van de boekhandel geen nieuws
Jarig
Op een koude lentedag vierden ze dan eindelijk het grote feest. De Letterenbijlage tooide zich in haar fraaiste kleed, met de mooiste pluimen. ‘Zeventig is het nieuwe vijftig’, fluisterde de Weekendbijlage haar geruststellend toe. Iedereen kreeg een stukje van de taart: de schrijvers die zelf graag gevierd worden, de schrijvers die liever hun werk voor zich laten spreken, ja zelfs de zuurste recensent. Ook de boekhandelaar schoof schoorvoetend aan. Hij had het lastig gevonden een geschenk te bedenken. Eerder die dag had hij al zijn kunde aangewend bij het zoeken naar een geschikt cadeau voor een klant. Een vrouw die één keer per jaar verschijnt, zich daarbij uitputtend in verontschuldigingen. Zij leest immers niet, haar geleerde broer wel. De woorden ‘hij is bijna jarig’ vormen telkens de ouverture voor een omslachtige choreografie waarbij de boekhandelaar de mooiste boeken van het voorbije jaar uit de rekken tilt, haar deze een voor een voorhoudt en in crescendo de verhaallijnen schetst. Omvangrijke romans worden uitgekleed tot hun meest knokige kern, oeuvres ingedikt tot steekwoorden. Donker, licht, grappig, tragisch. Voor haar moet het vooruitgaan: de bloemist en de wijnboer wachten. Voor de boekhandelaar hoeft deze haast niet. Hij was zo vermogend geworden dat tijd niets meer betekende, hij bezat zelfs geen designerhorloge. Dat had hij te danken aan de Letterenbijlage. Sinds bleek dat elk boek dat lovend besproken werd het tot bestseller schopte, was er zielenrust en een afgeloste hypotheek. De voorspellende kracht van het literaire supplement had warempel zijn moeder verzoend met zijn beroepskeuze. Op het verjaardagsfeest was het nu de beurt aan de boekhandelaar. ‘En wat heb jij me als geschenk gebracht?’ vroeg de Letterenbijlage. ‘Een sprookje’, sprak de boekhandelaar.