Dokwerkers
Raad van State stelt beschermd statuut havenarbeid in vraag
De Raad van State vernietigt de Belgische regeling voor havenarbeid, omdat ze strijdig is met het Europees recht.
Is iedereen die in de haven werkt een havenarbeider? blg
België heeft specifieke regels voor werk in de havens. Bedrijven in havengebied mogen alleen werken met erkende havenarbeiders. Die regeling is bekend als de wet-Major uit 1972.
Ondernemer Fernand Huts van Katoen Natie is een grote tegenstander, omdat hij in havengebied magazijnen heeft waar ‘werknemers enkel ‘soutiens in een zak steken’, maar strikt genomen havenarbeiders moeten zijn. Twee havenbedrijven, Katoen Natie van Huts en General Services Antwerp, hadden daarom de vernietiging van de regeling gevraagd.
In 2016 werd de regeling onder druk van Europa al eens versoepeld door toenmalig minister van Werk Kris Peeters (CD&V). Dat gebeurde na overleg tussen vakbonden en havenwerkgevers. Maar voor Huts ging de versoepeling niet ver genoeg.
Veiligheid
Het Europees Hof van Justitie oordeelde vorig jaar dat een regeling met gecertificeerde havenarbeiders aanvaardbaar is als het doel is de veiligheid in de havengebieden te waarborgen. Dat havenarbeiders alleen maar kunnen worden erkend door een paritair samengestelde commissie van werkgevers en werknemers, was volgens het Hof wel strijdig met het Europees recht.
De Raad van State volgt dat arrest. Onder meer de samenstelling van de erkenningscommissies vormt een probleem wegens ‘onvoldoende waarborgen inzake onpartijdigheid’.
• Raad van State zet regeling havenarbeid weer op losse schroeven
De Raad van State valt ook over het criterium ‘behoefte aan arbeidskrachten’ waarover de erkenningscommissies oordelen en dat bepaalt of een havenarbeider in de pool van havenarbeiders kan terechtkomen. Havenarbeiders die niet in de pool worden opgenomen, krijgen maar een erkenning voor de duur van hun arbeidsovereenkomst.
Dat maar een deel van de havenarbeiders in aanmerking komt voor een erkenning voor onbepaalde tijd, strookt niet met het vooropgestelde doel om de veiligheid in de havengebieden te waarborgen. Er is geen rechtvaardiging voor de ‘verschillende behandeling van twee categorieën havenarbeiders die zich uit het oogpunt van de veiligheid op hun werkplek in volstrekt vergelijkbare situaties bevinden’, luidt het in het arrest.
De vakbonden nuanceren wel de uitspraak van de Raad: ‘Het vernietigde koninklijk besluit heeft alleen betrekking op de erkenningsmodaliteiten’, verduidelijkt BTB ABVV. ‘De erkenning op zich ligt vervat in onze wet-Major en staat in deze procedure niet ter discussie.’