Experts hebben een nieuwe nota van de actiegroepen tegen Ventilus doorgelicht, maar blijven erbij dat er geen alternatief is.
De Vlaamse regering buigt zich vrijdag over een nieuwe stap in het Ventilus-dossier. De administratie kiest dan een voorkeurtracé uit vijf geanalyseerde opties. Het is al duidelijk dat het tracé langs de E403 zal lopen en in de buurt van bewoonde zones ondergronds gaat.
Dat is opmerkelijk. Het protest tegen de Ventilus-hoogspanningslijn was tot nu toe gefocust op vermeende gezondheidseffecten wegens de straling van de hoogspanning. Ventilus ondergronds brengen, verhelpt wel de visuele hinder, maar niet die straling. Integendeel, een ondergrondse kabel genereert een straling die een veelvoud bedraagt van een bovengrondse, waarschuwen experts.
De Vlaamse regering stelt voor dat mensen die minder dan 100 meter naast de hoogspanning zouden wonen hun woning of bedrijf vrijwillig kunnen verkopen aan netbeheerder Elia. Vandaag bedraagt die perimeter maar 35 meter. Een afstand van 100 meter hanteren, volstaat om een te hoge blootstelling aan straling te vermijden, maar kost uiteraard meer geld. 650 woningen zouden binnen de perimeter vallen, waarvan een kleine 200 extra door de aanleg van Ventilus. De andere woningen lagen al in de buurt van een hoogspanningslijn.
Geen black-out
Ventilus blijft animositeit veroorzaken in de Vlaamse regering. Minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) hamert erop dat de beslissing genomen is om Ventilus bovengronds en in wisselstroom aan te leggen. ‘Het heeft geen zin om in dit dossier aan politiek of wat dan ook te doen’, zegt ze. ‘Als we die energie van de zee willen halen, als we die black-out willen vermijden, moet dat gewoon gebeuren.’ Ook viceminister-president Bart Somers (Open VLD) wees er al vroeg op dat Ventilus bovengronds en in wisselstroom de enige mogelijke optie is. Maar CD&V, en dan vooral de CD&V-burgemeesters van de gemeenten waar Ventilus over zou lopen, blijft twijfel zaaien.
Een lid van de actiegroepen tegen Ventilus publiceerde onlangs een nieuw rapport dat moest bewijzen dat de hoogspanningslijn toch ondergronds en in gelijkstroom zou kunnen. Bart Dochy (CD&V), Vlaams Parlementslid en burgemeester van Ledegem, greep het aan om te pleiten voor ‘voortschrijdend inzicht’.
Maar een doorlichting van het rapport door professor Dirk Van Hertem (KU Leuven) en onderzoeker Joannes Laveyne (UGent), in opdracht van de administratie Omgeving, komt tot een heel ander besluit. Volgens hen houden de actiegroepen te weinig rekening met de context en bevat hun nota verkeerde interpretaties. ‘De specifieke problematiek relevant voor het Ventilus-voorstel wordt niet opgelost met technologie die vandaag beschikbaar is’, schrijven de experts. ‘Er zijn geen producten op de markt die aan de vereisten voldoen, zeker niet binnen het tijdsbestek van Ventilus. Dat werd afgetoetst bij de leveranciers van HVDC-technologie (gelijkstroomtechnologie, red.).’
Vertraging
De Vlaamse regering is rond Ventilus in een soort koude oorlog beland. Vorig jaar kwam ze al tot het besluit dat bovengronds, met 8 tot 12 kilometer onder de grond als uitzondering, en in wisselstroom de enige oplossing is. Tegelijk weigeren lokale CD&V’ers die beslissing te verdedigen, en blijven ze ervan uitgaan dat Ventilus door allerlei juridische procedures vertraging oploopt, waarna de nieuwe technologie van Ventilus ondergronds in gelijkstroom toch mogelijk zou worden. Dat kan lang duren. Die nieuwe technologie zou volgens Ventilus-intendant Guy Vloebergh pas ‘in het decennium na 2030’ beschikbaar zijn en alleen een ‘aanvullende oplossing’ voor Ventilus bieden.
Het valt op hoe CD&V de keuze voor een voorkeurtracé minimaliseert. Volgens de partij gaat het alleen om een mededeling van de Vlaamse regering met een stand van zaken. Dat klopt maar het neemt niet weg dat een mededeling van de Vlaamse regering over een andere conceptnota – die rond stikstof – nog maar recent de diepste crisis ooit in de Vlaamse regering heeft veroorzaakt.
Voor de zomer komt het Ventilus-dossier waarschijnlijk terug bij de Vlaamse regering, wanneer een besluit rond de voorlopige vaststelling van het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan moet worden goedgekeurd. Midden mei volgt een plenaire vergadering met alle adviesverleners, ook de gemeenten. Dit najaar volgt dan een openbaar onderzoek.