Nu alle pensioenregelingen onder de loep genomen worden, blijkt dat de ambtenaren van de Kamer een paar mooie voordelen kregen. Alleen werden die niet via de correcte politieke kanalen beslist.
De royale pensioenbonussen voor de topambtenaren waren al bekend, nu blijkt dat ook de vastbenoemde ambtenaren een – bescheidenere – bonus kregen én dat er ook een gunstige eindeloopbaanregeling bestond, schrijft zusterkrant het Nieuwsblad.
Het komt erop neer dat het personeel vanaf 55 jaar vier vijfde kon gaan werken met behoud van 90 procent van de wedde. Vanaf 60 jaar kon dat halftijds voor 70 procent van het loon. En zodra ze met pensioen gingen, mochten ze rekenen op een bonus die gelijk staat aan vier maanden met de laatst verdiende brutowedde.
Wie blijft doorwerken tot aan de wettelijke pensioenleeftijd, krijgt zelfs een vergoeding van acht maanden brutowedde.
Het zijn dossiers die samen met de onwettige uittredingsvergoedingen voor de topambtenaren en de Kamervoorzitters aan het licht kwamen. Telkens bleek dat die zaken niet op het bureau van de Kamer waren gepasseerd, wat eigenlijk zou moeten.
‘Geen mooi zicht’
‘En al die dingen zijn bij mijn weten ook cumuleerbaar, wat het toch bijzonder voordelig maakt’, zegt een lid van het bureau.
Een andere bron noemt het een uitloper van de oude politieke cultuur binnen de Kamer. ‘Alles komt nu in één keer naar boven. Dat geeft geen mooi zicht, maar het geeft wel de mogelijkheid om orde op zaken te stellen.’
De zaak ging aan het rollen toen de drie topambtenaren van de Kamer in korte tijd na elkaar ontslag namen. Op dat moment werd duidelijk dat er vergoedingssystemen bestonden die amper of niet in de boeken van het parlement terug te vinden zijn.
Het is de bedoeling dat het Rekenhof een audit doet van de Kamer om te kijken waar en hoe zaken verkeerd zijn gelopen. En wie daar schuld aan heeft.