2023 wordt bijzonder voor Veerle Baetens
‘Ik ben soms een beetje overmoedig’
Actrice Veerle Baetens brengt in 2023 haar regiedebuut Het smelt in de zalen. In januari beleeft de film zijn wereldpremière op het Amerikaanse filmfestival Sundance. ‘Ik blijf altijd nuchter, ook nu.’
‘Ik heb er lang en hard aan gewerkt. Eindelijk kan ik zeggen: ik vind de film goed.’ Sebastian Steveniers
Wie is Veerle Baetens?
- Zangeres, actrice en regisseur.
- Geboren in 1978.
- Brak door in 2007 in de telenovela Sara.
- Reeg daarna de hoofdrollen aaneen, in series als Code 37, Tabula rasa en Cheyenne et Lola en films als Duelles en D’Ardennen.
- Werd in 2013 bekroond tot beste actrice op de European Film Awards voor The broken circle breakdown.
- Brengt in 2023 Het smelt uit, haar regiedebuut.
Veerle Baetens glundert. Bijna zeven jaar geleden – op de dag van de aanslagen in Brussel – kreeg de actrice de vraag of ze de roman Het smelt van Lize Spit wilde verfilmen. Die bestseller moest ze toen nog lezen. Intussen is de film klaar, het is haar debuut als regisseur. ‘Ik heb er lang en hard aan gewerkt’, vertelt Baetens aan de vooravond van kerst in een Antwerps koffiehuis. ‘Eindelijk kan ik zeggen: ik vind hem goed.’
Voor de Belgische film was 2022 een topjaar. In mei maakte ons land met drie films kans op de Gouden Palm in Cannes – ongezien. Afgelopen najaar waren het Belgische films die de zalen lieten volstromen. Robin Pront voerde met Zillion het feestje aan. Ook Close werd een succes, dat Lukas Dhont in 2023 hoopt te kunnen verzilveren. Zijn film staat op de shortlist voor de Oscars.
Ook voor Baetens worden de komende weken spannend. Het smelt komt bij ons pas in het najaar in de zalen, maar beleeft al in de tweede helft van januari zijn wereldpremière op het filmfestival Sundance. Al meer dan veertig jaar geldt dat als het mekka van de onafhankelijke film. Niet de centen, maar de verhalen die verteld worden, staan daar op de eerste plaats. When it melts, zoals de film er zal heten, is deel van de hoofdcompetitie voor niet-Amerikaanse films. In 2016 was Belgica van Felix van Groeningen ook in die selectie te zien.
‘Ik hoopte er natuurlijk op, maar ik ben niet snel geneigd om dat uit te spreken. Na een auditie zal ik dat ook nooit doen. Ik mag dat niet jinxen, denk ik dan. Draait het toch goed uit, dan is de verrassing des te leuker. Ik blijf altijd nuchter, ook nu. Misschien vinden de mensen Het smelt straks maar niks, dat kan.’
‘Ik heb de film nog niet gezien, ik kan er dus niets over zeggen. De komende periode heb ik daar eindelijk de tijd voor. Ik vind het natuurlijk fijn voor de makers. Eindelijk kan de Vlaamse film opnieuw ademen na de covidperiode. Ik hoop dat ik nog kan meesurfen op die golf. Maar het parcours van mijn film zal sowieso anders zijn. Doordat hij op Sundance speelt, is het filmfestival van Cannes geen optie. Je kunt niet voor beide geselecteerd zijn. Berlijn kon nog wel, maar van die selectie maken we geen deel uit. In Cannes had ik met een debuutfilm ook nooit in de hoofdcompetitie gezeten, wat nu wel het geval is op Sundance. Sorry, maar dan ben ik daar blijer mee.’
‘Ik was bang dat mensen niet in mij zouden geloven, dat ze zich zouden afvragen of ik zoiets wel kon. Maar toen we Het smelt begonnen te draaien, kon iedereen zien dat ik het meende’
‘Dat vind ik wel tof. Er hangt een heel andere sfeer, het is veel alternatiever. Daar zie je niet alleen zeemeerminjurken.’ (lacht)
‘Een film moet tijd krijgen om te rijpen. Over het schrijven is vijf jaar gegaan. We hebben ook lang gemonteerd. Na negen maanden waren Thomas (Pooters, de monteur, red.) en ik er nog altijd niet aan uit hoe het einde eruit moest zien. We hebben dan de hulp ingeroepen van de kleine kring van mensen die ook mee op de set stonden of betrokken waren bij het schrijfproces, zoals Lize (Spit, red.). Ik luister altijd naar andere mensen. Dat vind ik belangrijk. Iedereen heeft iets bij te dragen. Je moet er natuurlijk wel in filteren om keuzes te kunnen maken.’
‘Dat is zo. Eerst hebben we de film gemonteerd zoals hij geschreven was, dat gebeurt altijd zo. Dat werkte voor geen meter. Wat een draak! Maar ook dat zou bijna altijd het geval zijn. Blijkbaar heeft Martin Scorsese ooit gezegd: als je je film zo monteert zoals je hem hebt geschreven en je bent tevreden, dan is er iets mis.’ (lacht)
‘Nooit in die mate, eerder bij kleine dingen. Ik heb bijvoorbeeld samen met Douglas Boswell clips gemaakt voor Dallas (de groep waarmee ze optrad, red.). Vier jaar geleden was ik ook een maand in Londen. Daar heb ik aan de London Film Academy een korte opleiding gevolgd en een filmpje gemonteerd. Ook toen ik in Toulouse studeerde, heb ik zulke dingen gedaan. Dat is wel meer dan twintig jaar geleden.’
‘Voor ik het ingangsexamen gedaan heb aan het conservatorium, ben ik ook bij filmschool het Ritcs gaan kijken. Die stond vermeld in het boekje dat we op school hadden gekregen. Maar dan bleek ik geslaagd voor het conservatorium, wat als een overwinning aanvoelde. Ik heb die kans gegrepen. Daar heb ik geen spijt van. Ik denk dat het redelijk uitzonderlijk is voor een beginnende filmmaker om al zoveel ervaring te hebben op een set, om ook te weten wat spelen is. Dat veel regisseurs dat niet weten, vind ik soms een gebrek.’
Sebastian Steveniers
‘Je wordt als acteur steeds beoordeeld door de ogen van iemand anders. Tijdens audities, op de set, in de bioscoop: altijd vindt iedereen iets van jou. Je bent voortdurend kwetsbaar. Als regisseur voel ik dat goed aan. Een acteur moet zich geborgen en veilig voelen om te kunnen presteren.’
‘Ik denk dat ik in se een maker ben. Talenten vinden en samenbrengen, dat spreekt mij aan. Ik ben geen alleenspeler. Dat vind ik leuk aan film, het is iets wat je samen doet. Als speler ben je ook een maker, maar je wordt niet altijd zo gezien. Soms is dat vermoeiend, hoe je moet vechten voor je plaats daarin. Na twintig jaar wilde ik zelf aan de wieg van iets staan en vertellen wat ik wilde vertellen. Je geeft veel uit handen als acteur, en ik ben best een controlefreak.’
‘De angst dat mensen niet in mij zouden geloven, dat ze zich zouden afvragen of ik zoiets wel kon. Uiteindelijk was ik zo gefocust dat het me niets kon schelen. Zeker toen we begonnen te draaien. Toen kon iedereen zien dat ik het meende.’
‘Het is in zekere zin een vergiftigd geschenk. De film vertrekt ook nog eens van een boek dat een bestseller was en overal de hemel in is geprezen. Een verfilming is sowieso de loser van de twee. De film is altijd slechter dan het boek, zo gaat toch de regel. (lacht) Ik ben soms een beetje overmoedig.’
‘Dat niet, maar het zou anders nog veel langer geduurd hebben. Nu is het me in de schoot geworpen, ik heb er niet voor moeten vechten. Ik kom Dirk al heel mijn carrière tegen. Hij is diegene die me voor de tv-reeks Code 37 heeft voorgesteld, wat een mooie switch was na Sara (de telenovela die haar doorbrak betekende, red.). Ook voor The broken circle breakdown was hij het die Felix (van Groeningen, red.) heeft aangeraden om mij op auditie te laten komen. Ik had dus wel vertrouwen in de kwaliteit toen hij met de roman kwam.’
‘Nee, Het smelt is echt mijn project geworden. Ik heb het helemaal van mezelf gemaakt. Als het boek me niet had aangesproken, dan had ik het nooit gedaan. Maar ik vond er mezelf in terug. De psychologie achter Eva, de jonge vrouw die gezien wil worden en gewild wil zijn, vond ik aandoenlijk. Ze wordt verteerd door dingen waarmee ze niet naar buiten kan komen.’
‘Ik heb die regie als acteur echt nodig. Ik zie het zelf wanneer ik goede regie heb gehad en wanneer niet. Als ik dan mezelf zou regisseren, zou dat de doodsteek zijn voor mijn spel.’
‘Nee, ik zal altijd blijven acteren. Het vergt enorm veel tijd om een film te maken. Dat kun je je financieel niet zomaar permitteren, tenzij je pub (o.a. reclame, red.) doet. Maar ik wil alleen films maken waar ik zelf achter sta. Ik moet dus blijven acteren, en vooral: ik wíl dat blijven doen. (pauzeert) Ik weet wel al wat mijn volgende project zal zijn. Alleen heb ik nog geen producent.’
‘He’s bad. Eén ster!’ (lacht)
‘Dat vind ik een moeilijke. Want als ik voel dat mensen mij niet goed vinden, zou ik niet weten waarom ik ermee zou doorgaan. Ik ben een pleaser.’
‘Goh, ik heb al zoveel gekregen. Dat klinkt melig, ik weet het. (denkt na) Dat ik ervan kan genieten en dat ik even tot rust kan komen. Ik wil wat afstand tot de film kunnen nemen, dat heb ik wel nodig. Hij is niet meer van mij nu, eindelijk vliegt hij de wereld in.’