De veroordeling van Wout van Aert wegens contractbreuk bij Team Veranda’s Willems-Crelan van Nick Nuyens krijgt naast de forse boete mogelijk nog een sportief staartje. Het kamp Nuyens wil dat de UCI zijn verantwoordelijkheid neemt en haar reglement toepast. Als dat gebeurt, hangen er donkere wolken boven Van Aert, zijn ploeg Jumbo-Visma en zijn manager Jef Van den Bosch.
Een schorsing voor Wout van Aert die tot vier maanden kan oplopen en een boete tot bijna 100 000 euro. Plus een boete die kan oplopen tot bijna 500 000 euro voor Jumbo-Visma en een sanctie voor manager Jef Van den Bosch. Dat is wat de UCI het kamp Van Aert kan opleggen volgens haar reglementen.
Op 9 juni van dit jaar veroordeelde het Arbeidshof van Antwerpen Wout van Aert tot een boete van 662.000 euro voor zijn contractbreuk met Team Veranda’s Willems-Crelan in 2018, de ploeg van Nick Nuyens, terwijl zijn contract nog liep tot 31 december 2019. Het Arbeidshof zag geen dringende reden voor het ontslag, zoals Van Aert wel al die tijd beweerde.
• Lees ook: Vijf vragen | Wat betekent de veroordeling voor Wout van Aert
Het kamp Nuyens kreeg dus gelijk voor het Arbeidshof, maar wil nu ook dat de UCI haar verantwoordelijkheid neemt. Daarover bericht Het Laatste Nieuws vandaag. ‘De UCI heeft strenge reglementen en iedereen moet zich daaraan houden’, legt Rudi Desmet, advocaat en raadsman van Nuyens uit. ‘Als de UCI niets doet, dan kan geen enkele ploegleider nog op beide oren slapen. Dan kan vanaf nu elke renner zomaar dringende redenen inroepen en veranderen van ploeg zonder akkoord met de huidige ploeg.’
Wachten op UCI
Desmet contacteerde de UCI voor het eerst in 2018, vrijwel meteen na de contractbreuk van Van Aert. ‘Maar toen konden ze niets doen omdat ze moesten wachten op een uitspraak van de rechtbank. Nu is die uitspraak er, maar gebeurt er nog steeds niets. We hebben na de veroordeling in juni geprobeerd om een minnelijke schikking te regelen met het kamp Van Aert, maar daar zijn zij niet op ingegaan. Op 13 augustus – we hebben speciaal gewacht tot na de Tour en de Olympische Spelen – heb ik dan opnieuw de UCI aangeschreven, maar ze deden zelfs de moeite niet om te antwoorden’, gaat Desmet verder. ‘Intussen heb ik ze in totaal al vier keer aangeschreven. Als het reglement binnen afzienbare tijd niet wordt toegepast, denken we eraan om juridische stappen te ondernemen. Maar op dit moment is dat nog niet aan de orde.’

Schadevergoeding Jumbo-Visma
Op 1 december 2018, anderhalve maand na zijn contractbreuk met Veranda’s Willems, tekende Wout van Aert een contract met LottoNL-Jumbo (het huidige Jumbo-Visma). Van Aert had toen al een contract met de Nederlandse WorldTourploeg dat inging op 1 januari 2020. Het nieuwe, vervroegde contract liep van 1 maart tot 31 december 2019.
Dat nieuwe contract werd echter buiten de officiële transferperiode getekend. Het gebeurde bovendien zonder akkoord en goedkeuring van teambazen Nuyens en Chris Compagnie. UCI-reglementen voorzien dat de transfer van een renner, voor de einddatum van zijn lopend contract, enkel is toegestaan als er een geschreven akkoord is tussen de renner, zijn huidige werkgever en zijn nieuwe ploeg en dat er ook goedkeuring is van de UCI. Het kamp-Nuyens wil daarom ook een schadevergoeding van Jumbo-Visma. ‘Ook daar hebben we een minnelijke schikking voorgesteld, maar bij Jumbo-Visma vinden ze dat ze geen fouten hebben gemaakt. Ze hebben die dus afgewezen’, aldus Desmet, die ook nog benadrukte dat de contractbreuk van Van Aert catastrofale gevolgen had voor Team Veranda’s Willems-Crelan, dat uiteindelijk moest ophouden met bestaan.
Voor het niet respecteren van de transferperiode kan de UCI Van Aert volgens de reglementen een boete van 285 tot maximaal 94.950 euro en een schorsing van één tot vier maanden opleggen. Zijn ploeg Jumbo-Visma riskeert volgens het UCI-reglement een boete van 28.490 tot 474.770 euro.
Volgens een ander UCI-artikel moet Jumbo-Visma dan ook nog een schadevergoeding betalen aan Nuyens en zijn venoot Chris Compagnie gelijk aan het loon dat Van Aert bij Veranda’s Willems-Crelan zou hebben gekregen tussen 17 september 2018 en 31 december 2019. Ook manager Jef Van den Bosch hangt een zware sanctie boven het hoofd. Volgens de UCI moet een manager zich immers onthouden van betrokkenheid bij het aanzetten tot contractbreuk.