Recensie indierock
Boygenius maakt van debuut een ode aan de vriendschap
Echte vrienden helpen je de juiste woorden vinden. Wat moet dat dan geven als je vrienden twee van de beste songschrijvers van het land zijn?
Lucy Dacus, Phoebe Bridgers en Julien Baker vormen sinds 2018 een ‘supergroep’. rr
Boygenius
The Record
Op 18/8 op Pukkelpop.

In 1969 poseerden David Crosby, Stephen Stills en Graham Nash samen op een zetel, voor een vervallen huis in Hollywood. Het beeld werd de hoes van het titelloze debuutalbum van Crosby, Stills & Nash, een folkrocksupergroep die later nog het gezelschap zou krijgen van Neil Young. Het was naar die hoes dat Phoebe Bridgers, Julien Baker en Lucy Dacus vijf jaar geleden knipoogden toen ook zij in een zetel ploften voor hun eerste ep als Boygenius. Ook die band stond meteen te boek als ‘supergroep’: de drie Amerikaanse vrouwen waren de speerpunten van een nieuwe generatie songwriters met het hart op de tong en een oor voor ontroering.
Sindsdien ging vooral de ster van Bridgers fel schijnen. Haar tweede album Punisher was een van de beste van 2020 en werd genomineerd voor drie Grammy’s. Toch hing ze niet lang na de release van die plaat alweer aan de bel van Baker en Dacus, om hun project verder te zetten. ‘Bij veel supergroepen is het solowerk van de artiesten de belangrijkste reden dat de samenwerking cool is’, zei Bridgers bij het Amerikaanse radiostation NPR. ‘Maar ik denk dat wij hecht genoeg zijn om meer te zijn dan de som van de delen.’
De naam van de Google Drive-folder waarin het trio de afgelopen jaren hun kladjes uploadde, zei genoeg: ‘Dare I say it’, heette die. De songs op hun debuutalbum The record voelen ook zo: als het verslag van een groepstherapiesessie waarin drie zielsverwanten elkaar helpen zeggen wat er op hun lever ligt.
Sterke verhalen
Dat vertaalt zich al meteen in de openingssong ‘Without you without them’, een acapella gezongen manifest van de onvoorwaardelijke vriendschap. ‘I want to hear your story and be a part of it’, zingen ze elkaar daar harmonieus toe. ‘Leonard Cohen’ schetst hoe een gemiste afslag tijdens een roadtrip leidde tot een ijkpunt in hun relatie: ‘It gave us more time to embarras ourselves/ telling stories we wouldn’t tell anyone else’.
Vooral in de eerste helft van het album zijn dat sterke verhalen. ‘20 dollars’, een song uit de koker van Baker, gaat over je boel willen opkramen en met gierende banden vertrekken op zoek naar jezelf – Dacus en Baker onderlijnen de meest gevatte delen van haar tekst door er hun stemmen achter te gooien. In ‘Emily, I’m sorry’ beseft Bridgers dan weer net te laat dat zij het probleem is in de relatie, en in ‘True blue’ beschrijft Dacus hoe ze zichzelf vindt in de ogen van een ander. Dat zelfonderzoek komt samen in het albumhoogtepunt ‘Not strong enough’: een euforische indierocksong, waarin de 27- en 28-jarige zangeressen samen vaststellen: ‘I don’t know why I am the way I am’.
In de tweede helft van The record lijkt het trio dan maar samen op zoek te gaan naar het antwoord. Dat pakken ze haast aan zoals een rapcrew: in ‘Cool about it’ en ‘Satanist’ bespreken ze hetzelfde thema elk vanuit hun eigen perspectief. Daarbij vallen plots hun verschillen in aanpak op. Terwijl Baker beknopte, maar onthutsend eerlijke beelden schetst met vaste stem, kiest Dacus vaker voor lang uitgesponnen verhalen, en blinkt Bridgers vooral uit in teder geprevelde poëzie. Als zacht zingende, gitaarspelende songwriters worden de drie al te vaak in één mandje met sad indie girls gegooid, op The record blijkt hun eenheid in verscheidenheid des te meer.
‘Letter to an old poet’ sluit het album af met een muzikale knipoog naar ‘My & My Dog’, het beste nummer op hun debuut-ep. Maar waar het trio daar hun stemmen bundelde om ‘I wanna be emaciated’ te zingen – uitmergeling als catharsis – klinkt het nu ‘I want to be happy – I can’t feel it yet, but I’m waiting’. In het universum van Boygenius is dat niet minder dan een overwinning.