Gezinnen hebben recht op goede kinderopvang. Dat is een collectieve verantwoordelijkheid, zegt professor Michel Vandenbroeck (UGent). ‘Helaas moeten crèches in Gent en Brugge nu ook al af en toe groepen sluiten.’
Kinderopvangexpert Michel Vandenbroeck (63) had een gesprek met een vader wiens kind naar ’t Sloeberhuisje in Mariakerke ging, waar begin dit jaar een baby na mishandeling overleed. ‘Die man zei me: “Het had mijn kind kunnen zijn.” Hij voelde zich schuldig.’
Het gesprek vormde de aanleiding voor het boek Negen is te veel, dat ook een antwoord biedt op de vele vragen van jonge ouders die Vandenbroeck krijgt. ‘De uitgever suggereerde me om een boek te schrijven vol tips over hoe je goede opvang kiest. Dat wilde ik niet doen. Er zijn 7.000 plaatsen tekort in de kinderopvang. Hoe kun je dan spreken van keuze?’
• Voormalig uitbaatster kinderdagverblijf ’t Sloeberhuisje blijft in de cel
‘Er is een crisis aan de gang in de sector, en daar zijn gezinnen de dupe van: in Brussel zijn er al crèches die af en toe een groep sluiten, waardoor ouders zelf voor opvang moeten instaan. Dat is ook in Gent het geval en het begint nu in Brugge. Het personeelstekort is erg nijpend. Het is een vicieuze cirkel, want hoe meer protest er klinkt, hoe minder mensen er geneigd zijn om in de sector te stappen. Dat belet niet dat we de problemen moeten benoemen.’
U werkt al heel lang rond dit thema en hebt vroeger ook in de sector zelf gewerkt. Hoe zijn we op dit punt beland?
‘Het drama in het Sloeberhuisje heeft iets in beweging gezet wat al heel lang sluimerde. De diepere oorzaak is dat er bij twee grote uitbreidingsrondes in het verleden onvoldoende middelen werden vrijgemaakt om meer kwaliteit te kunnen bieden. In de jaren 90 werd volop ingezet op onthaalouders. Veel langdurig werkloze vrouwen gingen toen aan de slag. Die generatie gaat nu met pensioen. Jaarlijks verdwijnen drie keer meer onthaalouders dan dat er bijkomen.’
‘Na 2000 werden de “minicrèches” gepromoot, die aan minder strikte eisen moesten voldoen en ook veel minder subsidies kregen. Dan is in 2014 ook nog eens het aantal kinderen per begeleider verhoogd, om meer plaatsen te creëren.’
De afgelopen jaren waren het vooral de minicrèches die onder vuur kwam te liggen. Het Sloeberhuisje was er zo een.
‘Ik geef toe: er waren ook goede minicrèches, van erg bevlogen mensen, die liever minder gebonden waren aan regels en vernieuwing nastreefden. Zo zijn de eerste ecologische crèches ontstaan. Maar vaker ging het om mensen zonder geschikte opleiding, die er bijvoorbeeld in hun garage mee begonnen. De overheid heeft lang gezegd dat deze opvang even kwaliteitsvol was als de gesubsidieerde kinderdagverblijven, maar dat was in de meeste gevallen niet zo.’
Dat zette de topvrouw van Opgroeien, Katrien Verhegge, er eerder dit jaar toe aan om te zeggen dat ‘de rotte appels’ eruit moeten.
‘Dat is essentieel en belangrijk. Maar als de rotte appels eruit zijn, heb je nog geen gezonde boom, laat staan een gezonde boomgaard. Daarom vonden er het voorbije jaar zoveel acties plaats vanuit de sector zelf. Die zegt: het stopt niet bij veiligheid, wij willen beter.’
De slogan van die acties, ‘Negen is te veel’ is ook de titel van uw boek. ‘Beter’ lukt niet als je voor acht of negen baby’s moet zorgen.
‘Vandaar de ontgoocheling over de 110 miljoen euro extra die de Vlaamse regering voor de kinderopvang uittrekt. De Vlaamse minister van Welzijn, Hilde Crevits (CD&V), heeft afgelopen zomer beloofd om de norm voor het aantal baby’s per begeleider te verlagen. De sector heeft dat goed gehoord, en genoteerd. Toch zit die maatregel niet in het pakket. Blijkbaar hebben andere belanghebbenden harder gelobbyd ...’
• ‘Als we zo doorgaan, gebeuren nog meer ongelukken in kinderopvang’
‘Het gevolg is dat kinderbegeleiders alleen tijd hebben voor verzorging, en dan nog. Daarmee zitten we opnieuw in de jaren 70!’
Ontgoochelt u dat?
‘Ja, natuurlijk. We hebben zo lang geijverd voor meer kwaliteit, door kinderbegeleiders bij te scholen en hen aan te moedigen om de kinderen uit te dagen met spel en creativiteit, zodat ze zich maximaal kunnen ontplooien en bijleren. Goede, kwaliteitsvolle opvang is een excellente manier om gezinnen met jonge kinderen te ondersteunen. Beter dan de opvoedingsondersteuning die de jongste tien, twintig jaar in opmars is. Opvoedingsexperts, apps, slaap- en zindelijkheidscoaches leggen de verantwoordelijkheid te veel bij de individuele ouder.’
Dat zint u niet?
‘Al dat advies drukt uit wat de samenleving van ouders verwacht, en wie daar niet aan beantwoordt, is de klos. Dat wilde ik met dit boek omkeren, door erop te wijzen wat ouders van de samenleving mogen verwachten. Hetzelfde zie je gebeuren rond de instapklasjes in de kleuterscholen: de vraag moet niet zijn of een kind schoolrijp is, maar of de school kindrijp is. Kan je kind er uitrusten? Wordt het goed opgevangen tussen de middag? En dan die eeuwig terugkerende discussie over zindelijkheid. Als we collectief verwachten dat kinderen op 2,5 jaar naar school gaan, moeten we daar niet over zeuren.’
Michel Vandenbroeck, Negen is te veel, uitg. Borgerhoff & Lamberigts