Interview Jacques Vandermeiren
‘Onze havens worden de spin in het waterstofweb’
Als België ‘de waterstofpoort’ van Europa wil worden, zoals de regering ambieert, zullen de havens van Antwerpen en Zeebrugge een cruciale rol spelen, zegt de havenbaas.
Havenbaas Jacques Vandermeiren: ‘Zonder overkoepelend beleid wordt de energietransitie zeer moeilijk.’ Fred Debrock
‘Om af te kunnen stappen van fossiele brandstoffen, zoals aardgas en olie, kan men dromen van elektrificatie – en sommige bedrijven, zoals BASF, zetten daar zwaar op in – maar dat zal nooit alle industriële processen kunnen opvangen. Als grondstof voor de petrochemische industrie, bijvoorbeeld, zijn geen honderden mogelijkheden of alternatieven als we van niet-hernieuwbare naar duurzame moleculen willen overstappen. Daar speelt waterstof, of afgeleide producten als ammoniak, methanol of synthetisch methaan, een heel belangrijke rol. Ook zwaar transport, zoals met schepen of vliegtuigen, kan niet overstappen op stroom, maar heeft groene moleculen nodig. Die zullen ergens moeten worden aangemaakt.’
‘Om zijn energieonafhankelijkheid te bewaken, wil Europa de helft lokaal produceren (het gaat om 10 miljoen ton koolstofvrije waterstof tegen 2030, waar er nu wereldwijd ongeveer 1 miljoen ton met hernieuwbare energie wordt gemaakt, red.), maar zeker in een klein land als België zijn de mogelijkheden daarvoor beperkt. Daarom wil de EU nog eens eenzelfde hoeveelheid invoeren vanuit landen waar wind en zon meer voorradig zijn, en er de ruimte is om die op te vangen.’
‘Ook in de haven willen we waterstof gaan produceren, al zal dat heel beperkt zijn. Maar de import zal wel via schepen gebeuren. Er is een noordelijke en zuidelijk scheepvaartroute om groene moleculen in te voeren, vanuit de Baltische en de Middellandse Zee. Door de aanwezigheid van onze grote industriële cluster, die er niet in het zuiden of noorden is, en de korte afstand naar het Ruhr-gebied (het industriële hart van Duitsland, red.), heeft de driehoek Zeebrugge-Antwerpen-Rotterdam unieke troeven om een sleutelrol te spelen in die transitie, en de Europese energiebevoorrading voor de komende decennia. Onze havens zijn de spin in het web van de waterstofstrategie.’
• Waterstof, een hype of de heilige graal?
‘Anders dan bij de productie van groene stroom (waarbij je windmolens en zonnepanelen relatief makkelijk aan het bestaande stroomnet kan koppelen, red.) heb je bij waterstof aanpassingen in iedere schakel van de keten nodig. Rederijen moeten nieuwe schepen bouwen om de groene moleculen te kunnen transporteren, baggeraars helpen ook elders in de wereld windparken of installaties voor waterstofproductie op te zetten – zoals Deme in Oman doet. Er zijn ook nieuwe terminals, pijpleidingen en opslagplaatsen nodig, of bedrijven als John Cockerill, die elektrolysers ontwikkelen (die waterstof produceren door met stroom water te splitsen, red.). En ook de industrie, als eindgebruiker, moet zijn productieprocessen aanpassen.’
‘De kunst is om niet één speler, maar al die partijen op hetzelfde moment door de deur krijgen, zodat we tegen 2030 klaar zijn om grote hoeveelheden koolstofvrije waterstof naar hier te halen en te gebruiken. Daarom is een overkoepelende strategie zo belangrijk.’
‘Liefst kunnen we al vroeger de eerste moleculen invoeren, vanaf 2028, om tegen 2030 klaar te zijn om op te schalen.’
‘In een eerst fase moet er geïnvesteerd worden in infrastructuur. Dat kost heel wat tijd om te bouwen, en van zulke investeringen zul je geen spijt krijgen. We zullen de infrastructuur sowieso nodig hebben, en we weten ongeveer waar.’
‘Het is in ons land bijzonder complex om vergunningen te krijgen – een waterstofinstallatie in Chili of Oman is sneller gebouwd – en om draagvlak te creëren. Maar die hoogspanningslijnen of leidingen zullen wel ergens moeten liggen. Dat is nooit aangenaam. Niemand wil ze in zijn achtertuin, maar als mensen weten waarom ze worden gelegd, is dat net iets makkelijker.’
‘En ten slotte staat ook de certificatie nog niet op punt. Het zijn allemaal minder sexy aspecten van de energietransitie, maar ze zijn cruciaal. Zonder overkoepelend beleid wordt het zeer moeilijk.’