Senaatsvoorzitter wil Senaat afschaffen
(archiefbeeld)  Foto: belga

Vóór de verkiezingen van 2024 moet er een concreet plan op tafel liggen om de Senaat definitief af te schaffen. Dat is de ambitie van huidig Senaatsvoorzitter Stephanie D’Hose (Open VLD).

Plannen om de Senaat af te schaffen duiken met de regelmaat van de klok op in de Wetstraat. Maar in Het Nieuwsblad is het Stephanie D’Hose, de voorzitter van de Senaat zelf, die nu de afschaffing bepleit. Ze zegt dat haar ervaring als voorzitter haar geleerd heeft dat de instelling nog maar nauwelijks nut heeft. D’Hose is al anderhalf jaar voorzitter.

Vóór de verkiezingen van 2024 moet er een concreet plan op tafel liggen om de Senaat definitief af te schaffen, zegt ze in een interview samen met haar voorzitter Egbert Lachaert. Vanaf eind februari wil ze een aparte Senaatscommissie installeren die dat plan voorbereidt.

Senaatsvoorzitter wil Senaat afschaffen
D’Hose  Foto:  belga

Voor Open VLD-voorzitter Lachaert is het belangrijkste dat de Senaat als aparte politieke instelling ophoudt te bestaan. ‘Dat kost de belastingbetaler 40 miljoen euro per jaar, terwijl de Senaat nauwelijks nog toegevoegde waarde heeft’, zegt hij.

Bij de andere Vlaamse partijen is er al langer consensus dat de Senaat geen toekomst meer heeft, zeggen de liberalen.

In het regeerakkoord is een korte passage opgenomen over de Senaat in het luikje ‘politieke vernieuwing’.

Letterlijk zegt het akkoord: ‘Ter verdieping van deze eerste reeks hervormingen zal er een dynamiek opgestart worden in de Kamer van Volksvertegenwoordigers, waarbij burgers, de universitaire wereld en de samenleving betrokken worden. Het doel van dit proces is te onderzoeken hoe de Grondwet en de wetgeving kunnen worden gemoderniseerd om de democratie.’ Een van de onderwerpen die dan ter sprake moeten komen is precies het voortbestaan van de Senaat.

Grote gevoeligheid zijn de meer dan 150 personeelsleden die de Senaat nog steeds heeft (10 jaar geleden waren het er nog dubbel zo veel). ‘Hier werken heel goede en gedreven mensen’, aldus D’Hose. ‘Zij moeten een plek behouden in het toekomstige federale parlement of de daarmee verbonden instellingen. Ik heb daarover al met mijn collega van de Kamer, Eliane Tillieux (PS), gesproken. Zij wil daaraan meewerken.’

Sinds de oprichting van België kent ons land een tweekamerstelsel waarbij de Senaat lange tijd fungeerde als hoogste vergadering waar alle wetgeving finaal werd goedgekeurd na een eerste passage in de Kamer van Volksvertegenwoordigers. De instelling verloor de laatste decennia sterk aan gewicht en relevantie. De staatshervorming van 2011 slankte de Senaat af tot een reflectiekamer met nog zestig leden. Vijftig zijn afkomstig uit de deelstaatparlementen, tien van hen zijn gecoöpteerd door de politieke partijen. Enkel deze gecoöpteerden krijgen vandaag nog een vergoeding voor hun lidmaatschap van de Senaat.

Overigens is een afschaffing vooral een politieke geste en niet zozeer een besparing. Van de 40 miljoen euro die de Senaat jaarlijks kost gaat driekwart naar het onderhoud van het gebouw en dat gebouw blijft natuurlijk bestaan. Een ander groot deel van de kostprijs zijn de lonen van het personeel - dat dus niet zomaar op straat wordt gezet.

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Meld je aan en lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in