De Tour is zijn vaste job, maar Tadej Pogacar (24) heeft in 2023 ook een ‘passieproject’: hij wil terug naar ‘Flanders’, de koers met de beste sfeer, waar hij afgelopen seizoen zijn leukste dag op de fiets had. ‘De Ronde, I can’t wait.’
Slippers, een trainingsbroek en een zwarte hoodie. Zijn haar niet gekamd. Op de persdag van Team UAE Emirates in het Spaanse Alicante ziet Tadej Pogacar (24) er alweer helemaal uit als de buurjongen die toevallig ook nog goed kan fietsen. ‘Waarom ik geen stress voel? Ik weet het niet, dat zit in mijn DNA.’
Dertig minuten lang zal Pogacar alle vragen beantwoorden, in Engels dat de voorbije jaren veel beter is geworden. Hij heeft aanvaard dat mediaverplichtingen deel uitmaken van het takenpakket van een renner die – volgens L’Equipe – zes miljoen per jaar verdient. Wat niet wil zeggen dat elk antwoord tot een groot inzicht leidt. Of hij eendagswedstrijden leuker vindt dan grote rondes? ‘Ik weet het niet’, zegt Pogacar. ‘Het is anders. Een grote ronde duurt drie weken. Een eendagswedstrijd maar één dag.’
Nieuwkomer Wellens
Pas bij een vraag over de Ronde van Vlaanderen lichten zijn ogen op en gaat hij in superlatieven praten. In 2023 wil hij ‘Flanders’ opnieuw rijden. ‘Een van mijn grootste doelen dit jaar’, aldus Pogacar. ‘De meest chaotische race van het jaar, de meest stressvolle ook, maar wel met de beste sfeer. I like it.’
Het voorbije seizoen eindigde Pogacar bij zijn debuut in de Ronde al onverwacht vierde. Hij domineerde de koers, reed met Mathieu van der Poel naar de streep, maar wachtte te lang om zijn sprint in te zetten waardoor Valentin Madouas en Dylan van Baarle hem nog voorbijgingen. Pogacar reed scheldend naar de teambus.
Dit jaar keert hij terug om te winnen: ‘Ik weet niet of dat realistisch is bij mijn tweede deelname, maar dit jaar was ik er al dicht bij. Misschien zal ik tot het einde van mijn carrière moeten blijven proberen om Flanders te winnen. Maar zelfs als je niet wint, geeft het al een fantastisch gevoel om mee te kunnen doen met de beste renners. De Ronde, I can’t wait.’
Net als vorig jaar rijdt hij in voorbereiding op de Ronde ook Dwars door Vlaanderen. ‘En misschien nog een andere Vlaamse koers.’ Voordien staat ook Milaan-Sanremo zeker op zijn programma, dat verder ‘nog een beetje in de lucht hangt’.
Met Matteo Trentin en nieuwkomer Tim Wellens – ook gepland voor de Ronde – heeft Pogacar straks twee renners rond zich die in Vlaanderen een finale kunnen rijden. Met Sjoerd Bax misschien zelfs drie. Als wegkapitein schat Pogacar mede-Monegask Wellens nu al hoog in: ‘Een super nice guy, chill. Hij weet veel. Over alles eigenlijk. Neen, we hebben in Monaco nog niet samen getraind. Hij vertrekt altijd vroeger dan ik.’
Tourploeg
Na het voorjaar is de Tour uiteraard het andere grote doel van Pogacar komend seizoen. Daar wil hij zijn troon weer claimen, nadat hij dit jaar zijn meerdere heeft moeten erkennen in Jonas Vingegaard en Jumbo-Visma.
Op die ‘nederlaag’ – weliswaar met drie ritzeges en de witte trui – wil hij niet al te diep ingaan. Hij verdedigt zijn ploegmaats bij de suggestie dat die misschien niet opgewassen zijn tegen de collectieve kracht van Jumbo-Visma. ‘Wij hebben ook sterke renners’, aldus Pogacar. ‘Maar Vegard Laengen en George Bennett kregen covid, Marc Soler werd ziek, Rafal Majka had een spierprobleem, Marc Hirschi sukkelde vanaf dag één met zijn knie. Dus, nee, ik heb niet aangedrongen om de Tourploeg te versterken. Je kan nog een sterkere renner halen, maar als die covid krijgt, maakt het toch niet uit.’ Hij besluit wel: ‘Ook met acht fitte renners was het moeilijk geweest om Jumbo te kloppen. Ze deden alles juist, deze keer.’

Pogacar maakt er geen geheim van dat de Tour een keuze van het verstand is, meer dan van het hart. ‘Op dit moment is de Tour voor mij en voor de ploeg de prioriteit’, geeft hij aan. Maar heel graag wil hij in de toekomst dus de Giro proberen: ‘De koers die het dichtst bij Slovenië passeert. Mocht het alleen van mij afhangen, dan had ik de voorbije twee jaar al de Giro gedaan. Maar ik ben ook niet de slimste wat het samenstellen van een programma betreft.’
In vele opzichten zit Pogacar bij UAE gebeiteld – gisteren ging hij nog onder de gezichtsscanner, waardoor hij straks met een gepersonaliseerde Scicon-zonnebril rijdt, aangepast aan zijn specifieke neusbrug.
Maar dat Pogacar elk jaar in februari de UAE Tour moet rijden (en winnen) maakt dat hij lange seizoenen draait waarin dubbelen in de grote rondes op dit moment niet aan de orde is. ‘Op dit moment is de Tour de belangrijkste focus. Die wil ik nog zeker één keer winnen. Nadien kunnen we zien wat er komt, misschien kan ik dan twee grote rondes rijden. Maar de Giro én de Tour winnen, is zo zwaar voor het lichaam. Ik denk dat het mogelijk is om ze allebei te winnen, maar je betaalt er zeker een prijs voor. Misschien win je beide, maar ben je zo uitgeput dat je carrière nadien voorbij is.’
Verstandige Evenepoel
Wanneer de Italiaanse journalisten uitgevraagd zijn over de Giro en de Spanjaarden over Juan Ayuso zien de Belgen hun kans schoon om de naam Remco Evenepoel te droppen. Wat vindt Pogacar van zijn beslissing om voor de Giro te kiezen en nog niet voor de Tour? ‘Verstandig’, zo luidt het antwoord. ‘Hij komt uit een fenomenaal seizoen en misschien kan hij volgend jaar nog beter doen. Ja, hij kan nu al de Tour winnen. Als je de Vuelta kan winnen en wereldkampioen kan worden in hetzelfde jaar ben je ook goed genoeg voor de Tour.’