Een week ver en de Wereldbeker heeft zijn eerste clash tussen twee potentiële wereldkampioenen achter de rug. De conclusie? Met Spanje moet rekening worden gehouden, met de Duitsers ben je nooit klaar. Roberto Martinez zal het ook wel gezien hebben. Als de Rode Duivels straks alsnog doorstoten, komt de tegenstander uit deze groep. Indien de Duivels tweede eindigen in de groep, wordt dat dus Spanje. Niemand die gelooft dat België daar een kans tegen maakt. Tegen onze oosterburen overigens ook niet.
Duitsland maakte wél kans. Toen Alvaro Morata werd ingebracht, de enige diepe spits in de Spaanse selectie en tegenwoordig luxe-invaller, leek het nochtans einde verhaal. Hij had amper acht minuten nodig om Neuer in de korte hoek te fusilleren: 1–0. Maar toen bewees een andere invaller, Werder Bremen-aanvaller Niclas Füllkrug, waarom spitsen nog bestaansrecht hebben in dit tijdperk van ‘valse negens’. Hij schonk de Duitsers een gouden punt.
Niet dat Duitsland bij een nederlaag was uitgeschakeld. Maar nu staat het team van Herr Hansi Flick er toch een tikje beter voor. Bij winst in de slotwedstrijd tegen Costa Rica, volstaat het dat Japan niet wint van de Spanjaarden. Als die toch stunten, moet Die Mannschaft net als in 2018 weer na de groepsfase huiswaarts.
• Vier jaar later, en het Duitse schrikbeeld is terug
Tere plekken
Het wedstrijdbegin was voor Spanje, dat door hoog te storen de Duitse defensie onder druk zette. Zoals Pedri, Gavi, Ferran Torres en Olmo de bal lieten rondgaan, het was om duimen en vingers bij af te likken. Tot veel zuivere kansen leidde dat Spaanse overwicht echter niet. De beste kans van de eerste helft viel in het prille begin: Olmo haalde verschroeiend uit, Neuer duwde de bal tegen de lat.
De Duitsers hapten naar adem, maar slaagden er wel in om de tere plekken van Spanje te tonen. In de omschakeling bleek het elftal van Luis Enrique kwetsbaar. Gnabry glipte erdoor en stuitte op doelman Simon, al bleek dat hij randje buitenspel stond. Aan de overkant ging de vlag ook voor Ferran Torres omhoog, nadat Olmo hem zijn derde toernooigoal op een schoteltje had aangeboden en hij de bal onbegrijpelijk over had getrapt.
Ook op spelhervattingen valt er iets te rapen tegen La Roja, zo bleek. Rüdiger kopte Kimmichs vrije trap van de zijkant tegen de netten, maar ook hij werd (terecht) afgevlagd.
Uitblinker Musiala
In de tweede helft doofde het tempo, tot doelman Simon zich verslikte bij het uitvoetballen. Kimmich stoorde goed, kreeg de bal terug maar schoot pal op de Bilbao-doelman. Zuur voor de Duitsers, want niet veel later scoorde invaller Morata wel. Asensio had zelfs meteen de 2–0 moeten maken op aangeven van uitblinker Olmo, maar hij trapte over.
De gelijkmaker hing evenwel in de lucht. In de rug bleek de Spaanse verdediging te pakken en als Jamal Musiala aan het dribbelen ging, gebeurde er altijd wel iets. Eerst bediende hij invaller Füllkrug, die zich naar de bal gooide en naast besloot. En toen hij even later zelf door de buitenspelval glipte na een prima actie van Sané, had hij moeten scoren maar trapte hij onbegrijpelijk op Unai Simon.
Zeven minuten voor tijd ging Musiala er weer vandoor, samen met Niclas Füllkrug. De 29-jarige spits, nog geen twee weken geleden gedebuteerd als international tegen Oman, bleek wél een afwerker: 1–1. In de extra tijd kwam Leroy Sané zelfs nog dicht bij de 1–2. Zo blijft het van 1988 (!) geleden dat Duitsland nog eens een match met inzet won tegen Spanje. En toch zullen de Duitsers moed putten uit dit gelijkspel. Terecht.