Alle stemmen zijn nog niet geteld, maar de winnaar van de Noord-Ierse verkiezingen is eigenlijk gekend: Sinn Fein. En dat is historisch. Voor de allereerste keer wordt de pro-Ierse katholieke partij, ontstaan als politieke vleugel van het IRA, groter dan de pro-Britse DUP.
Sinn Fein is voorlopig goed voor 29 procent van de stemmen. De DUP volgt op ruime afstand met 21 procent.
Michelle O’Neill, de leider van Sinn Fein, noemt de overwinning historisch. Zij zal trouwens premier worden, als hoofd van de winnende partij. Dat betekent dat voor de eerste keer een politicus de regering zal leiden die vindt dat Noord-Ierland uit het Verenigd Koninkrijk moet stappen en moet samensmelten met de Ierse Republiek.
De DUP heeft zaterdag de nederlaag al toegegeven. ‘Het ziet er naar uit dat Sinn Fein de grootste partij wordt’, verklaarde partijleider Jeffrey Donaldson op Sky News.
Demografie en interne spanningen
Dat Sinn Fein plots de grootste partij kan worden, heeft veel te maken met demografie – de katholieken hebben meer kinderen – maar ook met het feit dat de DUP ten onder gaat aan interne spanningen en steeds meer de voeling met de maatschappij is kwijtgeraakt. Veel Noord-Ierse protestanten hebben het gehad met de aartsconservatieve lijn van de DUP.
Woelig
Michelle O’Neill, de leider van Sinn Fein, mag dan wel eerste minister worden, ze moet de macht delen met de grootste protestantse partij. Dat is destijds zo overeengekomen in het vredesakkoord voor Noord-Ierland. De leider van de DUP wordt dus automatisch vicepremier, maar die rol ziet de partij eigenlijk niet zitten.
Alle unionistische partijen, met de DUP op kop, eisen bovendien dat de Brexit-regeling, die is uitgewerkt voor Noord-Ierland, op de schop gaat. Anders willen ze niet in een regering stappen.
Het worden dus woelige tijden voor Noord-Ierland.
