Corona houdt lonen in toom
  Foto:  Jordi Huisman/Hollandse Hoogte

Het gemiddeld bruto maandloon in België lag in 2021 op 3.748 euro. Van een loonstijging was er vorig jaar geen sprake, leert het Salariskompas van Jobat.

Ieder jaar peilt het Salariskompas van Jobat naar het loonzakje van de Belgische werknemers. Voor de editie van 2021 hebben 114.000 respondenten de enquête ingevuld.

Met 3.748 euro lag het gemiddeld bruto maandloon een klein beetje lager dan in 2020 (3.783 euro). Het (bijna) status quo in de verloning kan volgens de experts van Jobat ‘niet los worden gezien van de impact van de coronacrisis. Die heeft in veel bedrijven tot een verhoogde budgettaire discipline geleid.’

Daarnaast heeft de verhoogde nadruk op plaatsonafhankelijk werken, zoals thuiswerken, voor een shift naar alternatieve verloningsvoordelen gezorgd. Tegenover vijf jaar geleden hebben nu een kwart meer werknemers een laptop van het werk. Het aantal werknemers dat kan rekenen op een onkostenvergoeding voor thuiswerk en/of een internetabonnement nam de voorbij vier jaren met 15 à 20 procent toe.

Minder gelukkig

Het uitblijven van een loonsverhoging en de toegenomen flexibiliteit in de werkregelingen (met wisselende combinaties van thuis- en kantoorwerk) wegen wel op de tevredenheid van de werknemers. Slechts een op de drie (33 procent) zegt ‘erg tevreden’ te zijn met het verloningspakket, dat is een iets lager percentage dan in 2020 (36 procent).

Achter het gemiddelde brutoloon gaan bovendien grote verschillen schuil tussen de drie grote beroepsstatuten. Zo verdienen de bedienden gemiddeld 3.815 euro bruto, tegen 2.961 euro bij de arbeiders en 4.199 euro bij de ambtenaren.

Omdat veelverdieners het loongemiddelde van een beroepsgroep kunnen vertekenen, meldt het Salariskompas van Jobat ook het mediaanloon. Dat lag in 2021 op 3.302 euro bruto. Concreet: de helft van de ondervraagden verdient minder dan 3.302 euro en de andere helft verdient meer.

Verschil in loopbaan

Opmerkelijke vaststelling in het Salariskompas: de gemiddelde startlonen (bij werknemers met minder dan 1 jaar ervaring) van arbeiders en bedienden verschillen nauwelijks van elkaar: 2.618 euro bruto voor arbeiders en 2.646 euro bij bedienden. Het overheidspersoneel start aan een iets hoger loon, met gemiddeld 2.955 euro bruto per maand.

Maar naarmate de loopbaan vordert, nemen de loonverschillen tussen de beroepsgroepen fors toe (zie grafiek). Een arbeider met een loopbaan van dertig jaar achter de rug verdient gemiddeld 20 procent meer dan een starter in hetzelfde statuut. Bij de bedienden loopt dat verschil tijdens de loopbaan op tot bijna 90 procent.

Dezelfde trend is merkbaar bij een vergelijking van de economische sectoren. Bij de start van een loopbaan blijven de loonverschillen tussen de sectoren relatief beperkt, met als uitersten de horeca (gemiddeld 2.290 euro) en de farma/chemie (3.161 euro). Op dat moment is er een loonverschil van zo’n 38 procent. Maar na dertig jaar loopbaan is dat verschil al opgelopen tot 69 procent (3.444 euro tegen 5.835 euro).

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Meld je aan en lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in