Geweld tegen hulpverleners
‘De vraag is niet of je agressie zult meemaken, maar hoe vaak’
De afgelopen oudejaarsviering was weer een dieptepunt voor geweld tegen hulpverleners. De vakbond van de Brusselse brandweer trekt eind deze maand de straat op. ‘Iedere nacht wordt oudejaarsnacht.’
Stijn Hufschmitt: ‘Een bedreiging is niets, ik moet me al laten neersteken voor ik serieus word genomen.’ Nick Somers
Op 31 december om middernacht viel Kevin Himpens (30) 17 meter naar beneden van een balkon in Sint-Gillis. Terwijl de rest van het land elkaar in de armen viel om het einde van 2022 te vieren, snelden ambulancier Mohammed (34) en zijn collega’s naar de plaats van het ongeval. 45 minuten lang haalden ze alles uit de kast om het leven van Himpens te redden. Het mocht niet baten. Maar nog voor de ambulanciers de vrienden en familie konden inlichten, werden Mohammed en zijn collega’s bekogeld met flessen en glazen, gevolgd door vuurwerk en stenen.
‘Tja, ik schrik daar niet van,’ verzucht Stijn Hufschmitt, ‘sommige jongeren maken er een sport van om ons in de val te lokken. Ze stoken brandjes om daarna een kat-en-muisspelletje met de brandweer te spelen. Het is al zo erg geworden dat wij al maanden voor Nieuwjaar beginnen met de voorbereiding op die ene nacht.’ Hufschmitt is sinds 2008 brandweerman en ambulancier in Brussel, hij spreekt met De Standaard als vakbondsafgevaardigde voor de VSOA. Hij heeft de afgelopen jaren de houding tegenover hulpverleners zien veranderen. ‘Dat soort pesterijen zag je vroeger misschien af en toe in het centrum van de stad. Nu is het overal normaal geworden.’ Veel van Hufschmitts collega’s willen niet getuigen, uit schrik voor de reacties van buitenaf.
• Hulpverleners grootste mikpunt tijdens feestnacht
Het verhaal van Mohammed is slechts een van de vele die in de dagen na de oudejaarsviering hun weg naar de media vonden. In Gent sneuvelden drie bushokjes en werden brandweermannen met vuurwerk beschoten, in Antwerpen bleef het kalm, maar werd elke interventie begeleid door een politiepatrouille. In Brussel werden hulpverleners op verschillende plaatsen opgeroepen om vervolgens bekogeld te worden met stenen en vuurwerk tijdens het blussen.
Gele taxi
Het oudejaarsgeweld tegen hulpverleners levert heel wat krantenkoppen op, maar voor het brandweerpersoneel is geweld en intimidatie stilaan een dagelijkse realiteit. Afgelopen dinsdag nog werden twee ambulanciers het slachtoffer van verbale agressie, een politieagent kon tussenbeide komen voor het tot fysiek geweld kwam. De twee zijn tot nader order werkonbekwaam. ‘Iedere nacht wordt oudejaarsnacht’, zegt Hufschmitt. ‘De vraag aan het begin van een shift is niet meer of je agressie zult meemaken die dag, maar hoe vaak.’
De kazerne van de brandweer van Jette. ‘Vroeger zag je pesterijen af en toe in het centrum van de stad. Nu is het overal normaal geworden.’
Hufschmitt werd al achtervolgd tot aan de spoeddienst door een ontevreden familielid van een zieke, zijn familie werd met de dood bedreigd en hij kreeg al eens een mes op de keel gezet. Bij dat laatste incident stapte hij naar de politie, de zaak werd geseponeerd. Maar wanneer we hem spreken, lijken het de kleine dingen die soms het zwaarst wegen: ‘Mensen die je de pas afsnijden als je op weg bent voor een noodgeval, of die auto die er toch tussen probeert te glippen als we door het rood moeten rijden, voortdurend beledigd worden ... dat stapelt op.’
‘Sommige jongeren maken er een sport van om ons in de val te lokken. Ze stoken brandjes om daarna een kat-en-muisspelletje met de brandweer te spelen’ Stijn Hufschmitt Brussels brandweerman-ambulancier
‘Ik begrijp dat je je onvrede wilt uiten, maar ga dan in de Wetstraat betogen en laat de hulpverleners met rust. Sommigen zien ons als vertegenwoordigers van de staat. Op wie ze hun, soms gerechtvaardigde, ongenoegen kunnen botvieren. Nog anderen willen zich boven ons stellen: “Ik heb je gebeld en nu ga jij naar mijn pijpen dansen, breng me maar met een gele taxi naar de spoeddienst.”’
De situatie is pijnlijk, zeker vlak na twee jaar coronacrisis, toen de ambulances in de frontlinie stonden, zegt Hufschmitt.
Lessen uit het leger
Een manier waarop de brandweer aan het geweld tegemoet wil komen, is door bijkomende trainingen aan te bieden. David Moortgat, brandweerman uit Vlaams-Brabant, begon in 2019 zulke opleidingen te geven. Kort ervoor had een groep voetbalhooligans zich tegen een ziekenwagen in Buizingen gekeerd. De First responder anti-aggression training (Frat) werd door hem en collega’s ontwikkeld op basis van politionele en defensietechnieken die ze hadden opgedaan als reservisten in het leger.
Nick Somers
‘Wij tonen mensen hoe hun eigen houding soms geweld kan doen escaleren’, zegt Moortgat. ‘Maar belangrijkste is leren hoe men zichzelf in veiligheid kan brengen, en dat is niet vanzelfsprekend.’ Het gaat in tegen de instincten van hulpverleners. Terwijl iedereen van de brand wegloopt, lopen zij ernaartoe. ‘Maar we moeten leren een lijn te trekken. De tijden zijn veranderd. Mensen zien ons niet meer altijd graag komen. Sommige problemen zijn voor de politie, niet voor ons. Als we ons werk niet veilig kunnen doen, dan stopt het.’
Een andere optie is meer beveiliging. Bevoegd Brussels staatssecretaris Pascal Smet (One.brussels) zegt een actieplan voor de brandweer klaar te hebben waarin sprake is van camera’s op de voertuigen en bodycams voor hulpverleners. In Antwerpen en Brussel wordt steeds vaker een beroep gedaan op politiebegeleiding bij een interventie. Hufschmitt is geen voorstander, ‘want waar eindigt dat? Nu al rijden we rond met versterkte ramen, voor als er een steen wordt gegooid. Of laten we onze brandbijl thuis, uit schrik dat die zou provoceren.’
Tikfouten
Hufschmitt ziet meer heil in een betere opvolging van klachten. ‘Elke keer dat we uitrijden, moeten we achteraf een rapport opstellen waarin we ook kunnen aangeven of we het slachtoffer zijn geweest van agressie. Maar ik heb nog nooit meegemaakt dat je daar achteraf nog iets van hoort. Tenzij je een tikfout hebt gemaakt, dan weten ze je te vinden.’ David Moortgat bevestigt dat deels: ‘In Brussel vallen ambulanciers en brandweer onder één noemer. Als je als ambulancier uitrijdt, komen je meldingen automatisch bij Volksgezondheid terecht, niet bij de brandweerzone. Een ambulancier die agressie wil aankaarten, moet zelf naar de politie stappen. Maar dat is vaak een administratieve rompslomp.’
• Helft meer meldingen van geweld tegen medisch personeel
Het gebrek aan weerklank van hogerop leidt tot wanhoop. ‘Alsof er eerst een dode moet vallen voor er echt wordt ingegrepen’, verzucht Moortgat.
Dat gevoel echoot Hufschmitt: ‘Een bedreiging met een mes is niets, ik moet me al laten neersteken voor ik serieus word genomen.Nu lijkt het alsof ze van bovenaf meer bezig zijn met ons te controleren dan ons te steunen. Kom gewoon eens een paar dagen mee volgen. Je zult wel zien wat wij moeten meemaken.’