Ivanka Trump en Donald Trump Jr. zijn door de openbaar aanklager van de Amerikaanse staat New York gedagvaard. Dat meldt The New York Times maandag.
De aanklager wil de zoon en dochter van de Amerikaanse ex-president Donald Trump onder ede ondervragen in het kader van het onderzoek dat de staat New York doet naar mogelijke vastgoedfraude van hun vader. Het familiebedrijf The Trump Organization zou de waarde van verschillende panden die de gewezen president in bezit heeft voor belasting- en verzekeringsdoeleinden hebben gemanipuleerd.
In de zaak werd Donald Trump zelf eerder al gedagvaard. De drie Trumps zullen naar verwachting hun dagvaardingen aanvechten, zo blijkt uit documenten die maandag bij de rechtbank van New York in Manhattan zijn ingediend en door The New York Times zijn ingezien. Eric Trump, een andere zoon van de voormalige president en de huidige vicepresident van de Trump Organization, werd in oktober 2020 over dezelfde kwestie onder ede ondervraagd.
Politieke motieven
Vorige maand klaagde Donald Trump de New Yorkse openbaar aanklager Laetitia James aan, in een poging het onderzoek te blokkeren. Hij beschuldigt haar ervan politieke motieven te hebben om zijn vastgoedbedrijf in Manhattan te onderzoeken.
James begon het onderzoek in 2019. De mogelijke fraude kwam aan het licht toen de voormalige advocaat en vertrouweling van Trump, Michael Cohen, een schat aan financiële gegevens van Trump aan het Amerikaanse Congres gaf. Hij getuigde daarbij dat zijn voormalige baas ‘zijn totale vermogen liet stijgen wanneer hem dat uitkwam’ en ‘zijn vermogen liet devalueren om zijn onroerendgoedbelasting te verlagen’.
Correctie (3/01/2021): Ivanka en Donald Trump Jr. moeten niet voor de rechter verschijnen. De aanklager wil hen wel onder ede ondervragen.
Lees ook

Is de merknaam Trump vergiftigd?