Lifehacks 12 tips voor een opgeruimd huis
Wat ordelijke mensen weten (en misschien vergaten te zeggen)
Waar mensen leven, bewegen spullen. En Maaike Van Melckebeke merkt dat die spullen in haar leven nogal vaak in de richting van chaos bewegen, terwijl ze – in een gezin met jonge kinderen – toch graag iets meer rust wil. Maar hoe dan? Bij professionals en bij haar meest georganiseerde vrienden vindt ze twaalf heerlijk hacks die ze hier gul deelt. Zie het als een cadeautje van de ene chaoot voor alle anderen.
Opruimen is een levensstijl. Joy sparken met de Japanse opruimgoeroe Marie Kondo, een organisatiefetisj voeden met de professionele organizers van The home edit (die u misschien kent van Netflix) of spartaans minimaliseren: voor elke sloddervos een bekering. Zelf kon ik nooit kiezen. Ik word gelukkig van een goed organisatiesysteem, kan nooit een goede ‘tap to clean’ weerstaan op Instagram en liet me voor dit artikel gewillig meezuigen in een Youtube-vortex van perfect gecoiffeerde Amerikaanse huisvrouwen en hun ordetips. Tegelijk bracht de fascinatie voor opruimen me nog geen opgeruimd huis. Tussen administratie, eenzame sokken, volle boekentassen en ondefinieerbare plakkerigheid leek zo’n colour coded, afgestoft en overzichtelijk huis altijd een utopie.
Is orde dan echt onbereikbaar? Helemaal niet, bewijzen vrienden met minstens even drukke levens en kinderen. Ze bestaan, de opruimtips die werken. Hacks die op fluistertoon worden gedeeld onder jonge gezinnen, openbaringen van ex-chaoten, systemen die geniaal zijn in hun eenvoud. Ik ontleende elk opruimboek dat ik kon vinden, belde met bekeerlingen en neusde schaamteloos in de berging van vrienden. Het resultaat? Twaalf bruikbare ideeën waarvoor je geen leven hoeft om te gooien.
1. Eén in, één uit. Het is gemakkelijk lachen met Marie Kondo – een handtas bedanken, haha! – maar in essentie heeft ze natuurlijk gelijk. De meest evidente weg naar een opgeruimd huis is minder spullen. Alleen durf ik te twijfelen of het voor iedereen een goed idee is om meteen je hele inboedel op een (wan)hoop te gooien. Zo’n eenmalige purge gaat ook gewoon voorbij aan het echte probleem: dat er de week erop weer tien pakjes van Bol.com in de gang wachten.
Een vriendin vertelde me dat ze voor elk nieuw T-shirt dat ze koopt er eentje wegdoet. Haalbaar en geniaal in zijn eenvoud, want perfect toepasbaar voor pakweg speelgoed, servies en boeken. Het zorgt er niet alleen voor dat kasten niet overstromen, je denkt ook twee keer na bij een (online)aankoop of een set gratis ovenwanten in de supermarkt.
2. Doe de rode-wijntest. Moeite met weggooien, verkopen of doneren? De reden waarom we vasthouden aan spullen, heeft net zoveel met schuldgevoel te maken als met verzameldrang. De verlossende tip komt niet van Marie Kondo, wel van Amerikaanse binnenhuisarchitecte en comédienne Caroline Winkler. Stel je voor dat je een glas wijn morst op een object, hoe hard zal je dan je best doen om het te redden? Ga je maniakaal schrobben, of klinkt een wijnvlek als het gedroomde argument om afscheid te nemen van het ding in kwestie? Je weet wat te doen.
3. Gooi nooit een schoenendoos weg. Kleuterbegeleiders zijn opruimgenieën, las ik bij opruimcoach Nele Colle. Ze heeft een punt. Een kleuterklas is de perfecte storm als het op rommel aankomt: veel spullen, veel kleine sloddervossen, veel verkeer. Toch ziet zo’n doorsnee-klasje er altijd opgeruimd uit. Hoe? Zones, bakjes en alles een vaste plaats. Anders gezegd: onderverdeel en heers. Geen lade voor de pennen, opladers en batterijen, maar een lade met bakjes voor respectievelijk pennen, batterijen en opladers. Voor die bakjes hoef je trouwens geen Ikea of Action te plunderen: schoenendozen zijn duurzamer dan plastic en hebben de ideale grootte.
4. Stop met stapelen. Een stapel kleren, gezelschapsspelletjes of opbergdozen, dat ziet er misschien netjes uit, handig is het niet. En wat niet handig is, blijft niet. Of het nu gaat om de badkamerkast, een open rek in de woonkamer of verborgen kastruimte: stapel alles alsof het boeken zijn: naast elkaar, zichtbaar en grijpbaar. Het internet staat bol van filmpjes van de KonMari-techniek, de vouwmethode van Marie Kondo, die zelfs wijde jurken transformeert in ordentelijke, opstaande pakketjes. In een hoge of diepe kast is een slim gekozen opbergsysteem geen luxe. Voor kleine spullen als make-up brengt een ‘lazy Susan’-draaiplateau (de naam alleen al) redding, voor grotere spullen zijn opberglades of een kleine ladekast dankbare hulpmiddelen.
5. Fotografeer tekeningen. Of het nu gaat om werkjes van je kinderen, kleinkinderen, nichtjes, neefjes of petekinderen, vroeg of laat sluipt kinderkunst het huis binnen. Eerst lief en schattig, maar al snel een niet-aflatende stroom aan kleiwerkjes, wc-rolconstellaties en volgekrabbeld kladpapier. Alles in de vuilnisbak keilen, daar heeft geen mens het hart voor. Maar alles bewaren is ook geen optie. Wat doe je dan wel? Zorg voor een centrale plek waar kinderen tekeningen kunnen leggen. Selecteer samen af en toe stukken om op te hangen. Gooi, als ze er niet zijn, geregeld een deel weg. De mooiste stukken laat je uiteindelijk ook verdwijnen, maar niet voor er eerst een foto van te maken. Kinderkunst is zelden robuust. Op deze manier bewaar je alles, in een album als je dat wil, zonder kubieke meters aan vergeeld papier. Geniaal, zei ik dat al?
6. Speel in op wat er is. Een vriendin met drie kleine kinderen heeft in haar hal twee plooibakken staan: een voor de schoenen, een tweede als grabbelbak voor mutsen, handschoenen en sjaals. In de zomer wisselt ze de laatste met petten.
Een goed opbergsysteem is geen hogere wiskunde: waar stapelt de rommel zich op? Daar is een oplossing nodig. Je hoeft geen huisgenoten te overtuigen of jezelf nieuwe gewoontes aan te leren, een goed geplaatste kapstok, kast of mand spreekt voor zich. Zoals Caroline Winkler het zegt: ‘If the keys always go on the table, place a freaking bowl on the table.’ Als de sleutels toch altijd op de tafel gegooid worden, voorzie dan gewoon een kom op die tafel.
7. Maak de cirkel rond. Coach en schrijver Kelly Deriemaeker is, zegt ze zelf, van nature een sloddervos. Daarbij heeft ze ook ADHD, waardoor ze soms moeite heeft om zich te focussen. Toch lukt het haar om de rommel (meestal) de baas te blijven, zeker sinds ze met haar gezin enkele jaren geleden verhuisde naar een nieuwbouwwoning met veel open ruimtes. Voor haar zit het geheim in kleine routines. ‘Het heeft een tijdje geduurd voor ik het doorhad, maar veel rommel is het resultaat van een proces dat ik niet heb afgemaakt’, zegt Kelly. ‘Denk bijvoorbeeld aan winkelen. Wanneer ik thuiskom, kan ik de zakken laten staan en iets anders gaan doen, of ik kan de bonnetjes weggooien, de prijskaartjes eraf knippen en de spullen meteen wegleggen. Het zorgt niet alleen voor minder rommel, het geeft me ook meer plezier.’
8. Doe het nu. Geen opruimfilosofie zonder hoofdstuk over post. Brievenbakjes, triagesystemen, labels met afkortingen: het ziet er bevredigend uit, maar bij de meeste mensen implodeert zo’n systeem steevast na enkele weken. De reden? Brieven die je in bakjes stopt, verdwijnen niet. Hier bleek één regeltje efficiënter dan eender welk vernuftig plan: de one minute rule, ontleend van de Amerikaanse bestsellerauteur Gretchen Rubin. Het is simpel: elk taakje dat je op minder dan een minuut kan afronden, stel je niet uit. Ook Kelly gelooft dat knopen doorhakken de weg is naar een (meer) opgeruimd huis. ‘Een factuur die je nog niet betaalde, een uitnodiging waarop je nog niet reageerde, een pakje waarvan je nog niet beslist hebt of je het wil houden: rommel is niet meer dan een verzameling uitgestelde beslissingen.’ Stapelt de rommel zich op? Hak enkele knopen door. Betaal de factuur, bevestig de uitnodiging, stuur het pakje terug. Voor veel post geldt: er is geen goede of slechte beslissing, neem gewoon een beslissing.
9. Verlaat nooit een kamer met lege handen. Een opgeruimd huis is een momentopname. Waar mensen leven, bewegen spullen. Servies naar de tafel, een krant naar de zetel, was naar het washok en weer terug. Je kan aan het einde van de dag alle verkeerd gelegde spullen opnieuw op hun plek leggen, maar wie heeft daar energie voor? Hoeft ook niet, zegt Jenn Lifford, een Canadese moeder en poetsinfluencer. Maak er een gewoonte van om altijd iets mee te nemen als je van de ene kamer naar de andere gaat. Zo raakt het huis vanzelf opgeruimd. Ga je een koffie halen in de keuken? Neem een vuil bord mee. Iets nodig uit het washok? Pak meteen die volle wasmand al even mee tot aan de trap. Het vraagt wat moeite in het begin, maar het wordt snel een reflex. Je hoeft het zelfs niet meteen op de juiste plek te leggen, de juiste richting is al voldoende.
10. De trapmand. Hoe herken je mensen die het voor elkaar hebben in hun huis? Je hoeft hen nooit te vragen waar de vaatwastabletten liggen (ze staan gewoon op de meest logische plek), er is altijd iets om te drinken en ze hebben een trapmand. Een trapmand is exact wat je ervan verwacht: een mand voor op de trap. Ze bestaat in handige tetrisblokvorm, maar elke niet al te grote mand laat zich promoveren tot trapmand. Het werkt als volgt: door de dag drop je er spullen in die naar boven moeten (een fles shampoo, wc-papier, propere was, een verloren knuffel …). ’s Avonds neem je alles gewoon in één keer mee naar boven. ’s Ochtends kan het ding weer naar beneden, optioneel met lege flessen shampoo, vuile was of ander verkeer in de andere richting.
11. Wees een padvinder in de badkamer. Opruimen is één ding, je huisgenoten zover krijgen nog iets anders. Iedereen die ooit een badkamer moest delen, weet hoe die plek een dag kan maken of kraken. Er is niets ‘goede morgen’ aan wakker worden tussen de klamme handdoek, vuile sokken en tandpastastrepen van je voorganger. Of toch? ‘Ik was het beu om te zagen, dus probeer ik gewoon mijn mindset te veranderen’, zegt Kelly Deriemaeker. Inspiratie vond ze bij kamperende padvinders: laat de plek mooier achter dan toen je die vond. ‘Ik ben niet naïef, wellicht merkt mijn gezin zelfs niet dat ik tandpastaresten heb opgeruimd. Maar het is zoals een rondslingerend blikje oprapen op straat: jij weet dat je iets goed hebt gedaan en dat is genoeg.’
12. Het wordt elke dag makkelijker. Maar je moet het wel elke dag doen. Een van de mooiste citaten uit de animatieserie Bojack Horseman komt van een joggende baviaan die een uitgeputte Bojack moed inspreekt met de woorden: ‘Every day it gets a little easier. But you gotta do it every day. That’s the hard part.’ In de serie gaat het over hardlopen (en eigenlijk over obstakels overwinnen), maar het geldt net zo goed voor opruimen. Een huis op orde houden is een monotoon en ondankbaar taakje. Maar het gaat beter als je er elke avond tijd voor maakt. Tien à vijftien minuten per dag. Niet meer, zodat je jezelf niet verliest in een ordemanie, maar ook niet minder. Doe het met een podcast in de oren of het nieuws op de achtergrond. Of zoals psychotherapeute Lies Clerx (auteur van het boek Wat een moeder leiden kan): met het hele gezin en jullie favoriete muziek als soundtrack. Het wordt gemakkelijker, beloofd.