Voor 4 personen:

500 g scampi’s, ontdaan van het darmkanaal, maar liefst met kop en pantser er nog aan

60 g kokosolie

Zout & zwarte peper

5 verse limoenblaadjes, zonder de steeltjes (te vinden in goed gestockeerde Aziatische supermarkten, of te vervangen door basilicum)

6 fijngesneden teentjes knoflook

150 ml kokosroom

Vruchtvlees van 1 limoen, in fijne stukjes

1. Meng de garnalen in een grote kom met een lepel kokosolie en een snuifje zout. Zet een pan op een hoog vuur. Zodra ze begint te roken, schroei je de garnalen twee minuten aan beide kanten. Leg de pan niet te vol met garnalen, bak ze in meerdere keren.

2. Zet de garnalen opzij en spoel – als er aanbaksels zijn blijven kleven – de pan even om. Zet ze terug, op een middelhoog vuur. Voeg de overgebleven kokosolie toe. Als die heet is, voeg je de limoenblaadjes toe. Roerbak ze drie minuten, tot ze knisperig zijn. Laat ze uitdruipen in een zeef boven een kommetje.

3. Ze de pan weer op het vuur, voeg de gezeefde olie toe met de knoflook en bak drie of vier minuten, tot de teentjes licht gekleurd zijn. Voeg de garnalen toe, 120 ml kokosroom en een snuifje zout en peper. Bak vier tot vijf minuten verder, tot de garnalen doorbakken zijn en de saus een beetje ingedikt is.

4. Mix voor de dressing de fijngesneden limoen met de overgebleven 30 ml kokosroom en een snuifje zout. Schik de scampi op een bord, schep de saus erover, en daarna de dressing. Verkruimel er de knapperige limoenblaadjes over. Serveer warm.