De tweede editie van de Boon Literatuurprijzen zit erop, met twee verrassende winnaars: Geert Buelens en het duo Edward van de Vendel en Anoush Elman.
Het gebeurt niet heel vaak dat een grote literaire prijs naar een non-fictieboek gaat. Geert Buelens speelt het klaar met Wat we toen al wisten, zijn boek over het gemiste momentum van het scharnierjaar 1972, toen de zorg voor onze planeet even in het brandpunt van de belangstelling stond. De Boon voor Jeugdliteratuur gaat al even verrassend naar Edward van de Vendel en Anoush Elman voor Misjka, een gevoelig verhaal over een Afghaans vluchtelingengezin en een dwergkonijn, teder geïllustreerd door Annet Schaap.
De meer dan 13.000-koppige publieksjury maakte een andere keuze. Zij bekroonde De draaischijf van Tom Lanoye en Morris van Bart Moeyaert en Sebastiaan Van Doninck. Lanoye reageerde erg aangedaan aan de microfoon bij het radioprogramma Culture Club: hij had net het overlijden vernomen van acteur Johan Leysen, met wie hij voor zijn theaterproducties vaak heeft samengewerkt. ‘Het is een bizar toeval, ik had dit boek, dat over acteurs gaat, graag op een andere manier aan hem opgedragen.’ Terwijl Van Doninck in zijn dankwoord Moeyaert bedankte voor ‘de sneeuwstorm in zijn hoofd in hartje zomer’.
Een blauwe knikker
Wat we toen al wisten was niet het enige klimaatboek dat dit jaar werd ingestuurd voor de prijs. Een terugkerend thema in die boeken was wanhoop, aldus het juryrapport. ‘Geert Buelens overstijgt die houding door een cultuurgeschiedenis te schrijven waarin hij het persoonlijke aan het wetenschappelijke koppelt, het politieke en sociale debat aan literatuur en andere kunst, en het haast vergeten klimaatbewustzijn in 1972 aan onze huidige tijd. Het resultaat is een diepgravend, onconventioneel, zeer goed geschreven, relevant non-fictieboek.’
Met Wat we toen al wisten kiest de jury voor het minst uitgesproken literaire boek op de shortlist. Buelens haalde het van Honingeter van Tülin Erkan, De draaischijf van Tom Lanoye, Zelf doen van Niña Weijers en Tekenen van het universum van Emy Koopman.
Hoe komt een dichter en hoogleraar Nederlandse letterkunde ertoe om een boek te schrijven over klimaatbewustzijn? Dat was een geval van serendipiteit: toen Buelens research deed voor een nieuwe cursus over ecologie in de literatuur, stuitte hij op hoe ontstellend veel er in die vroege jaren 70 allemaal al geweten was over de ontwrichtende invloed van de mens op het klimaat. Buelens, die met De jaren zestig. Een cultuurgeschiedenis (2018) eerder al een veelgeprezen röntgenfoto maakte van de sixties, besloot het vervolg van dat verhaal te vertellen met 1972 als focuspunt: het sleuteljaar waarin de protestbewegingen die opkwamen tegen het consumentisme en het kapitalistische establishment elkaar vonden in één strijd. De Club van Rome, gevormd door machtige lieden van de Oeso en multinationals als Fiat, Volkswagen en Olivetti, publiceerde zijn beroemde rapport Grenzen aan de groei, de VN organiseerden hun eerste milieuconferentie.

Maar wat de collectieve verbeelding misschien nog het meest triggerde, was de ‘Blue marble’-foto, genomen door een astronaut van de Apollo 17 die op weg was naar de maan: een plaatje van de aarde als een kleine, blauwe knikker in een zee van zwart, een poëtisch beeld dat de mensheid met de neus op haar eigen kwetsbaarheid drukte. Maar toen kwam de oliecrisis en verdween het klimaatbewustzijn naar de marge. We consumeerden onszelf in slaap om pas vijftig jaar later weer wakker te worden in een situatie die nog urgenter is.

Troostdier
Uniek aan de Boon is dat de prijs evenveel gewicht geeft aan kinder- en jeugdliteratuur als aan volwassenenliteratuur. Misjka is het werk van een duo: Edward van de Vendel en Anoush Elman. De jury roemde ‘de bedrieglijke eenvoud’ van hun boek: ‘Elk woord is juist gekozen. Elk beeld doet wat het moet doen. Je kan niet anders dan geraakt worden door de woorden van Edward van de Vendel en Anoush Elman en de prachtige illustraties van Annet Schaap. Een boek om te koesteren.’
Van de Vendel en Elman werkten al eerder samen. Veertien jaar geleden schreef Van de Vendel De gelukvinder, het eerste boek in de Slash-reeks van uitgeverij Querido, waarin verhalen werden verteld gebaseerd op de bijzondere levens van jongeren. De gelukvinder gaat over de vlucht van Anoush – Hamayun in het boek – en zijn familie uit Afghanistan.
In Misjka staat Roya centraal, Hamayuns jongere zusje. Ze is negen, en woont met haar drie broers en ouders eindelijk in een eigen huis, na zeven jaar rondzwerven van asielcentrum naar asielcentrum. Telkens weer naar een andere school, telkens weer afscheid nemen en nieuwe vrienden zoeken. Niet dat ze dat zo erg vindt, ze is het gewend, zegt ze zelf. Maar nu ze een thuis hebben gevonden, is dat voorgoed verleden tijd. Bij een eigen huis hoort een huisdier, vindt ze. Na rijp beraad kiest ze voor een pluizig wit dwergkonijn. Misjka wordt al snel een troostdier voor de hele familie. Voor Roya’s oudste broer Navid, die soms nood heeft aan iets zachts in zijn handen, voor haar moeder, die vaak op de bank ligt met hoofdpijn en herinneringen, voor Hamayun, en niet het minst voor Roya zelf.
Misjka maakt ook de tongen los. Algauw krijgt hij verhalen te horen over de vlucht van het gezin uit Afghanistan, iets waarover al die jaren niet werd gepraat. Ieder heeft zijn eigen versie, want iedereen heeft de tocht anders beleefd. Het is een openbaring voor Roya, want zij was toen nog een peuter en herinnert zich niets. Zo wordt het konijn een katalysator die onverwerkte emoties naar boven brengt en helpt te verwerken. Misjka brengt zachtheid en verbondenheid in het gezin. In de illustraties van Annet Schaap zie je telkens weer hoe iemand hem knuffelt. Misjka is een kinderboek over een geladen onderwerp: de emotionele ontworteling van vluchtelingen en hun moeizame zoektocht naar een nieuw bestaan, maar Van de Vendel en Elman schrijven daarover op een lichtvoetige manier en in een uitgepuurde taal. Die eenvoud maakt dat het verhaal des te krachtiger binnenkomt.
Breed spectrum
Edward van de Vendel heeft zijn sporen al ruim verdiend in de jeugdliteratuur. Hij bestrijkt een breed spectrum, van youngadultromans als het bejubelde De dagen van de bluegrassliefde en Oliver tot kinderboeken als Stem op de okapi – in 2016 bekroond met de Woutertje Pieterse Prijs. In 2004 kreeg hij diezelfde prijs voor zijn bundel kleuterpoëzie Superguppie.
Van de Vendel is een geëngageerd schrijver. Hij zet zich al jaren in om zo veel mogelijk kinderen en jongeren te bereiken met literatuur. Naast de Slash-reeks waarin De gelukvinder verscheen, startte hij ook Querido Glow op, een serie jongerenromans met lgbti-hoofdpersonen, en de reeks Tijgerlezen, boeken voor kinderen die net beginnen met lezen of niet van lezen houden.
De overige titels op de shortlist waren Morris van Bart Moeyaert en Sebastiaan Van Doninck, Mot en de metaalvissers van Sanne Rooseboom en Sophie Pluim, Patroon van Marco Kunst en Schildpad en ik van Marit Törnqvist.
De Boon, gefinancierd door de Vlaamse overheid, wil literatuur in Vlaanderen zichtbaarder maken. Beide winnaars krijgen 50.000 euro en een zilveren zegelring, gemaakt door Jero Goudsmid uit Oostende. Met dat prijzengeld plaatst de Boon zich op dezelfde hoogte als de Libris en de Boekenbon Literatuurprijs, en is hij de grootste jeugdliteratuurprijs van ons taalgebied.