inzicht winterslaap
‘Als een beer met een snufje hamster’
Wat kunnen we leren van de dieren om deze donkere dagen door te komen? Een winterslaap heeft heel wat positieve effecten op de gezondheid, en ook de planeet zou ervan op adem komen. ‘Het is een bijna-doodervaring als overlevingsstrategie.’
getty
Elk jaar rond deze tijd overvalt me het gevoel dat ik in het verkeerde lichaam ben geboren. Nee, geen seizoensgebonden genderdysforie, het is meer dat ik in de winter voel dat ik in se een hazelmuis ben, of een beer, of iets anders met een zachte vacht dat zich zonder schuldgevoel terugtrekt uit de wereld en opgekruld in een veilig nest blijft liggen. Mijn lichaam heeft een winterslaap nodig, lijkt het me duidelijk te willen maken.
Herkent u het: de uitdovende vitaliteit, dat voortdurende verlangen naar slaap, een onstilbare honger naar suikerbommen die aan hamsteren doet denken, de neiging om u terug te trekken met de gordijnen dicht en een gemoed rond het vriespunt? Lijkt het niets voor u, een winterslaap, er een tijd tussenuit, een lichaam op waakvlamstand? Het hoeft niet per se een zeven maanden lange system shutdown te zijn zoals de hazelmuis zich veroorlooft. Misschien is enkele uren per dag complete inactiviteit (een soort power naps), zoals sommige muizen doen, al helend. Of een winterrust op z’n eekhoorntjes, het gewoon wat kalmer aan doen (en af en toe opstaan om te plassen of borrelnootjes te halen). Kortom: energie besparen om dan te knallen in zonniger tijden.
Toegegeven: dieren gaan niet in winterslaap om aan hun neerslachtigheid te ontkomen. Het is een overlevingsstrategie in tijden van voedselschaarste en barre omstandigheden. Maar dat de rayons in onze supermarkten uitpuilen, wil niet zeggen dat we het kind met het badwater moeten weggooien. Collectief de pauzeknop induwen zou bovendien het klimaat ten goede komen. (En dat winterslapers dik de winter ingaan en er slank weer uit komen, zal sommigen ook aanlokkelijk in de oren klinken.)
Gedempt welzijn
Hoogleraar psychiatrie Manuel Morrens (UA) weet dat één op de tien Vlamingen van oktober tot februari last heeft van een winterdip. ‘In de donkerste periode van het jaar minder energie voelen, je slechter kunnen concentreren, meer slapen terwijl je je minder uitgeslapen voelt en kampen met een apathische stemming’, de psychiater somt de symptomen op, en vat samen: ‘een algemene demping van het welzijn’.
‘De beste remedie is precies het omgekeerde van winterslaap’, zegt hoogleraar psychiatrie Manuel Morrens. Van hem moeten we naar buiten, de kou in, sporten, want dan maken we stoffen aan die ons brein gezond houden
Hij benadrukt dat we die dip niet mogen verwarren met een winterdepressie, of officieel: seasonal affective disorder (SAD). ‘Dat is een majeure depressie, uitgelokt door een gebrek aan licht. Het overkomt 2 procent van de Vlamingen, onder wie beduidend meer vrouwen dan mannen.’ In Alaska, waar ze nog meer gedepriveerd zijn van licht, gaat het om 10 procent van de bevolking.
Waarom werkt donkerte zo op ons gemoed? Morrens legt uit dat licht op verschillende manieren impact heeft op ons lichaam. ‘Melatonine, het hormoon dat onze biologische klok regelt, is afhankelijk van het licht dat in onze ogen schijnt. Hoe meer licht, hoe meer de aanmaak van melatonine door ons lichaam onderdrukt wordt. Van melatonine worden we slaperig.’
• ‘Melatonine doet niet ieder kind beter slapen’
Het lichamelijke mechanisme van slaap-waakregulatie werkt het beste in de zomer. ‘In de winter is er minder licht; niet alleen in aantal uren, ook qua intensiteit. Er is minder contrast tussen het licht van de dag en de donkerte van de nacht, wat ons lichaam in de war brengt zodat het overdag al meer melatonine aanmaakt.’
Cortisol, ofwel het stresshormoon, speelt ook een rol. ‘Ontwaken is een klein schokmomentje voor ons lichaam, het geeft ons een miniportie stress, een gezonde dosis die ons alerter maakt. Maar in de winter zijn die cortisolgolven minder uitgesproken dan in de zomer, waardoor we die energieboost missen. Bovendien is de werking van cortisol en melatonine ook nog eens op zo’n manier verstrengeld dat ze elkaar versterken.’
Morrens is verbonden aan het Universitair Psychiatrisch Centrum Duffel en treft ook daar mensen die lijden onder de seizoenswissel. De suggestie om patiënten en winterdippers in een winterslaap te brengen en ze fris en fruitig te laten ontwaken wanneer de krokussen uitkomen en Jan De Wilde mag zingen dat zijn vrouw weer krols is, de fallus impudicus in bloei staat en de blaadjes bomen krijgen, kan bij hem op weinig bijval rekenen. ‘De beste remedie is precies het omgekeerde van winterslaap.’
Kijk in de lichtbak
Onze neiging om ’s winters te bingewatchen aan de haard onder een dekentje met onze cocoonende kont in de zetel en in de hand een pak chocolade, mag dan heel natuurlijk aanvoelen, volgens Morrens dient ze ons bestwil allesbehalve. Van hem moeten we juist naar buiten, de kou in, wandelen, sporten, want dan maken we trofische voedende stoffen aan die ons brein gezond houden. ‘Hoe minder je beweegt, hoe minder van die stimulerende stofjes.’ (En hoe meer chocolade, hoe slomer.) Hij raadt ons aan het weinige licht dat er is, zo veel mogelijk op te nemen.
Makkelijker gezegd dan gedaan, als we het kantoor binnenstappen net wanneer het eerste daglicht opdoemt, en weer buitenkomen wanneer de zon het voor bekeken houdt.
In Duffel en andere psychiatrische centra hebben ze er een oplossing voor. Geen pilletjes met cortisol en co. – ‘dat zou een cascade aan andere effecten teweegbrengen’ – maar een lichtbak. (Zo’n lichtbak produceert 10.000 lux, dat is slechts een tiende van het licht op een zomerdag, maar wel zes keer meer dan op een grauwe winterdag. Binnen op kantoor moeten we het stellen met 350 à 500 lux.) Lichttherapie kan ook gewoon thuis, met een bril die eenvoudig online te kopen is, geen doktersvoorschrift nodig. Het is een bril zonder glazen die een blauwig licht schijnt in je ogen en die je 15 à 40 minuten per dag op je neus zet. Imitatiezonlicht op batterijen. Je levenskracht terugwinnen – dixit de promotekst van een van de modellen – voor enkele honderden euro’s. Volgens Morrens krijg je met zo’n bril of speciale lichtbak een gezonde dosis licht binnen, wat je activeert en je minder down doet voelen. ‘De werking is bewezen, zowel bij winterdip als -depressie.’
Morrens gelooft niet in humane hibernatie. ‘Een mens is er niet toe in staat om 72 uur aan een stuk te slapen, tenzij met chemische hulpmiddelen.’ Valt er dan iets te zeggen voor minder werken en meer slapen in de winter en het omgekeerde in de zomer? ‘Minder werken in de winter is niet slecht’, zegt Morrens. ‘Maar meer werken in de zomer, dat zal problemen opleveren.’
Torpor en arousal
Professor anesthesiologie en farmacoloog Rob Henning (Rijksuniversiteit Groningen) is wél laaiend enthousiast over de winterslaap. Binnen afzienbare tijd gaan mensen winterslapen, hij is er zeker van. ‘De positieve effecten op de gezondheid zijn enorm.’ Vroeger bracht hij mensen onder narcose voor een operatie, nu staat hij te popelen om winterslaap in mensen te induceren.
Winterslaap bij dieren is geen continu proces, legt Henning uit, het is eigenlijk het afwisselen van torpor en periodes van arousal. Torpor is het uitzetten van de stofwisseling, een spaarstand van het lijf. De lichaamstemperatuur daalt drastisch (bijna tot het vriespunt), net als de hartslag en ademhaling, de bloedsomloop staat bijna stil. Dieren in torpor vertonen op een EEG-scan zelfs geen enkele hersenactiviteit, het is een soort hersendode toestand waaruit ze – in tegenstelling tot hersendode mensen – weer kunnen ontwaken. Naar verluidt belandt er al weleens een winterslapende hamster bij het vuil omdat zijn winterwakende baasje onterecht dacht dat hij het loodje had gelegd.
Langere periodes van torpor worden onderbroken door korte episodes van arousal, waarin de dieren hun lichaam weer laten opwarmen. ‘Het grote wonder van de winterslaap is dat dieren tot dertig keer per winter heel snel kunnen afkoelen en weer opwarmen, zonder schade aan de cellen.’ Daar kan een mens nog wat van leren, en dat is exact wat Henning doet.
‘Het tweede deel van het woord winterslaap is eigenlijk misplaatst’, vertelt Henning. ‘Het gaat veel verder dan slaap, torpor is een toestand op de grens van leven en dood. Het is een bijna-doodervaring, maar ook precies het tegenovergestelde: een overlevingsstrategie. En daarbij veranderen alle fysiologische processen spectaculair.’
Zijn fascinatie voor winterslaap heeft weinig te maken met het overkomen van de winterblues. Hij denkt vooral aan andere voordelen. ‘Stel dat je het bloed van een mens, zoals bij torpor, twintig keer trager kunt doen stromen, dan heb je twintig keer meer tijd tijdens een ingewikkelde operatie met veel bloedverlies. Als we organen in een winterslaap kunnen brengen, kunnen we ze veel langer bewaren voor een transplantatie. Of stel dat hulpverleners na een verwoestende orkaan iedereen in winterslaap brengen, dan is er geen eten en drinken meer nodig en kunnen er geen besmettelijke ziektes uitbreken.’
Hij denkt zelfs aan gebieden die getroffen worden door mislukte oogsten, waarbij de bevolking, op enkele boeren na die blijven werken, in winterslaap zou gaan om de voedselschaarste op te vangen. Consuminderen tot het gaatje. (Of stel je voor: nu onder de dons en pas wakker worden als de oorlog in Oekraïne achter de rug is en de energieprijzen en inflatie getemperd zijn.)
Waar zit onze uit-knop?
De voordelen van hibernatie hoeven niet beperkt te zijn tot de aarde. Ruimtevaartagentschappen als Nasa en ESA zijn uitermate geïnteresseerd in de winterslaap. Het zou een reis naar Mars haalbaarder maken: astronauten zouden veel minder eten nodig hebben, dus minder gewicht aan boord, en de kans op verveling of ergernissen neemt aanzienlijk af. Bovendien beschermt winterslaap tegen straling. Er wordt volop onderzocht wat dat zou kunnen betekenen voor de behandeling van kanker.
getty
Henning implanteerde een temperatuursensor in grondeekhoorns en zag dat de torpor twee tot vier weken aanhield en de arousal altijd korter was dan een dag. Een Siberische hamster gaat dan weer dagelijks in winterslaap – zes tot tien uur per dag draait zijn metabolisme slechts op 5 procent, een knappe energiebesparing. Beren heeft hij niet in zijn lab, maar van hen is geweten dat ze het nog anders doen. Zij laten hun lichaamstemperatuur wel zakken, maar niet zo laag als die van de omgeving. Aangezien beren groot zijn, zou het hen heel veel energie kosten om telkens weer op te warmen. Datzelfde probleem, dat grote lijf, houdt de mens uit zijn winterslaap. Beren lossen dat op door vóór de winter sterk aan te vetten. Nu kunnen mensen ook wel een speklaag kweken, maar als we elk jaar de helft van ons lichaamsgewicht aankomen zoals beren, slibben onze aderen dicht en zakken we door onze gewrichten.
‘Stel dat hulpverleners na een verwoestende orkaan iedereen in winterslaap brengen, dan is er geen voedsel nodig en kunnen er geen besmettelijke ziektes uitbreken’
Rob HenningProfessor anesthesiologie en farmacoloog
Het mensenlijf lijkt dus helemaal niet gemaakt voor een winterslaap. Een week met een been in het gips en we verliezen al 1,5 kilo aan spiermassa. Een dier in winterslaap kan een halfjaar stilliggen zonder een grammetje spieren te verliezen. Ook van doorligwonden hebben beren, egels en andere winterslapers geen last.
Toch denkt Henning dat het wel moet kunnen, mensen in winterslaap. ‘Bijna in elke klasse dieren, overal ter wereld, zitten er soorten die winterslapen. Er zijn zelfs zeven primaten die het doen. Misschien was het wel aanwezig bij een gezamenlijke voorouder. Ik denk dat er ook in ons nog een winterslaapmechanisme zit, we moeten alleen nog ontdekken waar de aan-knop zit.’ Of eerder de uit-knop.
Celschade repareren
Hoe zouden mensen winterslapen? Henning denkt aan ‘de beerstrategie met een snufje hamster’. ‘Niet te veel afkoelen, tot een graad of 30. En voedsel hamsteren in plaats van aandikken.’ Hij ziet een capsule voor zich, klimaatgecontroleerd en met bakjes eten, zodat we in onze arousals wat kunnen snacken.
Maar hij relativeert meteen zijn eigen voorspelling. ‘De vorm waarin mensen in winterslaap zullen gaan, kennen we nog niet. Het kan best zijn dat het alleen om een lokale torpor gaat, bijvoorbeeld om spierverlies in een gebroken been te voorkomen. Of dat het narcose gaat vervangen. Of dat we er ziektes mee gaan genezen.’
Winterslapers zijn namelijk jaloersmakend goed in het repareren van schade aan hun lichaamscellen. In torpor ontstaat wel degelijk schade aan de cellen. Longen van winterslapers doen denken aan die van astmapatiënten en hun brein heeft veel weg van dat van alzheimerpatiënten. ‘Ziektes die voor ons onomkeerbaar lijken, maar waarvan deze dieren zich weer netjes herstellen zodra ze uit winterslaap komen. Mensen kennen veel ziektes met dit soort schade; misschien tonen winterslapers ons ooit hun truc om die schade ongedaan te maken.’
Henning maakt zich sterk dat we goed op weg zijn om de geheimen van de winterslaap te ontrafelen. ‘Winterslapers beschikken over verdedigingsstofjes die de cellen beschermen tijdens het onderdrukken van het metabolisme.’
Hij en zijn team hebben nu synthetische varianten gemaakt van die stofjes, chromonolen. ‘Als je menselijke cellen koelt en weer opwarmt, gaan ze dood, maar als je ze koelt met chromonolen erbij, blijven ze wel goed functioneren.’ Het is een eerste stap in het ontwikkelen van medicijnen. ‘De resultaten met dieren zijn hoopvol, onder meer bij diabetes. De chromonolen doen niks tegen diabetes an sich, maar ze gaan wel de complicaties tegen die de ziekte met zich meebrengt, zoals nier- en vaatschade.’ De eerste proeven met mensen heeft hij komend jaar gepland.