Column De Mening
Het stond er echt: kinderen in kartonnen tentjes
Ik wou vandaag iets schrijven over ontlezing. En het belang van degelijk leesonderwijs. Want ons land bengelt onderaan de Europese klas als het op begrijpend lezen aankomt, en de literatuur krijgt steeds minder aandacht in de lessen Nederlands. Taalkundige Yra Van Dijk en docent Marie-José Klaver deden uitgebreid onderzoek naar de leescrisis in Nederland, incluis mogelijke oplossingen. Ze komen met boeiende vaststellingen. Zoals dat begrijpend lezen ook de basis is voor andere vakken, en goede lezers later betere arbeidskansen hebben. Fictie lezen is dus niet nutteloos. Dat wie elke dag een uur leest jaarlijkse vier miljoen woorden voorbij ziet komen. Dat simpeler boeken aanreiken net niet aanzet tot meer of liever lezen. En vooral: dat het opleuken van literatuuronderwijs contraproductief werkt. Al te vaak focussen leraren op het onderwerp van een boek, zodat literatuuronderwijs vaak verzandt in praten over boeken die je niet eens hoeft gelezen te hebben. Willem die Madoc maakte van Nico Dros wordt zo gereduceerd tot: ‘Wat lijkt je leuk aan de middeleeuwen?’ Over het boek zelf, vorm of inhoud, gaat het nog zelden. Het geschrevene wordt overbodig. Wat dodelijk is voor de leesontwikkeling. En waardoor leerlingen niet eens meer in staat zijn Anne Franks dagboek te lezen op de leeftijd dat zij het schreef. Ik had zelfs al een eindzin voor mijn stuk: Dus, beste leraar, maak lezen niet te leuk, je helpt er niemand mee.