Toen het lichaam van Amarkhel geïdentificeerd moest worden, viel die taak toe aan haar negen familieleden in Rotterdam: een zus, een broer en zeven nichtjes. Zij vertellen over Torpekai als een sterke vrouw die geloofde in de journalistiek als emancipatiemiddel voor de vrouwen in haar land.
Vóór de machtsovername door de taliban in 2021, werkte Amarkhel voor de nationale Afghaanse Radio en Televisie en was ze woordvoerder van de Bijstandsmissie van de Verenigde Naties in Afghanistan (Unama). Ze vond dat vrouwen onafhankelijk moeten zijn, zoals zij.
Sinds hun machtsovername maakten de taliban het Amarkhel lastig om nog te werken. Ze was alleenstaand, wat betekende dat de nieuwe machthebbers haar tegen haar wil hadden kunnen uithuwelijken aan een strijder, aldus Philip Smucker, een journalist met wie ze samenwerkte.
Amarkhel was het liefst in Afghanistan gebleven. Maar de tijd begon te dringen: de taliban gingen de huizen af op zoek naar dissidenten, waarbij het geen aanbeveling was dat ze voor vrouwen opkwam en voor de VN gewerkt had. Een collega ontkwam naar Australië en ook zijzelf had daar een aanvraag lopen, maar ze kreeg maar geen respons.
Ze vluchtte naar Turkije met een bezoekersvisum. In Istanbul huurde ze een tijdje een appartement, wachtend op een kans om Italië te bereiken. Was het echt nodig dat deze oud-medewerker van de VN in de Turkse havenstad Izmir op een bootje moest stappen om Europa te bereiken? Haar Nederlandse familieleden verbazen zich erover dat de VN niets voor haar hebben betekend. Ze mocht niet mee op een van de evacuatievluchten; volgens Smucker omdat ze niet kon aantonen dat ze rechtstreeks gevaar liep onder de taliban.
Volgens de Italiaanse politiedienst Guardia di Finanza had elk van de migranten aan de mensensmokkelaars ongeveer 8.000 euro betaald. Vorig jaar bestond bijna de helft van de bootvluchtelingen naar Italië uit Afghanen, voornamelijk vrouwen en kinderen.
De broer, zus en enkele nichtjes van Amarkhel kwamen naar een gymzaal in de Zuid-Italiaanse stad Crotone om de lichamen van hun familieleden te identificeren. Ze vroegen persoonlijk aan de Italiaanse president Sergio Mattarella of hij kon regelen dat de lichamen in Afghanistan begraven konden worden. Na twee weken wachten waren ze het zat; de lichamen begonnen te stinken. Samen met andere nabestaanden blokkeerden ze enkele wegen in Crotone.
Tijdens de herdenkingsoptocht voor de omgekomen vluchtelingen droegen lokale journalisten het gekopieerde perspasje van Amarkhel met zich mee, als laatste eerbetoon.
Zus Mina is nu in Kabul om het lichaam van Torpekai op te wachten. Het moet er nog steeds aankomen. (dw)