De Noord-Ierse politicus en protestant David Trimble is op 77-jarige leeftijd overleden, zo liet zijn familie maandag weten. Trimble was de architect van het Goedevrijdagakkoord dat een einde maakte aan de Noord-Ierse burgeroorlog.
Trimble en de Ierse nationalist John Hume ontvingen in 1998 gezamenlijk de Nobelprijs voor hun rol bij het beëindigen van het geweld tussen katholieke nationalisten die naar Ierse eenheid streefden en pro-Britse protestanten die in het Verenigd Koninkrijk wilden blijven, waarbij zo’n 3600 mensen om het leven kwamen. Volgens zijn familie is hij maandag na een korte ziekte vredig heengegaan.
De voormalige Amerikaanse president Bill Clinton omschreef hem als een leider die steeds de moeilijke in plaats van de politiek opportune keuzes maakte. ‘Hij geloofde dat toekomstige generaties het verdienden om zonder geweld en haat op te groeien. Trimble was een leider met moed, visie en principes.’ Ook de aftredende Britse premier Boris Johnson had niets dan lovende woorden voor Trimble. ‘Hij was een reus van de Britse en internationale politiek.’
Van verrader tot voortrekker
Trimble werd opgeleid tot advocaat, maar gaf de voorkeur aan de academische wereld boven de rechtszaal. In 1974 zette hij zijn eerste stappen in de Noord-Ierse politiek. Toen omschreef men hem als een politicus van de harde lijn. Hij zorgde er onder andere voor dat een eerste poging tot akkoord van de vredesdeal van 1998 de grond werd ingeboord.
Aan het eind van de jaren zeventig sloot hij zich aan bij de hoofdpartij van de Britsgezinde Ulster Unionist Party (UUP). Uiteindelijk zou hij zijn onwillige partij meeslepen in de besprekingen die later leidden tot de ondertekening van het Goedevrijdagakkoord. Veel protestanten beschouwden hem daarvoor als een verrader.
Ex-Sinn Fein leider en Trimbles politieke tegenstander Gerry Adams, wiens partij fungeerde als de politieke vleugel van het Ierse Republikeinse Leger (IRA), zei dat Trimble’s bijdrage aan bijna 25 jaar relatieve vrede ‘niet onderschat kan worden’. ‘David stond voor enorme uitdagingen toen hij de UUP leidde bij de onderhandelingen over het Goedevrijdagakkoord en zijn partij ervan kon overtuigen het te tekenen. Ik dank hem daarvoor.’