BRUSSEL -- De Raad voor mededinging heeft gisteren zijn eerste jaarverslag sinds 1995 gepresenteerd. Het gaat om het chaotische werkingsjaar 2000. Pas sinds 1 oktober vorig jaar kent de Belgische concurrentieautoriteit opnieuw een normale werking.
Béatrice Ponet, die aan de KU Leuven heeft gewerkt en later handelsrechter was in Hasselt, werd daarop voorzitter ad interim. Pas een jaar later werd ze benoemd tot voorzitter en werden de andere leden van de raad benoemd. ,,Sinds 1 oktober 2001 hebben we een raad met vier voltijdse leden en kunnen we opnieuw normaal werken'', zei Ponet, die sprak over een ,,chaotisch 2000''.
Ponet kon gisteren toch een jaarverslag over 2000 voorleggen -- dankzij vrijwilligerswerk, waardoor het rapport ,,niet perfect'' is. Ondanks de problemen nam de raad in 2000 toch 42 beslissingen tegenover slechts vijftien in 1999. In 2001 waren dat er 62. Geen enkele fusie werd geblokkeerd. In 2001 (fusie Hessenatie) en 2000 (De Beers) was er telkens één dossier waar het onderzoek naar de tweede fase gaat.
Bedrijven moeten zich melden bij de concurrentieautoriteit zodra ze door hun samengaan een omzet van meer dan 40 miljoen euro halen en ten minste een van hen in België een omzet haalt van 15 miljoen euro. ,,Die drempel ligt te laag. We krijgen daardoor aanmeldingen van bedrijven die slechts een marktaandeel van 5 procent hebben'', zegt Ponet.
Concentratiedossiers waar het marktaandeel de 25 procent niet overstijgt, worden in de eerste fase van het onderzoek automatisch goedgekeurd. Die fase duurt maximaal 45 dagen en kan verlengd worden. Is er geen beslissing, dan is het dossier goedgekeurd. De tweede fase komt er enkel als de waakhond vindt dat grondiger onderzoek nodig is. Die fase duurt zestig dagen. Ook hier geldt dat niet beslissen toestemmen is.
De raad heeft in het moeilijke jaar 2000 kunnen beletten dat dossiers stilzwijgend werden goedgekeurd door een gebrek aan tijd. Dat betekende wel dat de raad vrijwel geen tijd meer had om klachten te behandelen.
Bij de raad liggen nog tal van oude dossiers. Ponet wil niet dat nieuwe dossiers vertraging oplopen door het achterstallige werk. ,,We hanteren het lifo- principe: dossiers die het laatst binnenkomen, worden als eerste behandeld.''
De raad wachten nog enkele belangrijke uitdagingen. De Europese Commissie wil dat de nationale concurrentieautoriteiten en nationale rechtbanken een actievere rol spelen door zelf meer lokale dossiers op te volgen. En er moet ook meer samenwerking komen tussen de raad en sectoriële Belgische controle-instanties zoals de telecomwaakhond BIPT.
Europa schoof overigens enkele maanden geleden de klacht van de Unizo tegen Banksys door naar België, omdat het om een lokale materie gaat. Ponet wou gisteren geen uitspraken doen over het dossier. Ook over de programmawet voor de oliesector werd weinig meegedeeld. De raad heeft op vraag van de minister van Economische Zaken een advies geformuleerd dat ,,genuanceerd'' is, maar aangeeft dat de raad geen voorstander is van het systeem.
Over het onlangs aangekaarte probleem van de concentratie in de media, zei Ponet dat Bert De Graeve, de gedelegeerd bestuurder van de VRT, maar een klacht moet indienen. ,,Al sluiten we niet uit dat we op onze vergadering in februari concluderen dat we zelf een initiatief moeten nemen.''
De voorgenomen fusie tussen DAT en Virgin belooft een ander delicaat dossier te worden. Nu al hebben beide luchtvaartmaatschappijen een commerciële samenwerking aangekondigd. ,,Ze hebben bij ons nog niets aangemeld, maar ik vind het wenselijk dat ze nagaan of die commerciële samenwerking al niet gemeld moet worden'', zei Ponet.