De Internationale ­Arbeidsorganisatie (IAO) heeft de Belgische vakbonden wat bij­komende munitie gegeven in hun verzet tegen de loonnormwet. De organisatie vindt dat de wet ­onverenigbaar is met de vrijheid van collectieve onderhandelingen, zoals die in een IAO-conventie is vastgelegd.

Volgens de christelijke vakbond ACV wordt met deze uitspraak ‘een bom’ onder de loonnormwet ­gelegd. Het ACV ligt aan de basis van het onderzoek van de IAO naar de wet, want het had een klacht ­ingediend bij een van de afdelingen ervan, het CFA. De vakbond geeft toe dat uitspraak niet juridisch bindend is, maar meent dat de tripartiete samenstelling van de IAO (vakbonden, werkgevers en overheden) en de benodigde goedkeuring van conclusies door de raad van ­bestuur – waarin volgens het ACV de Belgische regering ­zetelt – een aanzienlijk gewicht ­geven aan de beslissing. De vakbond wil verdere juridische stappen nemen als de Belgische regering de beslissing van de IAO naast zich neerlegt.

Zowel het VBO als Unizo is er echter van overtuigd dat vrije loononderhandelingen niet alleen ­resulteren in de afschaffing van de loonnormwet, maar ook van de ­automatische loonindexering. Zo spelen de werkgeversorganisaties de bal terug naar de vakbonden, voor wie morrelen aan de indexering onbespreekbaar is. (belga)