BRUSSEL - Minister van Buitenlandse Zaken Karel de Gucht is voorstander van een "vliegende brigade" van diplomaten en consuls die door het departement kunnen uitgestuurd worden bij rampen. Dat is één van de lessen die hij uit de ramp in Zuid-Oost-Azië trekt, aldus de minister zondag in De Zevende Dag (VRT).

De Gucht wees erop dat de twee mensen op de ambassade in Bangkok te weinig is, ook al werd er versterking gestuurd, om de situatie na de aardbeving en de vloedgolven de baas te kunnen. Daarom zou het goed zijn mocht het departement Buitenlandse Zaken een vliegende brigade, ook bestaande uit mensen die psychologische hulp verlenen, kunnen uitsturen.

Voorts zei de minister dat er geen risico is dat het geld dat werd ingezameld door de solidariteitsacties niet goed gebruikt zou worden door malafide organisaties. Maar er zijn wel twee gebieden die van het verlenen van de hulp een zeer moeilijke zaak maken, aldus de minister, verwijzend naar het gebied in Sri Lanka dat gecontroleerd wordt door de Tamil Tijgers en Atjeh in Indonesië, waar rebellen voor een onafhankelijk gebied strijden.

Volgens De Gucht moet er politieke druk zijn op die landen om het mogelijk te maken dat er een heropbouw is. De minister kondigde aan binnen enkele weken het Tamil-gebied te zullen bezoeken. Hij zei er te zullen gaan praten over de politieke voorwaarden waaronder de Belgische hulp kan verleend worden.

bvb

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in