Zouden we de gitaarlijn van ‘Do I wanna know’ iconisch durven te noemen? Afgaande op het anticipatief gekir dat opsteeg toen Arctic Monkeys ermee hun set openden, was de song dat alleszins voor de generatie twintigers en dertigers die de Main Stage lieten vollopen voor de afsluiters van Pukkelpop 2022.
Net als op de vorige edities van het festival was dat ook dit jaar trouwens geen evidentie, zelfs niet voor co-headliners Slipknot en Tame Impala. Maar de band rond Alex Turner bleek wél te beschikken over een lokroep die verenigt over subculturen heen. Zodanig zelfs dat even verderop H.E.R. en Bright Eyes hun tenten stonden af te sluiten voor een handjevol diehards.
Tekstparels en catchy riffs
Een deel van die aantrekkingskracht schuilt in Alex Turners reputatie als de beste tekstschrijver van zijn generatie. Ook in deze setlist zaten op dat vlak pareltjes verstopt. Neem nu de regel ‘Who’d want to be men of the people, when there’s people like you?’: andere bands zouden daar een catchy refrein rond bouwen, maar Turner permitteert het zich dat achteraan een obscure song als ‘Teddy picker’ te parkeren. Of neem hoe de zanger in ‘Arabella’ de schoonheid van zijn geliefde vergelijkt met die van de ondergaande zon: ‘The horizon tries, but it’s just not as kind on the eyes’. Toen Jamie Cook daar nog een joekel van een gitaarriff achteraan gooide, ging de weide helemaal overstag.
Ook dat vormt een deel van het succes: die herkenbare riffs. Generatiegenoten als The Killers en Kings of Leon moeten het voornamelijk hebben van hun stadionrefreinen, maar op Pukkelpop werden ook de gitaarlijnen van ‘Brianstorm’ en ‘The view from the afternoon’ meegezongen. Faut le faire. Een greatest hits-setlist (van het makke Tranquility Base Hotel & Casino bleven enkel ‘One point perspective’ en de titeltrack over) deed de rest.
De man die rust vond
Alleen Turners présence als frontman is altijd al een onzekere factor geweest. Voor het aalvlugge ‘I bet you look good on the dancefloor’ (overigens de enige song die de band met het kernteam van vier speelde, elders stonden er zeven muzikanten op het podium) haalde hij nog zijn strakste delivery boven. Maar ‘505’ zong hij met zijn handen in zijn zakken. Bij ‘Cornerstone’ leek hij er dan weer plezier in te scheppen om zijn tempo zo onnavolgbaar mogelijk te maken – het was alsof we probeerden mee te zingen met een song die we voor het eerst hoorden. En wanneer Turner zich waagde aan een van zijn weinige bindteksten (‘Lovely to see you again!’) klonk zijn stem dof en slaapdronken, alsof niet wij, maar hij net vier dagen Pukkelpop achter de kiezen had.
Nu goed: praten deed Turner ook al niet toen hij als 20-jarige de debuutplaat van Arctic Monkeys in wervelwindvorm kwam voorstellen op Rock Werchter. Als 36-jarige lijkt hij meer rust gevonden te hebben in zijn performances, maar laat hij de muziek nog steeds voor zich spreken. Na een weekend waarin we aan de lopende band doe-opdrachten kregen van de artiesten op Pukkelpop, moet Arctic Monkeys zowat de eerste band geweest zijn die ons werkelijk nergens om vroeg. En toch werd er gemosht bij ‘Don’t sit down ‘cause I’ve moved your chair’, zwaaiden de armen in ‘Pretty visitors’, en zongen fans de achtergrondkoortjes bij ‘Knee socks’. Het pleit voor de kracht van die songs dat ze, ook met een bedeesde performance, toch een uitroepteken achter deze editie van Pukkelpop konden zetten.
Arctic Monkeys, gezien op Pukkelpop op 21/08