Opgesloten, ondervoed en onbetaald: parket vraagt vier jaar cel voor mensenhandelaars
  Foto:  BELGAIMAGE

Het verhaal van het Ethiopische slachtoffer van mensenhandel weerklonk luid in de rechtbank van Brussel gisteren. Het parket vraagt vier jaar celstraf voor de Koeweitse diplomaat en zijn vrouw die het slachtoffer een jaar vasthielden.

Eten kreeg ze niet, behalve de restjes van de familie des huizes. Een loon kreeg ze ook niet. Haar garderobe bestond uit de kleine valies waarmee ze in 2017 van Koeweit naar België was gekomen. Een nijpend gebrek aan ondergoed was haar deel. Als de familie een weekendje weg ging, werd ze in het huis achtergelaten zonder enige manier om iemand te verwittigen in geval van nood. Zeven dagen op zeven, twaalf uur per dag, moest ze paraat staan voor de ouders en hun drie kinderen.

Een jaar lang werd de Ethiopische vrouw die het slachtoffer werd van het diplomatenkoppel uit Koeweit opgesloten in hun familiewoning in Brussel. Ze werkte al sinds 2012 voor het gezin, en volgde de familie na hun verhuis van Koeweit naar België. In mei 2018 merkte ze bij het ontwaken dat iemand de sleutel in het deurslot had gelaten. Ze greep haar kans en vluchtte de deur uit.

Het slachtoffer was aanwezig tijdens de zitting in de arbeidsrechtbank van Brussel. De vermoedelijke daders hebben het land verlaten. Bij de ambassade van Koeweit kreeg het parket geen gehoor of hulp.

Het slachtoffer wordt nu opgevangen door de erkende organisatie voor slachtoffers van mensenhandel Pag-Asa. De organisatie heeft zich burgerlijke partij gesteld bij de rechtszaak: ‘Dergelijke gevallen eindigen zelden in de rechtbank. Slachtoffers, meestal vrouwen, zijn bang. Ze zijn afhankelijk, kennen de taal en hun rechten niet,’ zei Sarah De Hovre, directeur van Pag-Asa aan La Libre Belgique.

Wist je dat je ook zonder abonnement elke maand 3 betalende  plus-artikels kunt lezen?

Meld je aan en lees gratis ›

Vul je e-mailadres en wachtwoord in