Recensie americana
Plaatje van een plaat
Nadat zijn vader op een avond in elkaar was gezakt na een verkeerde dosis hartmedicatie, putte Kevin Morby troost uit familiefoto’s. Hij zag vaderlief in zijn gloriejaren, maar de vergankelijkheid overviel hem. De zanger trok met die gedachten naar een roemrucht hotel in Memphis, waar hij zijn zevende album bij elkaar pende. De titelsong gutst van de kosmische energie, ook van de koebelrocker ‘Rock bottom’ spat de joie de vivre. Maar het zijn de introverte songs, waarin Morby het vervlieden van de tijd tackelt, die het meest vervoeren. In ‘A coat of butterflies’ en ‘Disappearing’ grijpt hij de verdrinkingsdood van Jeff Buckley in de Mississippi aan voor een ontroerende bespiegeling over eindigheid. Een harp twinkelt, een jazzy trompet schuifelt voorbij, een koor stopt een dekentje toe. Morby verdringt zijn indierockroots steeds meer ten voordele van americana. ‘Bittersweet, TN’ haalt er een banjo bij, ‘Five easy pieces’ verzoent Dylan met soul en gospel. Zijn afdronk wordt er alleen maar voller van. Een plaatje. (tzh)