AKEN -- De Hongaarse schrijver en socioloog György Konrad heeft vandaag in het Duitse Aken de internationale Karel de Grote-prijs in ontvangst genomen. In zijn toespraak tijdens de ceremonie laakte hij de NAVO-bombardementen op Joegoslavië in het voorjaar van 1999.
Het geeft volgens Konrad stof tot nadenken dat de staatsleiders noch hun soldaten ,,de gevolgen van hun falen niet zelf aan den lijve hoefden te ondervinden''. Duizenden onschuldige burgers moesten dat daarentegen wel. Het is volgens de schrijver bedenkelijk dat hun dood vervolgens werd afgedaan als ,,collateral damage''.
De Karel de Groteprijs wordt verleend aan personen die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor de eenwording van Europa. Zij wordt traditioneel uitgereikt op Hemelvaartsdag in de Kroningszaal van het stadhuis van Aken.
Na de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken Gyula Horn (1990), is Konrad de tweede Hongaarse winnaar van de prijs, die sinds 1950 bestaat. Eerder werd de prestigieuze onderscheiding toegekend aan onder meer de Nederlandse koningin Beatrix (1996), Winston Churchill, François Mitterrand, Konrad Adenauer, Helmut Kohl, Henry Kissinger, de Britse premier Tony Blair, de Amerikaanse president Bill Clinton, de Tsjechische president Vaclav Havel en de Spaanse koning Juan Carlos.
Konrad werd in 1933 in Debrecen bij de Roemeense grens geboren als zoon van joodse ouders. Hij slaagde erin aan de nazi-vervolging te ontkomen door naar familie in Boedapest te vluchten. In 1969 werd zijn eerste roman gepubliceerd (De Bezoeker), waarmee hij onmiddellijk internationale bekendheid kreeg. In 1991 kreeg hij de Vredesprijs van de Duitse Boekhandel.
Konrad, die in Boedapest woont, was een van de eerste bekende persoonlijkheden die de Poolse arbeidersbeweging 'Solidariteit' steunde. Van 1990 tot 1993 was hij voorzitter van de internationale PEN-club van schrijvers en dichters.
