voeding
Israëlische kolonisten kunnen ijs van Ben & Jerry’s blijven kopen
De rechtszaak tussen het ethische ijsmerk Ben & Jerry’s en zijn moederbedrijf Unilever, over de verkoop van ijs op de Westelijke Jordaanoever, is van de baan. Het ziet er naar uit dat Ben & Jerry’s aan het kortste eind trekt. Israëlische kolonisten mogen het ijs blijven eten.
Productie van ijscups van het Amerikaanse merk Ben & Jerry’s in het Israëlische Beër Tuvia. reuters
Heeft Ben & Jerry’s finaal moeten buigen tegenover Unilever? Zo ziet het er toch naar uit. Met een ultrakort persbericht van welgeteld één zin op de site van voedingsgigant Unilever lijkt het conflict beslecht: ‘Unilever is verheugd te kunnen aankondigen dat het geschil met het onafhankelijke bestuur van Ben & Jerry’s is opgelost.’
Geen van beide partijen wou extra commentaar geven over hoe die oplossing er concreet uitziet. Vast staat wel dat de Israëlische kolonisten op de Westelijke Jordaanoever in hun lokale supermarkt nog steeds het biologische ijs met de speciale smaken van Ben & Jerry’s kunnen blijven kopen. Net wat de onafhankelijke raad van bestuur van Ben & Jerry’s had trachten te verhinderen.
Ben & Jerry’s wou van bij de oprichting in 1978 anders zijn dan andere bedrijven. Ethische principes werden bij de ijsmaker uit de Amerikaanse staat Vermont hoog in het vaandel gehouden. Zo gaf het een deel van de winst aan goede doelen, stond het erop dat werknemers correct behandeld werden en trok het bedrijf van het begin de milieukaart. Lang voor het een grote hype werd, maakten ze bij Ben & Jerry’s al ijs van biologische melk.
Eigen koers
In 2000 oordeelden de oprichters Ben Cohen en Jerry Greenfield dat het bedrijf nood had aan een grotere partner om verder te kunnen groeien, maar tegelijk met de vrijheid om zo veel mogelijk een eigen ethische koers te varen. Die partner werd in de Brits-Nederlandse voedingsmultinational Unilever gevonden. Unilever is onder andere ook de producent van de populaire ijsmerken Magnum en Ola.
Met een ultrakort persbericht, van welgeteld één zin, lijkt het conflict met moederbedrijf Unilever beslecht
Unilever, dat zichzelf ook als een duurzame pionier beschouwt, had er geen problemen mee dat Ben & Jerry’s met een aparte raad van bestuur zijn eigen ethische lijn zou uitstippelen. Ben Cohen, een grote fan van voormalig presidentskandidaat Bernie Sanders uit Vermont, bleef in die raad zetelen.
Gevolg: het bedrijf sprak zich veel harder dan moeder Unilever uit over politieke kwesties zoals Black Lives Matters, de opvang van vluchtelingen in Zweden, gelijke huwelijksrechten voor lgtbi’ers in Australië, en olieboringen in de poolgebieden.
• ‘Kan een bedrijf het zich veroorloven om niet geliefd te zijn?’
Een heikel punt was Israël, waar Ben & Jerry’s ook ijs via een onderaannemer produceert. Onder meer door druk van organisaties zoals Vermonters for Justice in Palestine begon de onafhankelijke raad van bestuur bij Ben & Jerry’s zich er steeds ongemakkelijker te voelen dat hun ijs in de bezette Palestijnse gebieden ook verkrijgbaar was voor Joodse kolonisten. De raad beschouwt de bezetting van de Palestijnse gebieden als illegaal en besloot om alle verkoop van haar ijs in de bezette gebieden en het contract met haar Israëlische onderaannemer stop te zetten.
Voor Unilever, dat Ben & Jerry’s tot dan zijn eigen koers had laten varen, ging die ban te ver. Unilever zelf kwam door de beslissing van Ben & Jerry’s onder druk te staan van de Joods-Israëlische lobby, die vond dat Unilever moest ingrijpen.
Unilever kwam uiteindelijk op de proppen met een tussenoplossing: Unilever (of Ben & Jerry’s) zouden het ijs in Israël niet langer zelf verkopen. De voormalige licentienemer, Avi Zinger, kocht de rechten volledig over. Hij mag het ijs wel alleen onder de Hebreeuwse en Arabische naam verkopen.
Ben & Jerry’s was verbolgen over die aanpak en spande afgelopen zomer een rechtszaak aan tegen Unilever. De bestuurders beschuldigden er het moederbedrijf van de merknaam te misbruiken en eisten dat de verkoop in de bezette gebieden zou stoppen.
In augustus van dit jaar oordeelde een rechter al dat Unilever de naam van Ben & Jerry’s niet misbruikt had. Volgens Unilever had de raad van bestuur van Ben & Jerry’s ook niet de macht om dergelijke beslissingen te nemen.
• Alweer verliest Nederland een van zijn kroonjuwelen
Schadevergoeding?
Hoe de zaak nu juridisch is beslecht, weten we niet. Beide partijen geven geen commentaar. Kwamen de bestuurders van Ben & Jerry’s tot het besluit dat ze juridisch te zwak stonden tegenover Unilever, waardoor de rechtszaak winnen heel moeilijk zou zijn? Is er een vergoeding betaald of zijn er bepaalde garanties gegeven?
De enige die wel reageert, aan het persagentschap Bloomberg, is licentiehouder Avi Zinger.
Hij laat weinig twijfel bestaan: ‘Er verandert niets aan de overeenkomst die ik eerder dit jaar met Unilever heb gesloten. Ik kijk ernaar uit om het heerlijk smakende Ben & Jerry’s-ijs onder de Hebreeuwse en Arabische merknaam in heel Israël en op de Westelijke Jordaanoever tot ver in de toekomst te blijven produceren en verkopen.’