VISSERIJ
Paling in ’t rood: stop visserij, luidt wetenschappelijk advies
De sterfte van de paling door menselijk toedoen moet maar eens ophouden, staat in een advies. Schrappen van het menu dan maar? ‘Duurzaam vissen kan pas als het bestand is hersteld.’
Het palingbestand in Europa is de jongste decennia dramatisch achteruitgegaan, in België met 90 procent. imagebroker/Fabio Pupin/FLPA
Er mag in 2023 best geen Europese paling (Anguilla anguilla) meer gevangen worden in het Noord-Oostelijke deel van het Atlantische gebied, zeg maar onze kant van de wereld. Dat staat in een advies van de International Council for the Exploration of the Sea (Ices), een orgaan dat wetenschappelijk onderbouwde adviezen opstelt voor een duurzame visserij.
De visserijstop zou in alle leefgebieden moeten gelden, zowel voor beroepsvissers als voor recreanten. Vorige adviezen van de Ices waren gelijkluidend.
‘Eigenlijk zegt de Ices dat alle door de mens veroorzaakte sterfte onder de palingen zoveel mogelijk naar nul teruggebracht moet worden. Het gaat dus niet alleen over visvangst’, zegt Pieterjan Verhelst, bioloog en palingonderzoeker bij het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (Inbo).
‘Het eten van paling zit in onze cultuur en dat zie ik niet graag teloorgaan’ Pieterjan Verhelst Bioloog en paling-onderzoeker bij het Inbo
Er zijn nog factoren die het voortbestaan van de paling in gevaar brengen. De vis lijdt onder vervuild water en onder obstakels op de waterlopen, zoals sluizen. Als hij een waterkrachtcentrale of een pompinstallatie passeert, wordt hij vaak letterlijk vermalen. 'We zullen ook daar iets aan moeten doen’, vindt Verhelst. ‘Met alleen een visserijverbod zullen we de paling niet redden.’
De commerciële beroepsvisserij op paling is in België onbestaande. Wij voeren de vis in. In landen als Nederland, Spanje of het Verenigd Koninkrijk is de activiteit nog aanzienlijk. De sector reageerde bijgevolg afwijzend op het Ices-advies. Te eenzijdig gefocust op de visserij, vond de Nederlandse Stichting Dupan.
De Europese Commissie had nog maar net geoordeeld dat er een ‘allesomvattende’ aanpak nodig is en dat de lidstaten verschillende zaken moeten doen: leefgebieden herstellen, de migratieroutes langs barrières veiliger maken, de dieren die op paling jagen zoals aalscholvers ‘beheren’, en de illegale handel in jonge aaltjes bestrijden.
Sluizen op een kier
Het palingbestand in Europa is de jongste decennia dramatisch achteruitgegaan, bij ons met 90 procent. Geen wonder dat hij op de Rode Lijst van ernstig bedreigde diersoorten prijkt. Het herstel verloopt zeer moeizaam.
Er zijn maatregelen mogelijk om de langwerpige gladde vis er weer bovenop te helpen. ‘Aan onze kust hebben we het uitgeprobeerd door de sluizen naar zee op een kiertje te zetten’, vertelt Verhelst. ‘We zagen toen flink meer jonge aaltjes landinwaarts de waterlopen in zwemmen. Het ideaal is dat er gebieden komen waar de vis rustig kan gedijen, reservaten zeg maar. Goede locaties daarvoor zijn de IJzerpolders of de gebieden van het Sigmaplan. Al zal de waterkwaliteit er eerst beter moeten zijn en de onbelemmerde doorgang gegarandeerd moeten worden.’
In België vissen alleen hobbyisten nog op paling. De overheid legde de hengelaars beperkingen op. Ze mogen maar drie vissen mee naar huis nemen. Het Inbo suggereerde in een advies van eind 2020 om de hobbyvisserij nog verder aan banden te leggen en de hobbyvissers te verplichten alle gevangen palingen terug te gooien.
Een visverbod is er nooit gekomen, wel raadt de overheid af de zelfgevangen vis op te eten vanwege de vervuiling.
In onze cultuur
Zal paling in ’t groen, een oer-Vlaamse klassieker, ooit van het menu verdwijnen? ‘Ik denk niet dat dit onvermijdelijk is’, zegt Verhelst. ‘Het eten van paling zit in onze cultuur en dat zie ik niet graag teloorgaan. Als we onze connectie met de soort verliezen, vergeten we misschien ook om hem te beschermen. Duurzame visserij is mogelijk, als we het bestand maar weer op een gezond peil kunnen brengen. Daar zijn we nog niet.’
De paling zet tijdens zijn leven een verbluffende prestatie neer. Volwassen dieren migreren van de Europese binnenwateren naar zee en trekken dan 5.000 kilometer of meer over de Atlantische Oceaan om zich in de Sargassozee voort te planten. De minuscule jonge visjes (glasaaltjes gedoopt vanwege hun doorzichtigheid) keren dan het hele eind terug naar onze contreien. Recent voerde een studie voor het eerst bewijs aan dat volwassen vissen die lange tocht effectief afleggen, althans vanaf de Azoren.