Er zaten nog maar een honderdtal toeschouwers in het Estadio José Alvalade toen Stijn Stijnen voor het eerst het veld opkwam. Hij was zowaar de eerste Rode Duivel die uit de kleedkamer op het veld verscheen. Karel Geraerts, zijn kamergenoot, vergezelde hem. Het waren de enige twee die op dat moment op het veld stonden. De 25-jarige doelman kreeg allerlei verwensingen naar het hoofd, maar bleef er koel onder. Hij ging bij de afronding van zijn opwarming zelfs de paar honderd aanwezige Belgische fans groeten.

Bij de naamafroeping door de stadionspeaker ging de decibelmeter uiteraard het felst de hoogte in bij de eerste naam die werd afgeroepen: Stin Stinen. Bij de Defour, die met nummer 25 als laatste in de rij kwam, was er al niks meer te horen.

Cristiano Ronaldo leek er alvast niet te zwaar aan te tillen. Hij bleef sportief en schudde Stijnen net als de andere tien Rode Duivels de hand. De eerste twee overtredingen van de Rode Duivels waren niet op Cristiano Ronaldo maar op Quaresma, dat andere woelwater op de flank.

Stijnen raakte zijn eerste bal na vijf minuten. Een intrap na een schot over doel van Quaresma. Pas bij zijn volgende balcontact - het wegwerken van een terugspeelbal - kreeg Stijnen zijn eerste fluitconcert. Dat zou voor de rest van de wedstrijd zo zijn. Maar de Club-doelman liet er zich niet door van de wijs brengen. Zonder die heisa vooraf had hij er ook wel een mandje binnengekregen. Opmerkelijk: Stijnen en Ronaldo maakten na de wedstrijd zowaar een praatje met elkaar en trokken een streep onder de heisa van de afgelopen week.