Het eerste deel van de kunstcollectie die vastgoedtycoons Harry Macklowe en Linda Burg lieten veilen na een bittere vechtscheiding heeft 676 miljoen dollar opgebracht, ofwel 595 miljoen euro. Vier werken leverden elk meer dan vijftig miljoen dollar op.
Omdat het ex-koppel het maar niet eens raakte over de waarde van hun uitgebreide kunstcollectie besloot de rechter om de markt te laten beslissen. De eerste 35 werken die maandagavond in New York werden geveild door Sotheby’s brachten met een totaalbedrag van 676 miljoen dollar meer op dan verwacht. De schattingen liepen van 439 miljoen tot 619 miljoen.
Het blijft evenwel minder dan de waarde die Macklowe zelf op de collectie had geplakt. Volgens hem waren de werken van onder anderen Willem de Kooning, Gerhard Richter, Andy Warhol en Picasso samen toch 788 miljoen dollar waard. Al liet hij achteraf weten tevreden te zijn met de uitkomst. ‘We hebben enkele records gebroken’, aldus de 84-jarige vastgoedtycoon.


Een doek van Mark Rothko (1903-1970), No.7 uit 1951, werd verkocht voor 82,5 miljoen dollar, het op een na duurste werk van Rothko op een veiling. Het record staat op naam van het werk Orange, red, yellow dat in 2012 bij Christie’s werd geveild voor 86,9 miljoen dollar.
Jackson Pollock (1912-1956) vestigde maandag wel een record: voor zijn Number 17 uit 1951 werd maar liefst 61,2 miljoen dollar neergeteld. Een ander topstuk, het sculptuur Le nez van Alberto Giacometti (1901-1966), werd voor 78,4 miljoen geveild. Het vierde werk dat meer dan 50 miljoen dollar opbracht, was een enorm doek van Cy Twombly (1928-2011) met rode bloemen: de nieuwe eigenaar had er 58,9 miljoen dollar voor over.
‘Het is onze grootste verkoop van één eigenaar ooit, en we hebben nog maar de helft van de collectie verkocht’, verklaarde Sotheby’s-ceo Charles Stewart tegenover Reuters. Het tweede deel van de kunstcollectie, nog eens 30 stukken, wordt in het voorjaar geveild. Burg vond het niet aangewezen om alles in een keer te veilen, om de markt niet te verzadigen.