Coene vertelde vrijdag met veel flair dat hij het dossier KB Italië bij zijn benoeming in 2004 erfde van substituut Keppens, die naar het parket-generaal was overgeheveld.
Leeg kantoor
'Ik stelde vast dat de zaak, net als heel wat dossiers van kasgeldfraude, in de kasten staken in een kantoor dat leeg stond. Er was jaren niet echt meer aan gewerkt. Het dossier KB Italië was zeker geen prioriteit voor mij. Het dateerde immers al van de periode 1988-1990 en er was bovendien een akkoord gesloten tussen Kredietbank en toenmalig minister Maystadt voor ontduiking van beurstaks.'
'Pas toen er een nieuwe klacht kwam van een bedrijf dat van de FBB-fraude had geprofiteerd - die klacht werd overigens nietig verklaard - zag ik kans de zaak nieuw leven in te blazen', aldus Coene.
'Het was april 2005 en ik wilde de bedrijven die de FBB hadden gebruikt vervolgen voor ontduiking van vennootschapsbelasting. Maar Financiën zou dan wel een aanvullende klacht moeten indienen.'
Coene maakte daarop een afspraak met iemand van de FBB-cel bij Financiën. 'Toen ik op de afspraak verscheen, droop de dame in kwestie al wenend af. Ze had net ruzie gekregen met haar overste. Ik bleef over in een zaal met 20 ambtenaren en de overste. Die laatste stak een enorme scheldtirade af. Hij wist niets over een onderzoek en wilde er ook niets van weten. Toen hij uitgeraasd was, vroeg ik hem om de aanvullende klacht. Hij zou meewerken.'
Contactpersoon overgeplaatst
Volgens de magistraat bleef het toen maanden stil en kwam er ook na herhaaldelijk aandringen geen klacht. 'Pas in maart 2006 kwam er antwoord - een van de opgegeven redenen was dat de inkt van de kopieermachine op was - en werd een contactpersoon aangeduid. Toen ik die wat later contacteerde bleek de man overgeplaatst.'
'Twee nieuwe contactpersonen werden toegewezen, maar vielen uit de lucht toen ik hen het verhaal vertelde. Ze beloofden de zaak in orde te maken, maar bleken later ook overgeplaatst. Ik kreeg opnieuw een contactpersoon, maar die wilde de officiële toestemming van de overste om de klacht op te stellen. Die kwam er maar intussen, april 2006, was er van een klacht nog altijd geen sprake.'
Directeur?
Toen dat uiteindelijk wel het geval was, dook een ander probleem op. Financiën vond geen enkele directeur bereid om de klacht te tekenen. Toen was de maat voor Coene vol.
'Ik had de zaak 'gerecycleerd' in het belang van Financiën, zodat de overtreders toch nog gestraft zouden worden. Maar toen zij weigerden mee te werken, vertikte ik het om zelf bij de onderzoeksrechter een onderzoek te vorderen. Ik trok daarop naar de raadkamer om de verjaring van het dossier te vragen.'
Kamerlid Dirk Van der Maelen (SPA.) kwam daarop op de proppen met een brief van de toenmalige Brusselse procureur des konings Paul Degryse waarin die aan Financiën zei geen aanvullende klachten meer in te dienen, omdat hij er toch geen gevolg aan zou geven.
Maandag komt toenmalig minister van Financiën Philippe Maystadt op eigen vraag getuigen voor de onderzoekscommissie.