De Prijs voor de Democratie werd in het leven geroepen na de eerste grote kiesoverwinning van het toenmalige Vlaams Blok in 1991. Hij beloont mensen die verdraagzaamheid propageren en tegen racisme vechten. Tom Barman en een reeks andere artiesten wilden in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen in 2006 een vuist maken tegen extreemrechts. Met de 0110-concerten lokten ze 100.000 mensen naar Antwerpen, Brussel, Charleroi en Gent.
'Een boom kan je best meten als hij neerligt', citeerde Barman een hem onbekend auteur. 'Als de lelijke vieze dennenboom van extreemrechts binnen een paar jaar neerligt, hoop ik dat we met 0110 toch een beetje geholpen hebben om hem af te zagen.'
De tweede laureaat was ACV-vakbondsafgevaardigde Maria Vindevoghel, die door bagagehandelaar Flightcare op Zaventem werd ontslagen, maar voor de rechtbank gelijk kreeg. Een ABVV-collega, die hetzelfde overkwam bij koerierbedrijf DHL, nam haar prijs in ontvangst en haald uit naar de bedrijven die 'verworden zijn tot bankiers' en personeel ontslaan om hun winstcijfers de hoogte in te jagen.
Een al even rechtlijnig discours kreeg het publiek voorgeschoteld van derde laureaat BOEH (Baas Over Eigen Hoofd). Die Antwerpse actiegroep werd gelauwerd voor zijn strijd tegen het hoofddoekenverbod aan de Antwerpse stadsloketten. 'Wij blijven Antwerpen het vuur aan de schenen leggen en zullen onze acties niet staken tot we resultaat boeken', zei een woordvoerster van BOEH op het Sint-Jacobspodium. Het verbod had 'nefaste' gevolgen voor de moslima’s, heet het. 'Sommigen werden van de ene dag op de andere overgeplaatst. Anderen legden zich neer bij het verbod, maar voelden zich onheus behandeld.'