GAZA-STAD - Israëlische gevechtshelikopters hebben zondag twee raketten afgevuurd op een huis in een dichtbewoonde wijk van Gaza-Stad.
Volgens Palestijnse verantwoordelijken was het huis op het moment van de aanval verlaten. Twee voorbijgangers werden met lichte verwondingen in het ziekenhuis opgenomen, twee andere gewonden konden ter plekke worden behandeld. Een van de raketten kwam niet tot ontploffing, de andere veroorzaakte een enorme brand in het huis in de wijk Zeitoun, die vorige week ook al helikopteraanvallen te verduren kreeg. Omringende huizen raakten beschadigd. Bewoners van het huis naast het vernielde pand lieten hun kinderen vanaf de tweede verdieping aan de armen omlaag zakken om ze te laten opvangen door hulpverleners.

De Israëlische aanval was gericht tegen een Palestijnse extremist die niet in het huis aanwezig was. Zijn naam is niet bekend.

In het noorden van de Gazastrook zijn Israëlische troepen die sinds vorige maand aan een operatie bezig zijn om raketaanvallen op Israël te stoppen, zondag Beit Hanoun binnengetrokken. Helikopters dekten de troepen met machinegeweervuur. Daarbij werd een Palestijn in de borst geraakt. Hoewel de man zwaargewond raakte, liet het leger geen ambulance toe om hem naar het ziekenhuis te brengen, zeiden ooggetuigen.

De Israëlische troepen soldaten namen de hoogste gebouwen in en plaatsten scherpschutters op het dak. Gepantserde bulldozers veegden de wegen tussen het centrum en het omringende platteland schoon. De uitbreiding van de operatie betekent dat het grootste deel van Beit Hanoun nu door het leger is overgenomen.

Onrust

De Palestijnse nationale veiligheidsraad kwam zondag in Ramallah op de Westelijke Jordaanoever bijeen om de onrust te bespreken die sinds een week onder de Palestijnen in de Gazastrook aan de gang is en zich uitbreidt naar de Westoever. Zaterdag staken radicale Palestijnen ten zuiden van Gaza-stad een leegstaand politiebureau in brand. Gegevensbestanden, computers en communicatieapparatuur gingen verloren, maar er vielen geen gewonden. Ook het op de bovenste verdieping gevestigde gemeentehuis, dat kortgeleden met geld van de Deense regering is opgeknapt, liep schade op.

Burgemeester Ahmed Abu Zaid, die zondag de schade in ogenschouw kwam nemen, zei dat de aanval kennelijk bedoeld was om ,,wetteloosheid en terreur onder de mensen te verspreiden''. Het toont aan hoe nodig het is om maatregelen te treffen die de mensen weer het gevoel geven dat er wet en orde heersen, zei hij. ,,De politie kan niet eens zijn eigen gebouw beschermen. Wie beschermt ons?'', zei een boze buurtbewoner die naast de burgemeester stond.

De plaatselijke leider van de Fatah-beweging van Yasser Arafat noemde de aanval een ,,schandelijke daad'' en zei Arafat te zullen oproepen wet en orde te herstellen en te zorgen dat ,,goede leiders en goede commandanten'' hun plicht doen.

Arafat verscheen zaterdag voor het eerst sinds enige tijd weer in het openbaar. Hij ontkende dat er van een crisissituatie sprake is of dat er politieke problemen zijn. Hij zei dat het Palestijnse parlement bepaalde kabinetswijzigingen heeft aanbevolen en dat hij daar toestemming voor heeft gegeven. Ook premier Ahmed Qureia kan rekenen op zijn volledige medewerking, zei Arafat. Qureia bood vorige week zijn ontslag omdat Arafat het gezag over de veiligheidsdiensten niet wilde afstaan. Arafat weigerde de ontslagaanvraag te aanvaarden en beloofde de premier meer steun te geven, maar daarmee werd de crisis niet bezworen.

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in