dan die van Anna die misschien wel in een street canyon in Antwerpen woont, maar met de fiets gaat werken in Wilrijk.
CurieuzeNeuzen kent dus geen winnaars en verliezers. We komen allemaal langs plaatsen met groene én rode bollen: op weg naar de bakker, naar het werk of de school, wanneer we shoppen of een terrasje doen. Dat er tot in de kleinste Vlaamse gemeenten straten zijn waar de luchtkwaliteit de Europese norm overschrijdt, is dus een zorg van ons allemaal. Het draagt bij tot de dosis luchtvervuiling die we ons leven lang opstapelen en waarvan de gevolgen pas na vele jaren duidelijk worden.
Delen
Meer weten? Beluister ook de podcast
Credits
-
Coördinatie
Tina Boeykens -
Tekst
Ine Renson -
Design
Leandro Argentiero, Bart De Neve -
Development
Leandro Argentiero, Frederik De Bleser -
Video
Jimmy Kets -
Data
Universiteit Antwerpen, Evi Dons, Luc Int Panis, Marko Tainio, Luc Dekoninck -
Eindredactie
Diebrecht De Smet -
Productieleiding
Lies Lecomte -
Technische support
Filip Lejon, Yves Van Dooren, Nick Rabaey, Michiel Willems