Dat ligt in de eerste plaats aan het presidentieel bewind dat eind 1993 werd ingevoerd, gesneden op maat van ex-president Boris Jeltsin en van een door hem gekozen opvolger. Die grondwet laat het parlement (Doema en Federatieraad) weinig bevoegdheden over.
De vorige Doema, waarin de communisten en hun bondgenoten de toon aangaven, ondervond dat aan den lijve. Zij trachtte enkele keren zonder enig succes Jeltsin af te zetten en moest meestal, na enig morren, Jeltsins kandidaat-premier aanvaarden.