LONDEN - Op een strand bij het Indonesische Banda Atjeh, een van de zwaarst getroffen plaatsen van de zeebeving, heeft een Britse televisieploeg een kind gevonden dat drie weken lang alleen heeft overleefd. Drie weken na de aardbeving is er echter nog steeds meer slecht dan goed nieuws. Vandaag heeft de Indonesische regering de officiële dodental van de tsunami immers met vijfduizend verhoogd.
Het kind werd naar het ziekenhuis gebracht, waar het door een patiënt werd herkend. Martunis kon met zijn vader en zijn grootvader worden herenigd. De moeder en twee andere kinderen van het gezin worden nog altijd vermist.
Vijfduizend
Drie weken na de zware zeebeving in Zuidoost-Azië heeft Indonesië het dodental met vijfduizend verhoogd. In het hele land zouden 115.229 mensen om het leven gekomen zijn. Daarmee staat de teller van het totale aantal doden in Azië en Oost-Afrika op 168.373.
Dee vijfduizend bijkomende slachtoffers werden ontdekt in het dorp Calang, aan de noordwestkust van Sumatra. Wellicht is daarmee de eindbalans nog niet bereikt. Er zijn immers nog steeds 12.132 Indonesiërs vermist.
De hulporganisatie Artsen zonder Grenzen (AzG) maakte bekend dat bij 67 mensen in Atjeh tetanus is geconstateerd. Dat aantal zal volgens AzG waarschijnlijk stijgen. De kans om aan tetanus te overlijden bedraagt ongeveer 25 procent.