Aan de basis van die scherpe prijsdalingen liggen tal van factoren. Afgelopen week werd al duidelijk dat de stookolievoorraden in de VS een stuk hoger liggen dan verwacht. Bovendien lijkt de VS op een relatief zacht winter af te stevenen. Daar komt nog bij dat er in november in de VS amper 112.000 banen bijkwamen. Aanwijzingen dat de economische groei vertraagt, drukken de vraag naar olie.
Door de daling van de olieprijs en de zware val van de dollar zagen de Opec-landen hun omzet de afgelopen zes weken met een kwart teruglopen. Reden genoeg voor Ahmad al-Fahd al-Sabah om aan de alarmbel te trekken. Hij vindt dat de Opec-landen de overproductie moeten stoppen. De afgelopen maanden pompten de Opec-landen 1,5 tot 2 miljoen vaten meer op dan de afgesproken 27 miljoen vaten. Ze deden dat om de sterk gestegen olieprijzen te counteren. Maar die overproductie is nu niet meer nodig. Ook Iran heeft zich al een groot voorstander getoond van een beperking van de productie. De Opec buigt zich vrijdag over de productiequota voor het eerste kwartaal van 2005.
Tijdens die vergadering zal wellicht ook de prijsdoelstelling van de Opec - een prijs tussen de 22 en 28 dollar - ter sprake komen. Sommige landen willen die prijsband naar boven optrekken.