De voormalige Pakistaanse president Pervez Musharraf is na een lang ziekbed overleden op 79-jarige leeftijd. Dat melden de Pakistaanse autoriteiten en de familie van de naar Dubai uitgeweken oud-president. Hij was voor het Westen een belangrijke bondgenoot in de strijd tegen Al Qaeda.
Pervez Musharraf greep in 1999 als generaal de macht in Pakistan en regeerde van 2001 tot 2008 als president van het land. In dat laatste jaar trad hij af toen parlementariërs met een afzettingsprocedure dreigden, nadat hij de noodtoestand had afgekondigd. Musharraf week uit naar Dubai en werd in 2019 in zijn thuisland ter dood veroordeeld wegens hoogverraad. In 2020 werd die veroordeling verbroken door een hogere rechtbank omdat het proces ongrondwettelijk was. Maar de oud-leider zou nooit meer terugkeren naar zijn thuisland.
Musharraf gold als een seculiere leider die fel gekant was tegen het radicale islamisme en jihadisme. Hij werd daarmee na de aanslagen van 11 september 2001 ook een bondgenoot van de VS in de Amerikaanse strijd tegen terroristen en tegen de taliban. Hij heeft toenadering tot India gezocht. Musharraf voerde op cultureel gebied een liberaal beleid, waarbij hij veel vijanden maakte onder uiterst conservatieve moslims.
Autocraat
Toch was Musharraf voor het Westen een ongemakkelijke bondgenoot. Niet alleen omdat er voortdurend twijfels bleven over zijn medewerking tegen Al Qaeda en de taliban, maar ook vanwege zijn autocratische leiderschap.
Musharraf was al langer ziek. In 2018 werd bij hem de zeldzame stofwisselingsziekte amyloïdose vastgesteld. Volgens zijn familie werd hij sinds vorig jaar beademd. Musharraf werd op 11 augustus 1943 geboren in Delhi, toen India nog onder Brits bestuur viel. Vier jaar later werd Pakistan afgescheiden bij de onafhankelijkheid.