De zeilboot Raindancer heeft een aanvaring met een walvis in de Stille Oceaan niet overleefd. De bemanning gelukkig wel: na tien uur dobberen in een reddingsboot werd de crew opgepikt door een ander schip. Dat meldt The Washington Post.
Het lijkt wel recht uit Moby Dick geplukt. Maar voor Rick Rodriguez en zijn bemanning was het realiteit. Begin maart vertrok de zeilboot Raindancer op de Galapagoseilanden richting Frans-Polynesië. Wat een avontuur van drie weken moest worden, werd een ervaring op leven en dood. Na dertien dagen werd de crew opgeschrikt door een verschrikkelijke klap. ‘De achterkant van de boot schoot met geweld omhoog.’ Meteen daarna ging het alarm af, wat betekende dat de bodem van de boot volliep met water.
Alana Litz merkte als eerste de Brydevinvis in het water op. ‘Ik zag een gigantische walvis aan de bakboordzijde met zijn vin boven water. Hij was zo lang als onze zeilboot.’ Bianca Brateanu, die aan het koken was op het moment van de klap, rende na de botsing naar het dek en zag de rugvin van een walvis aan stuurboordzijde. Het doet de bemanning vermoeden dat er zeker twee walvissen aanwezig waren.
Meteen daarna zond Rodriguez een noodsignaal uit en trok hij zijn duikersuitrusting aan om de schade aan de boot op te meten. Herstellingen bleken niet meer mogelijk. Ondertussen verzamelden de anderen het nodige veiligheidsmateriaal en eten, en vulden ze waterflessen en theepotten. ‘Er was geen emotie’, vertelt Rodriguez aan The Washington Post. ‘We dachten allemaal hetzelfde: ik kan niet geloven dat dit aan het gebeuren is. Maar dat weerhield ons er niet van te doen wat nodig was om het schip te verlaten.’
Op vijftien minuten tijd was de boot gezonken. Gelukkig slaagde de bemanning erin om te ontsnappen in een reddingsboot. Daarin zouden ze tien uur dobberen vooraleer ze zo’n veertien kilometer verder werden opgepikt door een schip.
1.200 aanvaringen
De gelijkenis met Moby Dick is niet zo vergezocht. Het boek van Herman Melville was namelijk geïnspireerd op een gelijkaardig incident in dezelfde regio. Het schip Essex vertrok in 1820 op de Galapagoseilanden in westelijke richting – net als de Raindancer 200 jaar later – toen het werd geramd door een potvis. De crew van Essex kreeg het vervolgens wel iets harder te verduren. De bemanning moest het eerst drie maanden op zee uitzitten – waarbij kannibalisme nodig was om te overleven – alvorens ze werd gered.
Sinds 2007 zijn er wereldwijd al 1.200 aanvaringen tussen walvissen en boten gemeld. Dat zegt Kate Wilson, woordvoerster van de International Whaling Commission, aan The Washington Post. Maar incidenten met grote schade zijn zeldzaam.