Dit recept van Ilse D’hooge bevat volkoren risottorijst. Die zal iets langer nodig hebben om te garen, maar smaakt even romig. Bewaar de champignons zeker voor het einde, anders dreigen hun smaak volledig te verliezen in het geheel.
Ingrediënten:
- 500 g pompoen
(- 4 sneetjes prosciutto)
- 1 sjalot, gesnipperd
- 1 teentje knoflook
- 200 g volkorenrisottorijst (arborio)
- 1 glas droge witte wijn
- 1 l (gevogelte)bouillon
- 30 g parmezaan, geraspt
- 500 g champignons (mengeling)
- olijfolie
- tijm
- peper en zout
Bereiding:
1. Verwarm de oven voor tot 180 °C. Snijd het vruchtvlees van de pompoen in kleine blokjes. Leg de helft van de pompoen op een met bakpapier beklede ovenplaat. Sprenkel er een beetje olijfolie over en kruid met tijm, peper en zout. Zet gedurende 15-20 minuten in de oven of tot de pompoenblokjes geroosterd zijn. Leg de sneetjes ham op een bakplaat en schuif ze de laatste 10 minuten bij in de oven. Laat ze daarna uitlekken op keukenpapier.
2. Snipper de sjalot en knoflook. Stoof het sjalotje aan in wat olijfolie. Voeg er de rijst aan toe en roer tot alle korrels met een laagje olie bedekt zijn. Blus met de witte wijn, zet het vuur iets zachter en roer met een houten lepel tot al het vocht door de korrels opgenomen is. Voeg de rest van de rauwe pompoenblokjes aan de risotto toe.
3. Warm de (gevogelte)bouillon op en schenk hem soeplepel per soeplepel bij de risotto en pompoen; roer telkens tot al het vocht opgenomen is voordat je een nieuwe lepel vocht toevoegt. Dit neemt ongeveer 20 minuten in beslag. Prak tegen het einde van de gaartijd met een houten lepel de pompoen fijner, tot de risotto oranje kleurt en de pompoen opgelost is. Roer er daarna drie kwart van de parmezaan door.
4. Bak ondertussen in een andere pan de champignons in een beetje olijfolie, kruid met peper, zout en tijm. Breek de gebakken ham in stukken. Doe de risotto in diepe borden, lepel er de geroosterde pompoen over, werk af met de champignons en leg er een stukje krokante ham en een tijmtakje op (voor een vegetarische versie laat je de ham weg).
Recept: Ilse D’Hooge
Foto: rr