![]() |
©belga |
Een mooiere definitie van het fusieresultaat tussen de regionale, lagekostenluchtvaartmaatschappij Virgin Express en Sabena-opvolger DAT die stoelt op hogere arbeidsproductiviteit dan bij Sabena, maar wel oog heeft voor servicekwaliteit, kan je niet bedenken.
DAT-plus wordt dus steeds meer DAT plus Virgin Express, waarbij beide maatschappijen volledig integreren. Een betrokkene zei gisteren dat het duidelijk is dat hoe ingewikkelder de constructie, hoe minder waarschijnlijk de samenwerking zou zijn.
Ook dat is een bewijs dat, zeker in de eerste fase, sprake zal zijn van de uitbouw van een Europese, regionale luchtvaartmaatschappij vanuit Brussel. De langeafstandsvluchten die eerder aangekondigd werden voor DAT-plus -- 17 bestemmingen in Afrika en twee in de VS -- lijken steeds onwaarschijnlijker.
Dat is slecht nieuws voor de ex-Sabena-werknemers die erop gerekend hadden bij DAT-plus aan de slag te kunnen. Anderzijds achten analisten een constructie waarin Virgin Express en DAT samenwerken op langere termijn meer leefbaar dan een DAT-plus dat zelfstandig poogt te overleven. Daarvoor is ook het kapitaal dat de Belgische investeerders samenbrengen (200 miljoen euro) onvoldoende.
Het eerste concrete resultaat van de constructieve sfeer waarin de gesprekken plaatsvinden, is een tijdelijk codesharing-akkoord. Virgin Express en DAT delen zitjes op elkaars vluchten naar enkele bestemmingen (Londen Heathrow, Barcelona en Rome). Voorlopig blijft de concurrentie wel spelen. Ieder bepaalt zijn eigen prijs en gebruikt het eigen verkoopsnetwerk.
Het akkoord geldt tot 9 december. Tegen dan verwacht de curator de biedingen van de kandidaat-investeerders in DAT.
Zolang zal het volgens betrokkenen echter niet duren voor een fundamenteler akkoord uit de bus komt. De Belgische investeerders in DAT rekenen immers op Virgin Express om hun investering een industrieel elan te geven.