De Britse Ministers zijn pessimistisch over de toekomst van de steenkoolindustrie ondanks een hulppakket van 100 miljoen pond. Een verslag van Brian Groom.
De Britse ministers vrezen dat meer dan de helft van de Britse steenkoolindustrie zal verdwijnen binnen twee á drie jaar en dat ondanks de steun van 100 miljoen pond (ongeveer 6,8 miljard frank) die de Britse minister van handel en industrie Stephen Byers vorige week bekendmaakte.
In het steunprogramma zullen de werknemers verplicht zijn om de mijnwerkers bij te scholen en zullen ze de kansen van de werknemers moeten vergroten om een andere baan te vinden als een mijn wordt gesloten.
De hulp wordt toegekend aan elke individuele mijn en er is een overeenkomst aan verbonden om de productiviteit te verhogen.
Het doel van het tweejarige pakket is de steenkoolindustrie te helpen want later dit jaar worden de beperkingen op gasgestookte centrales opgeheven. ,,Als we de beperkingen hadden opgeheven zonder hulp te bieden, dan was de Britse steenkoolindustrie tenondergegaan'', zei een minister.
De steenkoolindustrie wordt nog altijd geconfronteerd met een mogelijk dodelijke concurrentie van gasgestookte energiecentrales en goedkope buitenlandse steenkool.
Sinds de regering in oktober 1998 striktere voorwaarden oplegde voor gasgestookte centrales, werd al aan 15 nieuwe gasgestookte centrales een vergunning geweigerd. Die nieuwe centrales hadden duizenden jobs opgeleverd.
De beslissing van de regering om de steenkoolindustrie te steunen heeft geleid tot de kritiek dat haar industrieel beleid inconsequent is. De steun die de regering nu toekent zal waarschijnlijk het aantal aanvragen voor steun doen toenemen uit andere sectoren zoals de textielindustrie.
In de textielindustrie gingen in een jaar tijd 40.000 banen verloren maar er werken nog altijd 310.000 werknemers, wat veel meer is dan de 13.000 mijnwerkers.
Bedrijven willen steun om investeringen te financieren en vakbonden dringen er bij de ministers op aan om centra voor design en technologie te creëren.
Maar de ministers zeggen dat de textielindustrie niet in aanmerking komt voor een steunprogramma zoals dat voor de steenkoolindustrie omdat de regering geen grote verandering doorvoert in die markt.
Het pessimisme van de regering over de toekomst van de steenkoolindustrie kan leiden tot nieuwe beschuldigingen dat ze een noodlijdende industrie overeind houdt. Maar de beslissing van Byers kreeg de volledige steun van eerste minister Tony Blair.
,,We moeten de verandering begeleiden'', zei een minister. ,,Het is makkelijker om mijnwerkers op te leiden voor een andere baan terwijl ze nog aan het werk zijn dan wanneer ze werkloos zijn.''
De steun aan mijnstreken die getroffen zijn door ontslagen, kost de regering 354 miljoen pond, gespreid over drie jaar, bovenop de één miljard pond per jaar die ze uitgeeft voor steun aan regio's die een mijngebied bevatten.
In 1947 telde de steenkoolindustrie 718.000 mijnwerkers in 958 mijnen die samen 200 miljoen ton produceerden.
Vorig jaar produceerden 13.000 mijnwerkers 36,7 miljoen ton, onder meer uit 17 diepe mijnen waarvan er 13 eigendom zijn van RJB Mining.
De ministers geloven dat RJB niet voldoende heeft gedaan om de mijnwerkers bij te scholen en de productiviteit te verhogen.
Minister Byers zei vorige week in het Britse parlement dat ,,de toekomst van de industrie op een andere manier moet worden bekeken'' wanneer het steunprogramma eindigt.
,,Er zal een grotere vernieuwing nodig zijn in de steenkoolindustrie als die in een sterkere concurrentiepositie wil staan in de toekomst'', vertelde hij.