De dodentol van de crash van een Russisch legervliegtuig op een woongebouw in de Russische havenstad Jejsk is opgelopen tot zeker vijftien mensen, onder wie drie kinderen. Dat melden de Russische autoriteiten. 25 anderen raakten gewond. Volgens onderzoekers ligt een ‘technisch defect’ aan de basis van het ongeval.
In de woontoren van negen verdiepingen woedde na de crash urenlang een grote brand. In totaal zijn volgens de Russische beambten 72 woningen verwoest en moesten meer dan 500 mensen in veiligheid worden gebracht. De vuurzee strekte zich uit over een oppervlakte van 2.000 vierkante meter, zo bleek uit eerdere informatie van het ministerie van Noodsituaties. Volgens de autoriteiten stonden vijf van de negen verdiepingen in brand en werden zeventien appartementen getroffen.
Jejsk ligt aan de Taganrogbaai en de Zee van Azov, in vogelvlucht zowat 60 kilometer van de Oekraïense havenstad Marioepol.

Het Russische ministerie van Defensie meldde dat de brandstof van het vliegtuig, een jachtbommenwerper van het type Su-34, in brand was gevlogen op de plaats van de crash. De twee piloten zouden zichzelf in veiligheid hebben gebracht met hun schietstoel. Het toestel was volgens het ministerie bezig aan een trainingsvlucht.
Dergelijke vluchten gebeuren normaal gezien zonder munitie. Het boulevardblad Komsomolskaja Pravda berichtte echter dat de explosie bij de crash zo groot was dat het leek alsof het toestel bewapend was. Door de nabijheid van Oekraïne kunnen vanuit Jejsk luchtaanvallen worden uitgevoerd.
De Russische president Vladimir Poetin voelt zich in diepe rouw verbonden met alle families ‘die hun geliefden in de nasleep van deze ramp verloren hebben’, zegt Kremlin-woordvoerder Dmitri Peskov.