Michail Gorbatsjov, de Sovjetleider onder wie de Koude Oorlog stopte, is op 91-jarige leeftijd overleden na een slepende ziekte.
Gorbatsjov was de laatste leider van de Sovjet-Unie en trad op 54-jarige leeftijd aan in 1985. Hij stond aan het roer van het communistisch blok toen in 1989 het IJzeren Gordijn viel. Tot dan was Europa verdeeld in een Westers en communistisch deel.
Onder zijn bewind verbeterden de relaties met het Westen. Zo wilde hij met de VS de wapenwedloop aan banden leggen. Gorbatsjov gaf zijn burgers destijds meer economische en persoonlijke vrijheid. Een baanbrekend programma dat bekend stond als ‘glasnost en perestrojka’.
Tegelijk zetten die hervormingen de val van het Sovjetimperium in gang. Zo wakkerden de hervormingen het nationalisme aan in Sovjetstaten en satellietstaten. In tegenstelling tot zijn voorgangers sloeg Gorbatsjov burgerprotesten niet hardhandig neer. In 1989 viel dan de Berlijnse muur. Twee jaar later spatte de Sovjet-Unie volledig uiteen en stopte zo ook de Koude Oorlog. Voor velen geldt die tijd als een erg chaotische periode. Hij werd opgevolgd door Boris Jeltsin.
Gorbatsjov maakte zich door zijn pro-westerse houding erg populair in het Westen. Zo zei de Britse premier Margaret Thatcher ooit dat ‘met hem wel zaken te doen zijn’. Ook met de Amerikaanse president Ronald Reagan kon hij het goed vinden.
Met Gorbatsjov aan de macht vanaf halfweg de jaren ‘80 maakte de Sovjet-Unie verschillende belangrijke momenten mee. Zo was er de kernramp in Tsjernobyl in 1986, iets wat de Sovjets destijds probeerden stil te houden. Onder zijn impuls trok het Sovjetleger zich ook terug uit Afghanistan in 1989. In 1990 kreeg Gorbatsjov de Nobelprijs voor de Vrede.
Huidig Russisch president Vladimir Poetin heeft zijn diepste medeleven betuigd aan de familie. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, noemde hem ‘een vertrouwd en gerespecteerd leider’. Ze zegt dat ze zijn erfenis nooit zal vergeten.


