Voor het vierde jaar op rij heeft de Europese vliegtuigbouwer Airbus een beter parcours afgelegd dan zijn Amerikaanse concurrent Boeing. Liepen er bij Airbus vorig jaar 1.078 nieuwe ­bestellingen binnen en leverde het 661 vliegtuigen aan zijn klanten, dan strandde Boeing op 774 bestellingen en 480 afgewerkte jets.

Boeing deed het wel fors beter in 2022 dan in het jaar daarvoor, maar in de concurrentiestrijd met Airbus volstond dat dus niet. Die laatste profiteerde vooral van een piek aan bestellingen uit China. Leverden de Europeanen vorig jaar meer dan honderd vliegtuigen aan Chinese luchtvaartmaatschappijen, dan strandden de Amerikanen op het karige aantal van acht jets.

Materiaaltekorten

Dave Calhoun, de ceo van Boeing, zei eind vorig jaar al te hopen dat zijn bedrijf meer zou mogen ­leveren aan China, ‘maar dat hij met alle moeite van de wereld nog geen signalen zag die hem erop ­wezen dat het in de juiste richting aan het evolueren was’.

Toch liep het ook bij Airbus niet allemaal over rozen. Het presteerde misschien veel beter dan zijn Amerikaanse concurrent, het bleef wel onder zijn eigen voorgenomen productiedoel om vorig jaar 700 vliegtuigen af te leveren. Door ­tekorten aan materialen en onderdelen mislukte dat. (reuters)